In deze zaak vordert eiser, eigenaar van een BMW, schadevergoeding van zijn verzekeraar, Nationale Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. (NN), na de diefstal van zijn auto. Eiser heeft op 7 januari 2020 aangifte gedaan van diefstal en een schadeclaim ingediend bij NN, die deze claim op 16 juni 2020 afwees. NN stelde dat eiser opzettelijk onjuiste informatie had verstrekt, wat leidde tot registratie van zijn persoonsgegevens in de Gebeurtenissenadministratie en het Interne Verwijzingsregister (IVR). De rechtbank heeft de feiten en het verweer van beide partijen onderzocht. Eiser heeft betoogd dat hij recht heeft op uitkering onder zijn verzekeringspolis en dat NN onrechtmatig heeft gehandeld door zijn gegevens te registreren. NN heeft als verweer aangevoerd dat eiser opzettelijk misleidende informatie heeft verstrekt, waardoor het recht op uitkering zou zijn vervallen. De rechtbank oordeelt dat NN niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de gestelde misleiding door eiser. De rechtbank concludeert dat NN de schade onder de polis moet uitkeren en dat de registratie in het IVR onterecht was. Eiser krijgt de schadevergoeding toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente, en NN wordt veroordeeld tot verwijdering van de persoonsgegevens uit het IVR. De rechtbank wijst de vordering tot vergoeding van advocaatkosten af, maar kent buitengerechtelijke incassokosten toe. De proceskosten worden aan NN opgelegd.