Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 juni 2022 in de zaak tussen
de vereniging Vereniging Montessorischool Waalsdorp, uit Den Haag, eiseres
Procesverloop
Overwegingen
1. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (…) verstrekt op verzoek van de werkgever die op grond van artikel 673 een transitievergoeding verschuldigd was, een vergoeding, indien de arbeidsovereenkomst:
a. na de periode, bedoeld in artikel 670, lid 1, onderdeel a, en lid 11:
1° is beëindigd omdat de werknemer wegens ziekte of gebreken niet meer in staat was de bedongen arbeid te verrichten; (…) “
2. De vergoeding, bedoeld in lid 1, is gelijk aan de vergoeding die de werkgever in verband met het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst aan de werknemer heeft verstrekt, maar bedraagt niet meer dan het bedrag dat de werkgever op grond van artikel 673 aan de werknemer verschuldigd is, verhoogd met de kosten die op grond van artikel 673, lid 6, op dat bedrag in mindering mogen worden gebracht. De vergoeding, bedoeld in lid 1, onderdeel a, bedraagt tevens niet meer dan het bedrag dat de werkgever op grond van artikel 673, voor aftrek van de kosten, bedoeld in artikel 673, lid 6, aan de werknemer verschuldigd zou zijn bij het beëindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst op de dag na het verstrijken van de termijn van twee jaar, bedoeld in artikel 670, lid 1, onderdeel a. (…).
De conclusie is dat eiseres geen aanspraak kan maken op compensatie van de door haar betaalde transitievergoeding over de periode dat de arbeidsovereenkomst in verband met de opzegtermijn langer heeft geduurd. Het beroep is ongegrond.