ECLI:NL:RBDHA:2022:6404
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de Ziektewet-uitkering en geschil over medische beoordeling en geschiktheid voor arbeid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 juli 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. J. Hemelaar, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), vertegenwoordigd door mr. M.A. Bakker. Eiseres had een Ziektewet-uitkering die per 12 januari 2021 werd beëindigd, wat door de rechtbank werd getoetst aan de hand van medische rapporten en arbeidskundige beoordelingen. Eiseres was werkzaam als orderpicker en had zich ziekgemeld met zwangerschapsgerelateerde klachten, gevolgd door andere gezondheidsproblemen. De rechtbank oordeelde dat de beëindiging van de uitkering terecht was, omdat de medische beoordelingen zorgvuldig waren uitgevoerd en de beperkingen van eiseres adequaat waren vastgesteld. Eiseres had geen objectieve medische informatie overgelegd die de conclusies van de verzekeringsartsen kon weerleggen. De rechtbank concludeerde dat er geen twijfel bestond over de belastbaarheid van eiseres op de datum in geding en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van objectieve medische gegevens in geschillen over arbeidsongeschiktheid.