ECLI:NL:RBDHA:2022:669
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in bestuursrechtelijke procedure
Op 24 januari 2022 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van Vytauto Paslaugos UAB, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.A. Kerkhof. Het verzoek tot wraking was gericht tegen mr. G.P. Kleijn, de behandelend rechter in een bestuursrechtelijke procedure tussen verzoekster en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De wrakingsgronden waren gebaseerd op de vrees voor partijdigheid van de rechter, omdat deze eerder had geoordeeld over een vergelijkbare rechtsvraag in een voorlopige voorziening. De wrakingskamer oordeelde dat de onpartijdigheid van de rechter niet in het geding was, aangezien de rechter niet expliciet had geoordeeld over de rechtsvraag in de hoofdzaken. Bovendien was het wrakingsverzoek tijdig ingediend, omdat verzoekster op de hoogte was gesteld dat de toedeling van de rechter pas vlak voor de zitting definitief zou zijn. De wrakingskamer concludeerde dat er geen objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid bestond en wees het verzoek tot wraking af. De procedure in de hoofdzaken zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.