Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
,
1. besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [naam B.V.] B.V.,
[gedaagde] ,
1.De procedure
2.De feiten
(…)
(…)
3.D vordering en de grondslag daarvan
NJ2012/411). De gemeente stelt dat zij bij brieven van 19 november 2020 de huurovereenkomsten tijdig (met een opzegtermijn van ten minste één jaar) en conform artikel 7:288 BW e.v. heeft opgezegd.
4.Het verweer
5.De beoordeling
kan(onderstreping kantonrechter) de Gemeente de aanvraag van [gedaagden] buiten behandeling laten, wanneer zij binnen de gestelde termijn niet alle gevraagde gegevens heeft ontvangen. Uit deze wettelijke bepaling kan dus niet worden afgeleid dat de Gemeente altijd moet besluiten een aanvraag buiten behandeling te laten, indien er gegevens ontbreken. De Gemeente zelf heeft er ook een belang bij dat de aanvraag van [gedaagden] wordt goedgekeurd. Immers zonder deze vergunning kan niet worden overgegaan tot het slopen van de opstallen. De vertraging in de oplevering van de gronden 1 en 2, die door het (nog) niet verlenen van de aangevraagde sloopvergunning is ontstaan, kan de gemeente zelf opheffen. De gevraagde voorlopige voorziening is daarvoor niet nodig.