ECLI:NL:RBDHA:2022:6791

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 juli 2022
Publicatiedatum
12 juli 2022
Zaaknummer
C/09/613242 / FA RK 21-3848
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Doorhaling van akte van inschrijving buitenlandse geboorteakte en verbetering van de akte register burgerlijke stand

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 juli 2022 uitspraak gedaan over het verzoek van [Y] tot verbetering van een buitenlandse geboorteakte en de doorhaling van een inschrijving in de registers van de burgerlijke stand. Verzoeker, geboren in Algerije, was in Nederland ingeschreven op basis van een geboorteakte die hij later als vals heeft aangemerkt. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende documenten, waaronder een onderzoeksrapport van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en een gezichtsvergelijkend onderzoek. De rechtbank concludeert dat de inschrijving van de akte [nummer 1] ten onrechte in de registers van de burgerlijke stand voorkomt, omdat de akte [nummer 2] vals is of niet de juiste gegevens van verzoeker weergeeft. De rechtbank gelast daarom de doorhaling van akte [nummer 1] en wijst het verzoek tot verbetering af, omdat er geen sprake is van een onvolledige akte of een misslag. Verzoeker kan de juiste akte [nummer 5] ter inschrijving aanbieden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 21-3848
Zaaknummer: C/09/613242
Datum beschikking: 8 juli 2022

Verbetering akte register burgerlijke stand

Beschikking op het op 8 juni 2021 ingekomen verzoekschrift van:

[Y] ,

in de basisregistratie personen opgenomen als:
[Y],
verzoeker,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: voorheen mr. J.M. Langenberg te Utrecht, thans mr. D. Gürses te Utrecht.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] ,

zetelend te [gemeente] ,
de ambtenaar.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift;
- de brief van 27 juli 2021 van de ambtenaar;
- het F9-formulier van 30 juli 2021 van verzoeker;
- de brief van 10 september 2021 van de ambtenaar;
- de brief van 3 maart 2022 van de ambtenaar;
- het F9-formulier van 4 maart 2022 met bijlagen van verzoeker;
- het F9-formulier van 12 april 2022 met bijlagen van verzoeker.
Op 10 juni 2022 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: verzoeker met zijn advocaat en namens de ambtenaar [naam 5] en [naam 6] . Ter zitting zijn door de ambtenaar een kopie van het onderzoek van de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) van 26 januari 2022 en zittingsaantekeningen, tevens houdende een voorwaardelijk tegenverzoek, overgelegd. Namens verzoeker is het originele rapport van 13 januari 2022 van Verilabs overgelegd.

Feiten

- Op 26 oktober 1999 is verzoeker, komende uit Algerije, inschreven in de basisregistratie personen (BRP), als [Y] , geboren op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats 1] , Algerije, op basis van een eigen verklaring.
- Op 20 april 2005 is verzoeker onder bovenvermelde gegevens genaturaliseerd tot Nederlander.
- Verzoeker is op [huwelijksdatum] 2006 te Marokko gehuwd met [X] . Uit dit huwelijk zijn drie kinderen geboren.
- Op [datum inschrijving] 2006 is te [gemeente] onder nummer [nummer 1] van het jaar 2006 een Algerijnse akte van geboorte met nummer [nummer 2] ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand inhoudende onder meer de volgende gegevens:
Geslachtsnaam: [geslachtsnaam 1]
Voornamen: [voornaam 1]
Dag van geboorte: [geboortedatum] -1983
Plaats van geboorte: [geboorteplaats 1] , Algerije
Ouders: [naam 1] en [naam 2] .

Verzoek

Het verzoek strekt, naar de rechtbank begrijpt, tot verbetering van de “akte van inschrijving van buitenlandse akte” met aktenummer [nummer 1] van het jaar 2006 (hierna: akte [nummer 1] ), ingeschreven in het register van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] op [datum inschrijving] 2006, in die zin dat in die akte wordt opgenomen als geslachtsnaam ‘ [geslachtsnaam 2] ’, als geboortedatum [geboortedatum] 1976 en als geboorteplaats [geboorteplaats 2] .
Ter zitting heeft verzoeker medegedeeld dat het verzoek zo gelezen moet worden dat, voor zover verbetering van akte niet mogelijk is, doorhaling van akte [nummer 1] wordt verzocht.
Verzoeker voert aan dat hij ten tijde van de inschrijving van de buitenlandse geboorteakte een valselijk opgemaakte geboorteakte (akte [nummer 2] ) heeft getoond. Met dat gegeven kan hij niet meer leven. Verzoeker wil nu dat zijn geslachtsnaam, geboortedatum en geboorteplaats in de Nederlandse akte gewijzigd worden. De juiste gegevens volgen volgens verzoeker uit een door hem in deze procedure overgelegde Algerijnse geboorteakte met nummer [nummer 5] , voorzien van legalisatie door het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse zaken in Algiers, Algerije (hierna: akte [nummer 5] ). In akte [nummer 5] zijn de volgende gegevens opgenomen:
Geslachtsnaam: [geslachtsnaam 2]
Voornamen: [voornaam 2]
Dag van geboorte: [geboortedatum] 1976
Plaats van geboorte: [geboorteplaats 2] , Algerije
Ouders: [naam 3] en [naam 4] .
Ter onderbouwing van zijn verzoek heeft verzoeker diverse documenten overgelegd. Daarnaast heeft verzoeker een onderzoeksrapport overgelegd van 22 april 2021 van Securitech Expertise BV betreffende een gezichtsvergelijkend onderzoek en een onderzoeksrapport van Verilabs betreffende een verwantschapsonderzoek.

Verweer

De ambtenaar voert verweer. De ambtenaar heeft de twaalf door verzoeker ingediende (originele) documenten op echtheid laten onderzoeken door het Bureau Documenten van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) te Zwolle. Volgens de ambtenaar kan op basis van het onderzoeksrapport van de IND niet geconcludeerd worden dat akte [nummer 2] niet echt is. Als geconcludeerd moet worden dat het document vals is, dan moet dit volgens de ambtenaar leiden tot doorhaling van akte [nummer 1] . In dat geval komt die akte immers ten onrechte voor in de registers van de burgerlijke stand. Van verbetering van die akte kan in dat geval geen sprake zijn, omdat de ingeschreven akte [nummer 2] geen verband houdt met de nu overgelegde akte [nummer 5] . Het is een geheel andere akte. Van een onvolledige akte of een akte die een misslag bevat in de zin van artikel 1:24 BW is dan ook geen sprake. Daarnaast stelt de ambtenaar dat niet vast te stellen is welke van de gegevens in de aktes [nummer 5] en [nummer 2] nu juist zijn.
Ten slotte wijst de ambtenaar op de gevolgen van de verbetering of doorhaling van akte 1X1236 voor de registratie van het huwelijk van verzoeker en de geboorteakte van de kinderen van verzoeker.
De ambtenaar heeft ter zitting een voorwaardelijk verzoek ingediend, inhoudende het verzoek om, indien komt vast te staan dat de aan akte [nummer 1] ten grondslag liggende Algerijnse geboorteakte [nummer 2] (hierna: akte [nummer 2] ) vals is of valselijk is opgemaakt en dat de in deze procedure overgelegde documenten op verzoeker zien en de daarin opgenomen gegevens bovendien juist zijn, de doorhaling te gelasten van akte [nummer 1] .

Beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
De Nederlandse rechter heeft op grond van artikel 3 sub a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) rechtsmacht om te beslissen op het verzoek. Omdat het verzoek strekt tot verbetering van een Nederlandse akte, is Nederlands recht van toepassing op het verzoek.
Inhoudelijke beoordeling
Op grond van artikel 1:25, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) worden buiten Nederland overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akten van geboorte ingeschreven in de registers van geboorten van de gemeente 's-Gravenhage, indien:
a.
de akte een persoon betreft die op het ogenblik van het verzoek Nederlander is of te eniger tijd Nederlander dan wel Nederlands onderdaan niet-Nederlander is geweest;
b.
de akte een persoon betreft die rechtmatig verblijft op grond van artikel 8, onder c en d, van de Vreemdelingenwet 2000.
Akte [nummer 1] betreft de inschrijving op grond van artikel 1:25, eerste lid BW van een in Algerije opgemaakte geboorteakte (akte [nummer 2] ). Akte [nummer 1] bevat daarmee niet meer dan een weergave van wat er in akte [nummer 2] is vermeld.
Verzoeker vraagt om verbetering of doorhaling van akte [nummer 1] .
Op grond van artikel 1:24, eerste lid BW kan aanvulling van een register van de burgerlijke stand met een daarin ontbrekende akte of latere vermelding, doorhaling van een daarin ten onrechte voorkomende akte of latere vermelding, of verbetering van een daarin voorkomende akte of latere vermelding die onvolledig is of een misslag bevat, op verzoek van belanghebbenden of van het openbaar ministerie worden gelast door de rechtbank.
Grond voor verbetering van akte [nummer 1] is er dus slechts als die akte onvolledig is of een misslag bevat. Daarvan is geen sprake. Akte [nummer 1] geeft juist en volledig weer wat er in geboorteakte [nummer 2] is vermeld. Het verzoek tot verbetering van akte [nummer 1] wordt daarom afgewezen.
Verzoeker stelt dat akte [nummer 2] vals is en niet de werkelijkheid weergeeft. Als de juistheid van die stelling van verzoeker vast komt te staan, is niet voldaan aan de vereisten van artikel 1:25 BW voor inschrijving van die akte. Akte [nummer 2] had in dat geval niet ingeschreven moeten worden in de registers van de burgerlijke stand door het opmaken van akte [nummer 1] . Die laatste akte komt dan dus ten onrechte voor en dient te worden doorgehaald.
In het hiernavolgende zal de rechtbank daarom beoordelen of akte [nummer 2] vals is en/of niet de werkelijkheid weergeeft. In dat kader is van belang dat de IND de echtheid van akte [nummer 2] (op naam van [Y] ) heeft onderzocht. De IND concludeert dat de verschijningsvorm van die akte afwijkt van het beschikbare vergelijkingsmateriaal. Daarom kan volgens de IND voor wat betreft de echtheid, opmaak en afgifte van dit document geen uitspraak worden gedaan en kan niet worden vastgesteld of het document inhoudelijk juist is.
De IND heeft ook onderzoek gedaan naar de echtheid van diverse andere door verzoeker overgelegde documenten op naam van [Y] . Ten aanzien van die documenten komt de IND tot de volgende conclusies:
Algerijnse kaart vrijstelling militaire dienstmet nummer [nummer 8] op naam van [Y] is, gelet op het beschikbare referentiemateriaal,
met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid echt.
Algerijnse identiteitskaartmet nummer [nummer 3] op naam van [Y] , afgegeven op 24 juni 2015 is, gelet op het beschikbare referentiemateriaal,
echt.
Algerijns rijbewijsmet nummer [nummer 4] op naam van [Y] , afgegeven op 20 maart 2017 is, gelet op het beschikbare referentiemateriaal,
echt.
Algerijns registratiekaart schaakbondmet nummer [nummer 9] op naam van [Y] is, gelet op het beschikbare referentiemateriaal,
zeer wel mogelijk echt.
Algerijns paspoortmet nummer [nummer 10] op naam van [Y] is, gelet op het beschikbare referentiemateriaal,
echt.
Algerijnse kaart bloeddonorop naam van [Y] , afgegeven op
2 augustus 2005 is, gelet op het beschikbare referentiemateriaal,
zeer wel mogelijk echt.
Algerijns uittreksel familieregister, afgegeven op 12 februari 2019, waarop onder meer de naam [Y] is vermeld, voorzien van legalisatie, is, gelet op het beschikbare referentiemateriaal,
hoogstwaarschijnlijk echt.
Afschrift Algerijnse geboorteaktemet nummer [nummer 5] , afgegeven op 7 maart 2021 te [geboorteplaats 2] , op naam van [Y] , voorzien van legalisaties, is, gelet op het beschikbare referentiemateriaal,
mogelijk echt.
Algerijnse nationaliteitsverklaringmet nummer [nummer 6] , afgegeven op 2 oktober 2018 te [geboorteplaats 2] , op naam van [Y] , voorzien van legalisaties, is, gelet op het beschikbare referentiemateriaal,
waarschijnlijk echt.
Algerijnse antecedentenverklaringmet nummer [nummer 7] , afgegeven op 23 september 2018 te [geboorteplaats 2] , op naam van [Y] , voorzien van legalisaties, is, gelet op het beschikbare referentiemateriaal,
waarschijnlijk echt.
De IND beoordeelt geboorteakte [nummer 5] op naam van [Y] dus als mogelijk echt. De andere door de IND beoordeelde documenten zijn beoordeeld als echt, met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid echt, (hoogst)waarschijnlijk echt en zeer wel mogelijk echt. Die documenten bevatten gegevens die overeenkomen met de gegevens in geboorteakte [nummer 5] en bevestigen daarmee dat de gegevens in akte [nummer 5] juist zijn.
Uit het rapport van het verwantschapsonderzoek is af te leiden dat [naam 3] de biologische vader is van verzoeker en van Karim [geslachtsnaam 2] . De in akte [nummer 2] opgenomen vader van verzoeker is dus niet de biologische vader. Het verwantschapsonderzoek is wel in overeenstemming met de gegevens zoals weergegeven in geboorteakte [nummer 5] en het hiervoor genoemde Algerijns uittreksel familieregister. In dat laatste stuk zijn als de kinderen van [naam 3] en [naam 4] , onder meer [Y] en Karim [geslachtsnaam 2] opgenomen.
Ten slotte is nog van belang dat in het rapport van het gezichtsvergelijkende onderzoek is opgenomen dat de foto’s op het hiervoor genoemde Algerijnse paspoort en de registratiekaart schaakbond, beiden op naam van [Y] , en de foto op het Nederlandse paspoort, op naam van [Y] , met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dezelfde persoon betreffen. De rechtbank concludeert hieruit dat verzoeker in Nederland is geregistreerd als [Y] en dezelfde persoon is als de persoon die aangeduid wordt als [Y] in de hiervoor genoemde stukken.
Dat betekent dat één van de beide Algerijnse geboorteaktes vals is, of in elk geval niet de gegevens van verzoeker weergeeft. De door de IND, Securitech en Verilabs uitgevoerde onderzoeken in onderlinge samenhang bezien leiden naar het oordeel van de rechtbank tot de conclusie dat de akte [nummer 5] de werkelijke gegevens van verzoeker weergeeft en akte [nummer 2]
nietde gegevens van verzoeker weergeeft. Akte [nummer 2] is daarom ten onrechte ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. De inschrijving van die akte dient om die reden te worden doorgehaald. De rechtbank zal daarom de doorhaling van akte [nummer 1] gelasten.
De rechtbank wijst verzoeker er op dat hij akte [nummer 5] op grond van artikel 1:25 BW ter inschrijving kan aanbieden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand te [gemeente] .

Beslissing

De rechtbank:
gelast de doorhaling van de akte, nummer [nummer 1] , van het jaar 2006, voorkomend in het register van geboorten van de gemeente [gemeente] ;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A. Emmens, rechter, bijgestaan door
mr. J.J. Laterveer-Runderkamp als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting
van 8 juli 2022.