3.4.Veerkracht vordert, zakelijk weergegeven, om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
Compassie te gebieden om binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis ter zake iedere door haar in 2021 en in 2022 onder het contract met Veerkracht bediende zorgcliënt aan Veerkracht af te geven:
1. de beschikking uit 2021 van de Gemeente ter zake de toekenning van jeugdzorg, de verwijzing uit 2021 door de betreffende verwijzer, alle in 2021 en 2022 volgens de geldende vereisten opgemaakte en ondertekende zorgplannen en perspectiefplannen, de volgens de geldende vereisten opgestelde zorgrapportages van alle contactmomenten in 2021 en 2022 vastgelegd in het zorgadministratiesysteem ZilliZ, de volgens de geldende vereisten met de zorgcliënt opgestelde schriftelijke evaluaties in 2021 en 2022 van de in 2021 en 2022 geleverde jeugdhulp;
2. gespecificeerde en inzichtelijke overzichten van de door Compassie in 2021 en 2022 verloonde uren van de in 2021 en 2022 door Compassie ingezette bij volledige naam genoemde zorgwerknemers en van gespecificeerde overzichten van de in 2021 en 2022 door Compassie ingehuurde uren van door Compassie als zorgmedewerkers ingezette bij volledige naam genoemde ZZP-ers en onderaannemers;
3. gespecificeerde overzichten over 2021 en 2022 met daarin de uitgewerkte stelregels van het gemiddeld aantal zorgcliënten voor dagdelen zorg in groepen, van de gemiddelde duur van voormelde dagdelen en van het gemiddeld aantal zorgverleners per groep;
4. overzichten van de klachtenregistratie over 2021 en 2022 mede omvattende de opvolging van deze klachten;
5. een compleet overzicht van alle door Compassie in 2021 en 2022 ingezette bij volledige naam genoemde zorgmedewerkers, waaronder begrepen zowel werknemers, ZZP-ers als onderaannemers, welk overzicht per medewerker is voorzien van een overzicht van de genoemde zorgcliënten die deze in 2021 en 2022 heeft begeleid, van de diploma’s en andere opleidingsbewijzen die deze heeft verworven, van de over de periodes in 2021 en 2022 dat deze werkzaam was geldende Verklaring Omtrent Gedrag en van een bewijs van registratie Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (hierna: SKJ) over 2021 en 2022 in de gevallen de betreffende medewerkers in 2021 en/of 2022 jeugdzorg hebben geleverd waarvoor het bezit van een SKJ-registratie is vereist;
6. een gespecificeerd en inzichtelijk overzicht per zorgcliënt van de in 2021 en 2022 door Compassie geleverde jeugdhulp waarvoor het bezit van een bewijs van een SKJ- registratie is vereist;
7. een omschrijving per cliënt hoe Compassie in 2021 en 2022 de veiligheid en zorg per cliënt waarborgt;
8. een gespecificeerde maandelijkse urenverantwoording voor de ingezette begeleiding voor zowel de productgroep Begeleiding als de productgroep Verblijf over 2021 en 2022, mede omvattend welke bij volledige naam genoemde zorgmedewerker deze begeleiding heeft verzorgd en hoeveel uren deze de begeleiding heeft verzorgd en waarom deze begeleiding voor deze cliënt is ingezet;
subsidiair – in geval van afwijzing van de primaire vorderingen sub 1 tot en met 4 –:
Compassie te gebieden om de hiervoor onder 1 tot en met 4 genoemde stukken binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis aan accountant Munt Control af te geven;
meer subsidiair – in geval van afwijzing van de subsidiaire vordering –:
Compassie te gebieden om, ter zake iedere door haar in 2021 onder het contract met Veerkracht bediende zorgcliënt, te bewerkstelligen dat een door Compassie aangewezen accountant binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis in het kader van de Financiële Productieverantwoording WMO en Jeugdwet 2021 de specifieke productieverantwoording van Compassie, voorzien van een controleverklaring en voorzien van door accountant Munt Control geschikt bevonden controle-informatie, aan laatstgenoemde accountant overlegt, in overeenstemming met door die accountant vastgestelde instructies en werkwijze;
een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250.000,- voor overtreding van voormelde geboden en van € 5.000,- voor iedere dag dat die overtreding voortduurt en met veroordeling van Compassie in de proceskosten en de nakosten, op de wijze zoals in de vordering in reconventie is vermeld.