ECLI:NL:RBDHA:2022:6266

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 juni 2022
Publicatiedatum
29 juni 2022
Zaaknummer
09-767231-21
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens opruiing, bedreiging en smaad met betrekking tot ritueel satanisch pedoseksueel misbruik

Op 30 juni 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van opruiing, bedreiging en smaad. De verdachte, momenteel gedetineerd in Justitieel Complex Zaanstad, heeft zich schuldig gemaakt aan het aanzetten tot geweld tegen publieke figuren, waaronder minister-president Mark Rutte en Jaap van Dissel, door middel van online uitingen en video's. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met medeverdachten, een netwerk vormde dat zich bezighield met het verspreiden van ongefundeerde beschuldigingen van ritueel satanisch pedoseksueel misbruik. De verdachte heeft in verschillende openbare social media kanalen opruiende en bedreigende boodschappen verspreid, wat leidde tot ernstige inbreuken op de persoonlijke levenssfeer van de aangevers. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden waaronder een meldplicht en een verbod op contact met de aangevers. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de psychische toestand van de verdachte, die lijdt aan paranoïde waandenken, en heeft geadviseerd tot behandeling in een forensische polikliniek. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers, die zich niet meer veilig voelen in hun omgeving.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/767231-21
Datum uitspraak: 30 juni 2022
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboortedatum en plaats] ,
op dit moment gedetineerd in Justitieel Complex Zaanstad.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 3 december 2021, 17 februari 2022, 18 mei 2022 (alle pro forma) en 10 juni en 16 juni 2022 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. W.J. Veldhuis en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. J.P. Plasman naar voren is gebracht.
De officier van justitie heeft op de terechtzitting van 16 juni 2022 medegedeeld dat hij voornemens is een ontnemingsvordering als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht aanhangig te maken.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft namens de verdachte vrijspraak van het onder 4 en 5 ten laste gelegde bepleit en heeft zich met betrekking tot het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3.
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank grondt haar overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring. De rechtbank heeft deze bewijsmiddelen als bijlage aan dit vonnis gehecht.
3.4.
Bewijsoverwegingen
3.4.1.
Inleiding
Aan deze zaak ligt het onderzoek Bubry ten grondslag. Dit onderzoek richt zich op het in beeld brengen van mogelijke strafbare feiten gepleegd door de verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ), [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ) en [medeverdachte 3] (hierna: [medeverdachte 3] ). Zij worden ervan verdacht dat zij samen een netwerk vormden dat zich bezig hield met opruiing, bedreiging, smaad en/of laster jegens diverse personen, grotendeels personen met een publieke status. De verdachten kwamen online samen om hun ideologieën, meningen en verdenkingen veelal gezamenlijk over te brengen aan hun volgers door het gebruik van livestreams. De mensen tegen wie de verdachten zich richtten, zijn in hun visie onderdeel van een ritueel satanisch pedoseksueel misbruiknetwerk dat zich de afgelopen decennia zou hebben beziggehouden met het seksueel misbruiken en het vermoorden van jonge kinderen. Vanaf eind augustus 2020 hebben de toenmalige huisarts (hierna: de huisarts) en J.T. van Dissel (hierna: Van Dissel en hierna gezamenlijk: aangevers) die door deze verdachten in verband worden gebracht met dit netwerk, een aantal keer aangifte gedaan van strafbare feiten.
De zaak kwam aan het rollen toen de verdachte zich in augustus 2020 meldde bij [medeverdachte 2] , eigenaar van het social mediakanaal ‘ [naam mediakanaal] ’, met hervonden herinneringen van pedoseksueel misbruik en satanische rituelen in zijn jeugd. Nadat [medeverdachte 2] en de verdachte het verhaal van de verdachte naar buiten hadden gebracht, vonden zij aansluiting bij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] die op dat moment actief waren met de website ‘ [naam website] ’ (hierna: [naam website] ). [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] hebben het verhaal van de verdachte bij een breder publiek bekend gemaakt. Dit deden zij door middel van een vierdelige serie, genaamd ‘ [naam serie] , het verhaal van Joost’ (hierna: ‘ [naam serie] ’), die werd uitgezonden op het social mediakanaal van [naam website] . Verder verspreidden de verdachte, [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] zeer frequent verhalen over de aangevers en de gebeurtenissen die volgens hen in Bodegraven hadden plaatsgevonden. Ook richten zij zich tegen minister president M. Rutte. Zij deden dit vrijwel dagelijks via live video’s in verschillende openbare social media kanalen en waren te zien in een soort teamsmeeting. In januari 2021 heeft [medeverdachte 3] zijn samenwerking met de verdachten gestaakt en zijn de verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] samen verder gegaan met het produceren van live-uitzendingen van het ‘ [naam uitzending] ’ (hierna: [naam uitzending] ).
De verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] brachten hun boodschappen ook via social media kanalen zoals Telegram. Het Telegram kanaal [naam Telegramgroep] ’ werd gepresenteerd als het kanaal van het [naam uitzending] . Alleen de eigenaar, [medeverdachte 1] , en de beheerders, de verdachte en [medeverdachte 2] , konden berichten plaatsen in dit kanaal. De berichtgeving kwam overeen met die van het [naam uitzending] en was openbaar. In oktober 2021 had dit kanaal 5300 abonnees, die konden reageren op de berichten. Aan het [naam Telegramgroep] ’ was een Telegram-chatgroep verbonden: de ‘ [naam Telegramgroep] ’. Ook hiervan was [medeverdachte 1] eigenaar en waren de verdachte en [medeverdachte 2] beheerder. Berichten uit het [naam Telegramgroep] ’ kwamen automatisch in openbare chatgroep ‘ [naam Telegramgroep] ’. In deze chatgroep zaten begin oktober 2021 meer dan 8000 abonnees die mee konden communiceren. Dagelijks werden duizenden berichten geplaatst.
3.4.2.
Met betrekking tot de feiten 1, 2 en 3:
opruiing tot het doden van Van Dissel en bedreiging van Van Dissel met de dood op 23 april 2021 (feit 1)
opruiing tot enig strafbaar feit tegen Rutte op 5 februari 2021 (feit 2)
bedreigingen met de dood van Rutte in de periode van 5 februari 2021 tot en met 31 mei 2021 (feit 3)
3.4.2.1 De rechtbank komt tot bewezenverklaring van deze tenlastegelegde feiten op grond van de in Bijlage II opgenomen bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van die bewijsmiddelen.
3.4.3.Met betrekking tot feit 4: opruiing tot het doden van diverse publieke personen en/of het verspreiden van een opruiend geschrift en bedreiging met de dood van diezelfde publieke personen op 11 mei 2021
3.4.3.1 De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte van dit feit moet worden vrijgesproken. Het gaat hierbij om een zogenaamde “verhangingsvideo”. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij deze video per ongeluk heeft doorgestuurd in de Telegram groep [naam Telegramgroep] ’, toen hij een aantal verjaardagsfelicitaties in deze Telegramgroep wilde delen. Hierdoor ontbreekt het opzet op het opruien, het verspreiden ter opruiing, dan wel het bedreigen. De rechtbank overweegt hierover het volgende.
3.4.3.2. Uit het dossier volgt dat de verdachte op 11 mei 2021 een bericht heeft geplaatst in de Telegramgroep [naam Telegramgroep] ’. Dit bericht betrof een video waarin verscheidende personen worden opgehangen. De verdachte heeft verklaard dat hij deze video als verjaardagscadeau heeft ontvangen en kort kennis heeft genomen van de inhoud. De rechtbank acht zijn verklaring dat hij de video daarna per ongeluk heeft doorgestuurd, niet aannemelijk. Het dossier bevat een
printscreenvan het door de verdachte doorgestuurde bericht in de Telegramgroep. Op deze
printscreenis de omslagfoto van de video te zien en daarop staat Van Dissel in oranje kledij met een strop om zijn nek. Gelet hierop moet de verdachte duidelijk zijn geweest dat hij een verhangingsvideo in de Telegramgroep plaatste. Daarnaast past het delen van deze video in de Telegramgroep bij andere gedragingen van de verdachte, zoals het bedreigen van Van Dissel (feit 1), het opruien tot geweld tegen Van Dissel (feit 1) en smaad jegens Van Dissel (feit 5). Tot slot blijkt uit het dossier dat de verdachte veel reacties heeft ontvangen op deze video. Zo wordt bijvoorbeeld gereageerd met ‘Laat ze maar hangen die smeerlappen’ en ‘CABAL gaat eraan’. Als de verdachte de video per ongeluk zou hebben gedeeld, lag het voor de hand dat hij de video naar aanleiding van die reacties direct zou hebben verwijderd. Dit heeft hij echter niet gedaan. Onder deze omstandigheden is de rechtbank dan ook van oordeel dat de verdachte de verhangingsvideo’ opzettelijk heeft gedeeld in de Telegramgroep [naam Telegramgroep] ’.
3.4.3.2 Dat de ‘verhangingsvideo’ een bedreigend en tevens een opruiend karakter heeft en dat de verdachte dat wist, staat niet ter discussie. Door de video te delen in de Telegramgroep [naam Telegramgroep] ’ heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het onder 4 tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegde feit (het verspreiden van een opruiende afbeelding), evenals aan bedreiging van de betreffende personen met een misdrijf tegen het leven gericht.
3.4.3.3 Nu de verdachte niet de maker van de video is (die is door de rechtbank reeds veroordeeld voor bedreiging), zal de rechtbank de verdachte vrijspreken van het onder 4 eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde feit (opruiing).
3.4.4.
Met betrekking tot feit 5: smaad en/of laster jegens Van Dissel en de huisarts in de periode van 7 november 2020 tot en met 11 mei 2021
3.4.4.1 Dat de verdachte met de gewraakte uitlatingen op de in de tenlastelegging genoemde momenten de eer en goede naam van aangevers opzettelijk heeft aangerand, is op zichzelf niet betwist door of namens de verdachte. Nu ook naar het oordeel van de rechtbank is voldaan aan de wettelijke vereisten voor smaad, acht de rechtbank hetgeen (impliciet primair) ten laste is gelegd onder feit 5 (smaad) wettig en overtuigend bewezen.
3.4.4.2 Ten aanzien van de bespreking van het beroep op de exceptie van artikel 261, derde lid, Sr, verwijst de rechtbank naar hetgeen is overwogen en geoordeeld onder 4.
3.4.4.3 De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat van laster geen sprake is nu de verdachte ervan overtuigd is dat hij in het verleden slachtoffer is geweest van ritueel satanisch pedoseksueel kindermisbruik door aangevers. Hij had dus op geen enkel moment het opzet op het vertellen van onwaarheden.
3.4.4.4 Artikel 262, eerste lid, Sr bepaalt, voor zover van belang, dat hij die het misdrijf van smaad of smaadschrift pleegt, wetende dat het te last gelegde feit in strijd met de waarheid is, als schuldig aan laster wordt gestraft. Volgens rechtspraak van de Hoge Raad heeft het bestanddeel 'wetende dat', blijkens de wetsgeschiedenis, een bijzondere, beperkte betekenis van daadwerkelijke wetenschap, waarvoor voorwaardelijk opzet niet toereikend is (zie HR 18 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:904, en HR 2 december 2014, ECLI:NL: HR:2014:3498). Op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is het de rechtbank duidelijk dat de verdachte volstrekt overtuigd is van het waarheidsgehalte van zijn hervonden herinneringen. Dit blijkt ook uit het rapport van het Pieter Baan Centrum (hierna: PBC-rapport) met betrekking tot de verdachte waarin door de psychiater is geconcludeerd dat bij de verdachte sprake is van paranoïde waandenken vanwege “de opvallende ernst en omvang van zijn almaar uitdijende gedachten in combinatie met zijn allesbepalende, doordringende waarheidsbeleving hiervan”. Reeds gelet hierop kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden vastgesteld dat de verdachte de smadelijke beschuldigingen aan het adres van aangevers heeft geuit terwijl hij wist dat deze in strijd waren met de waarheid.
Gelet op het voorgaande is niet voldaan aan de vereisten voor laster. De rechtbank zal de verdachte dan ook van vrijspreken van dit onderdeel.
3.5.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
l.
hij op
of omstreeks23 april 2021
. te Oegstgeest en/of in Nederland en/ofin Spanje,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in het openbaar, mondeling,
bij geschrift en/of bij afbeeldingtot enig strafbaar feit
en/of gewelddadig optreden tegen het openbaar gezagheeft opgeruid, door op
het(openbaar toegankelijk
e)
kanaalYouTube
en/of Twitch en/of Rumble en/of twitter en/of bitchute, in elk geval op of via interneteen (live) video, te weten het zogenaamde ‘ [naam uitzending] ’ te plaatsen, waarin het volgende wordt gezegd:
“En laat er maar chaos ontstaan in Nederland. Er moet gewoon chaos komen, want het is alle reden om chaos te gaan maken en dingen kapot te gaan maken. Ja, want het is gewoon een duivels dilemma dat is gecreëerd door Jaap van Dissel . Overal waar deze man komt zie je duivelse dilemma's, in peuterspeelzalen, in een huis naast de peuterspeelzaal, in de basisschool. De rest van mijn leven, alles wordt beïnvloed. Die man is een duivels dilemma, dus wie geeft hem zijn welverdiende nekschot, die is een held. Dat is mijn afsluiting.”;
EN
hij op
of omstreeks23 april 2021
te Oegstgeest en/of in Nederland en/ofin Spanje J.T. van Dissel
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleenheeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, door die Van Dissel op
het(openbaar toegankelijk
e)
kanaalTwitch en/ofYouTube
en/of Rumble en/of twitter en/of bitchute, in elk geval op of via internet geplaatste (live) video, te weten het zogenaamde ‘ [naam uitzending] ’, dreigend de woorden toe te voegen:
“En laat er maar chaos ontstaan in Nederland. Er moet gewoon chaos komen, want het is alle reden om chaos te gaan maken en dingen kapot te gaan maken. Ja, want het is gewoon een duivels dilemma dat is gecreëerd door Jaap van Dissel . Overal waar deze man komt zie je duivelse dilemma's, in peuterspeelzalen, in een huis naast de peuterspeelzaal, in de basisschool. De rest van mijn leven, alles wordt beïnvloed. Die man is een duivels dilemma, dus wie geeft hem zijn welverdiende nekschot, die is een held. Dat is mijn afsluiting.”;
Althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking
2.
hij op
of omstreeks5 februari 2021
te 's-Gravenhage en/of in Nederland en/ofin Spanje,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,in het openbaar, mondeling,
bij geschrift en/of bij afbeelding, tot enig strafbaar feit en/of gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag heeft opgeruid, door
op de (openbaar toegankelijke) kanalen YouTube en/of Twitch en/of Rumble en/of een (openbare) telegramgroep " [naam Telegramgroep] ", in elk geval op ofvia internet, één of meerdere (live) video's, te weten zogenaamde ‘ [naam uitzending] ’, te plaatsen, waarin het volgende wordt gezegd:
“mensen willen alleen maar horen dat hun huis een paar procent in waarde is gestegen. Dat er kinderen worden vermoord interesseert ze niet. Rutte is een satanische pedofiel en hoort bij de Cabal samen met Van Dissel en al die idioten. De regering is van de centen van ons pensioen vakantie aan het vieren. Dit zijn satanisten en vermoorden kinderen. Niet meer naar Rutte luisteren. We zouden hem eigenlijk moeten opjagen de zee in of waar dan ook. Mensen moeten wakker worden.”;
3.
hij in
of omstreeksde periode van 5 februari 2021 tot en met 31 mei 2021
te 's-Gravenhage en/of in Nederland en/ofin Spanje tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, (meermalen) de Minister-president, Mark Rutte, (telkens) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, door die Rutte op of via internet geplaatste (live) video's, te weten de zogenaamde ‘ [naam uitzending] ’, dreigend de woorden toe te voegen:
- op 5 februari 2021 “mensen willen alleen maar horen dat hun huis een paar procent in waarde is gestegen. Dat er kinderen worden vermoord interesseert ze niet. Rutte is een satanische pedofiel en hoort bij de Cabal samen met Van Dissel en al die idioten. De regering is van de centen van ons pensioen vakantie aan het vieren. Dit zijn satanisten en vermoorden kinderen. Niet meer naar Rutte luisteren. We zouden hem eigenlijk moeten opjagen de zee in of waar dan ook. Mensen moeten wakker worden”;
- op 7 februari 2021 “Als buitenlandse mogendheden daarbij betrokken zijn, dan wens ik jullie veel succes Rutte, dan worden jullie echt gearresteerd en geëxecuteerd voor hoogverraad. Want je mag nooit tegen Amerika en met verkiezingen bemoeien en dan nog met je poten aan kinderen zitten en offeren. Jullie zijn te ver gegaan. De hele wereld weet hoe ziek jullie zijn. Jullie dagen zijn geteld.”;
- op 31 mei 2021 als antwoord op de vraag van [medeverdachte 1] wat hij, verdachte vindt van het feit dat Rutte zich laat vaccineren, “Het maakt niet meer uit wat hij in zich laat spuiten, want hij wordt toch geëxecuteerd binnen nu en een korte tijd, dus het maakt voor hem niet meer uit wat die zich in laat spuiten, al die cabal leden, die staan allemaal in de picture nu.”;
Althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
4.
hij op
of omstreeks11 mei 2021
te 's-Gravenhage en/of in Nederland en/ofin Spanje
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een
geschrift en/ofafbeelding, waarin tot enig strafbaar feit
en/of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezagwordt opgeruid heeft verspreid,
openlijk tentoongesteld en/of aangeslagen, terwijl hij wist
of ernstige reden had om te vermoedendat in
het geschrift en/ofdeafbeelding zodanige opruiing voorkomt, immers heeft verdachte op een (openbaar toegankelijke) Telegram groep genaamd [naam Telegramgroep] ’
in elk geval op of via internet, een video geplaatst
en/of gedeeld waarin het volgende te zien is:
- de personen Klaus Schwab en/
ofHugo de Jonge en/
ofMark Rutte en/
ofDiederik Gommers en/
ofJaap van Dissel zijn gekleed in een oranje overall en een kaalgeschoren hoofd;
- deze personen hebben een strop om hun nek;
of
- deze personen krijgen vervolgens een zak over hun hoofd;
of
- deze personen worden opgehangen;
of
- aan het eind van de video verschijnt een blauw beeld met een balk waarin de tekst staat: “eindelijk hun verdiende straf..!!”;
of
- onder de video een tekst: “van harte gefeliciteerd, Joost en familie! Dit toekomstige cadeau is voor jouw..!”;
EN
hij, op
of omstreeks11 mei 2021
te 's-Gravenhage en/of in Nederland en/ofin Spanje
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, de Minister-president, Mark Rutte en/
ofde Minister van Volksgezondheid, Hugo de Jonge en/
ofJaap van Dissel heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, door op een (openbaar toegankelijke) Telegram groep genaamd [naam Telegramgroep] ’
in elk geval op of via internet, een video te plaatsen waarin het volgende te zien is:
- de personen Klaus Schwab en/of Hugo de Jonge en/of Mark Rutte en/of Diederik Gommers en/of Jaap van Dissel zijn gekleed in een oranje overall en een kaalgeschoren hoofd;
- deze personen hebben een strop om hun nek;
of
- deze personen krijgen vervolgens een zak over hun hoofd;
of
- deze personen worden opgehangen;
of
- aan het eind van de video verschijnt een blauw beeld met een balk waarin de tekst staat: “eindelijk hun verdiende straf..!!”; en/
of
- onder de video een tekst: “van harte gefeliciteerd, Joost en familie! Dit toekomstige cadeau is voor jouw..!”.
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
5.
hij in
of omstreeksde periode van 7 november 2020 tot en met
11 mei 202128 april 2021t
e Oegstgeest en/of te Bodegraven en/of in Nederland en/ofin Spanje
, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (meermalen) opzettelijk, (telkens) door middel van
verspreiding van (een) geschrift(en) en/of doorhet openlijk tentoonstellen van een of meerdere
geschriften en/ofafbeeldingen, de eer en/
ofde goede naam van J.T. van Dissel en/
of[huisarts] heeft aangerand door telastlegging van
een of meerbepaalde feiten, met het kennelijk doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft verdachte en/
ofzijn mededader(s) met voormeld doel:
- in de periode van 7 november 2020 tot en met 30 november 2020 op
(openba(a)r(e) toegankelijke) kana(a)Ken) bitchute en/of rumble en/ofde website ‘ [naam website] ’,
in elk geval op of via
internet, video's, geplaatst genaamd ‘ [naam serie] ’ waarin de volgende tekst is te horen:
“Ik [verdachte] , doe aangifte van satanisch kindermisbruik, kindermishandeling en het gedwongen moeten kijken naar kindermoorden en het gedwongen moeten ondergaan van geestelijke mishandeling, lichamelijke mishandeling, marteling en MK Ultra hersenspoeling. Dit is gebeurd door mijn huisarts, tevens vriend van mijn moeder. [huisarts] , zijn compaan Jaap Tamino van Dissel en directrice Ans Reeuwwijk van Casa Bambini Speel en Werkhoeve.”“ [huisarts] neemt mij mee naar (naam adres) te Bodegraven. Ik ben gedrogeerd. Ik voel het in de auto. We rijden een kort stukje. Twee keer slaan we rechts af. Daar gebeuren walgelijke dingen, ik werd rondgeslingerd
en misbruikt door meerdere personen en gemarteld met stroom. Ik word gedrogeerd teruggebracht naar de Boesemsingel praktijk van dokter [huisarts] dat gaat jaren zo vanaf dat ik 2/3 jaar ben schat ik.” “Opeens kijkt Jaap van Dissel mij aan en zegt: “Naar boven jij'”. Ik zeg, “Dat wil ik niet!”. Hij trekt me aan mijn haren mee naar boven en wurgt mij, verkracht mij en brengt mij in comateuze toestand weer naar beneden, dragend in zijn armen.” “Daar werd door Jaap van Dissel voor de ogen van mij. Marcel van Spengen, Robert Jan
Blauwhofen Dimar Francken een meisje een meisje de nek gebroken naar links, door Jaap van Dissel . Jaap van Dissel werd geïnstrueerd door Dr. [huisarts] . Ik ben ook getuige geweest van een kindermoord op locatie (naam adres) te Bodegraven. Dit was een jongen. Dader is Jaap van Dissel . Deze jongen werd van boven tot onder levend opengesneden en er werd iets it hem gehaald. Aanwezig was daarbij Dhr. [huisarts] .”;
- op 3 februari 2021 op een (openbaar toegankelijk) kanaal, Youtube,
in elk geval op of via interneteen (live) video, te weten het zogenaamde “ [naam uitzending] ” geplaatst waarin het volgende is te horen: “Iedereen kent wel iemand die misbruikt is: het pedofielenvirus van Van Dissel is een groot virus waar heel veel mensen aan doodgaan, is veel erger dan Corona, Covid en griep bij elkaar.”;
- op 25 februari 2021 op een (openbaar toegankelijke) kanaal, te weten revolutionaironline.com’
in elk geval op of via interneteen (live) video geplaatst waarin het volgende is te horen: “Op deze mooie plek, ben ik er achter gekomen hoe verrot en satanisch de eerste jaren van mijn leven zijn verlopen. Jaap van Dissel , [huisarts] kinderen vermoorden voor mijn ogen. Mijn vrienden zijn nu
uitgemoord. Aangifte onmogelijk. Burgermeester Van de Kamp, die re geert niet eens op mij. Ja, je dondert al die mooie bloemen gewoon in de prullenbak. Ja, dus deze bloemen die zijn voor de kinderen die voor mijn ogen vermoord zijn door Jaap van Dissel , [huisarts] . De grootste doofpot van Nederland mensen. Bodegraven is de sleutel naar de bevrijding. De Cabal moordenaars moeten opgesloten worden. Deze bloemen gaan niet de prullenbak in, maar die gaan het water in, ter nagedachtenis aan al mijn vrienden, [naam vrienden] . Maar vooral voor de vermoorde kinderen. Rust in peace”;
- Op 28 april 2021
op een (openbaar toegankelijk) kanaal, bitchute, in elk geval op ofvia internet, een (live) video, te weten het zogenaamde “ [naam uitzending] ” geplaatst waarin het volgende is te horen:
“Dat is hetzelfde als Marc Dutroux nu komt die zegt hé, ik heb een spuit voor je, die is goed voor je. Dan rent heel Nederland gelijk weg. Zo voel ik me, hij is niet meer of minder dan Marc Dutroux, hij is gewoon een kindermoordenaar. Hun gaan zeggen, dat is goed voor je. Voor mij is het heel simpel, vanaf dag 1 dat ik hem herkend had, wist ik al dat heel de corona pedomie nep was. Er zit gewoon een kindermoordenaar te vertellen dat er iets aan de hand is. Ik heb het wereldkundig gemaakt, het is al langer dan een jaar geleden he mensen, bewijsbaar. Op het moment dat iedereen dacht er is iets aan de hand, een virus, toen had ik deze gestoord psychopaat herkend, dat het een kindermoordenaar die dus kinderen vermoord in Bodegraven. Ik heb heel veel mensen aangeschreven.”.
terwijl verdachte wist dat dit/deze tenlastegelegde feit(en) in strijd met de waarheid was/waren.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

4.1
Met betrekking tot de bewezen verklaarde smaad heeft de verdediging een beroep gedaan op de exceptie van artikel 261 lid 3 Sr. Aangevoerd is dat het de werkelijkheid van de verdachte is dat hij in het verleden slachtoffer is geweest van ritueel satanisch pedoseksueel kindermisbruik en dat aangevers deze daden hebben gepleegd. De verdachte heeft hiervan aangifte gedaan, maar dat heeft niet geleid tot een strafrechtelijk onderzoek of vervolging. Hij achtte het daarom in het algemeen belang om de gewraakte uitlatingen jegens aangevers te doen zodat één en ander alsnog door de politie zou worden onderzocht en de daders alsnog zouden worden aangepakt. De rechtbank begrijpt hieruit dat de verdachte met zijn uitlatingen beoogde het algemeen belang te dienen.
4.2
Op zichzelf is het de rechtbank duidelijk dat de verdachte volstrekt overtuigd is van het waarheidsgehalte van zijn hervonden herinneringen. In het dossier kan echter nog geen begin van objectief bewijs gevonden worden dat alle gruwelijkheden die hij zich herinnert ook daadwerkelijk hebben plaatsgevonden.
4.3
Zoals al is overwogen is door het PBC geconcludeerd dat bij de verdachte sprake was van paranoïde waandenken. De rechtbank gaat er van uit dat de verdachte vanuit dit waandenken ervan overtuigd was dat het doen stoppen van de vermeende daders in het algemeen belang was. Hij heeft er echter voor gekozen om gedurende een groot aantal maanden een stroom van ernstige en concrete beschuldigingen jegens aangevers te uiten in (live) video’s op voor een ieder vrij te raadplegen websites, met een in potentie groot bereik. Met het op deze manier naar buiten brengen van zijn overtuiging diende hij niet het algemeen belang. Als er al een redelijk doel werd gediend, dan had de verdachte dat op een veel minder verstrekkende wijze kunnen doen.
De verdachte heeft aangevoerd dat hij zich daartoe ook genoodzaakt voelde, omdat zijn aangifte niet tot het gewenste resultaat had geleid. Dit is echter strijdig met de feitelijke gang van zaken. Immers, op 6 november 2020 heeft de verdachte tegen zowel de huisarts als Van Dissel aangifte gedaan. Pas op 4 maart 2021 heeft de officier van justitie bericht dat naar aanleiding van zijn aangifte geen nader onderzoek gedaan zou worden. Tegen die beslissing heeft de verdachte in juni 2021 een beklagprocedure bij het Gerechtshof gestart. Uiteindelijk is de klacht op 1 september 2021 ongegrond verklaard. Echter vanaf 24 augustus 2020 heeft de verdachte de publiciteit gezocht met deze ernstige beschuldigingen aan het adres van aangevers en hen in een veelheid van berichten weggezet als rituele satanische kindermisbruikers en kindermoordenaars. De rechtbank verwerpt daarom dit verweer. In feite is de verdachte eigen rechter gaan spelen, zonder dat de waarborgen die daarbij horen in onze rechtstaat in acht zijn genomen.
4.4
Uit het voorgaande volgt dat het bewezen verklaarde volgens de wet strafbaar is, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 592 dagen, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 270 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een drugsverbod, een ambulante behandeling, een contactverbod, een gebiedsverbod en overige bijzondere voorwaarden het gedrag betreffende. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat een geldboete wordt opgelegd van € 514,00, subsidiair 10 dagen hechtenis. De officier van justitie heeft gevorderd om het contactverbod en gebiedsverbod ook op te leggen op grond van artikel 38v Sr. De officier van justitie heeft gevorderd om zowel de bijzondere voorwaarden, als de 38v Sr maatregel, dadelijk uitvoerbaar te verklaren. Tot slot heeft de officier van justitie gevorderd om de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38z Sr op te leggen.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om een lagere gevangenisstraf op te leggen dan door de officier van justitie is gevorderd en om geen geldboete op te leggen.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf en maatregel is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De ernst van de feiten
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan opruiing, verspreiding ter opruiing, bedreiging en smaad. Deze feiten zijn gepleegd tijdens video-uitzendingen op de website [naam website] , en in het [naam uitzending] , waar de verdachte een van de presentatoren was. Via deze uitzendingen wilde de verdachte aandacht vragen voor ritueel satanisch pedoseksueel misbruik, waar hij naar eigen zeggen slachtoffer van is geweest. Dat daarvan daadwerkelijk sprake is geweest heeft de rechtbank in het geheel niet kunnen vaststellen. De verdachte heeft aangevers gedurende een groot aantal maanden aangewezen als daders van dat ritueel satanisch pedoseksueel misbruik en opgeroepen tot actie jegens hen. Met name Van Dissel moest het daarbij ontgelden. In de eerste helft van 2021 heeft de verdachte samen met de medeverdachten bijna dagelijks opgeruid tot geweld tegen hem en hem bedreigd. Van Dissel is door de coronacrisis als directeur van het RIVM en voorzitter van het OMT, zijns ondanks, een publiek figuur geworden die door de verdachte niet zozeer in die functie maar juist als privé persoon in een smadelijk daglicht is gezet. Enig weerwoord is daarbij niet mogelijk want iets wat niet gebeurd is, kun je niet bewijzen. Daarmee heeft de verdachte met de medeverdachten een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van Van Dissel en zijn gevoelens van veiligheid. Hij kan zich niet meer vrij in de publieke ruimte bewegen en moet accepteren dat hij continu beveiligd wordt.
Ook de huisarts heeft zich deze beschuldigingen met grote regelmaat moeten laten welgevallen. Hij werd aangewezen als degene die de verdachte steeds meenam, drogeerde, seksueel misbruikte, aan Van Dissel overdroeg en ook aan Van Dissel de opdracht gaf om een meisje te vermoorden. Het is een uitermate kwalijke stemmingmakerij waarbij enig weerwoord niet mogelijk is, want elke reactie is koren op de molen van de verdachte en de medeverdachten. De huisarts werd geconfronteerd met mensen die langs zijn huis reden en foto’s maakten. Hij kreeg brieven met de aantijging dat hij bloed aan zijn handen had. Er werden bloemen in zijn tuin en die van zijn buren gelegd met beschuldigende teksten. Hij en zijn familie voelden zich daardoor niet meer veilig in hun eigen omgeving. De verdachte heeft daarmee het leven van de huisarts en zijn familie ingrijpend geraakt en veranderd.
Daarnaast heeft de verdachte minister-president Mark Rutte tijdens de uitzendingen meermalen bedreigd en opgeruid tot geweld tegen hem. Als leider van Nederland had hij volgens de verdachte ook schuld aan het ritueel satanisch pedoseksueel misbruik dat in Nederland volgens de verdachte plaatsvindt. Daarmee is ook een inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van Rutte.
Het strafblad van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 19 april 2022. Hieruit volgt dat de verdachte de afgelopen jaren niet voor soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld.
De persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het rapport van het PBC, opgesteld door [psychiater] , en [klinisch psycholoog] , uitgebracht op 31 mei 2022. De deskundigen hebben vastgesteld dat bij de verdachte sprake is van paranoïde waandenken. Deze waanstoornis was aanwezig in de aanloop tot en ten tijde van de ten laste gelegde feiten. De deskundigen adviseren om de ten laste gelegde smaad in sterk verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen, omdat de waanstoornis centraal staat in het denken van de verdachte en de stoornis in sterke mate heeft doorgewerkt in de ten laste gelegde smaad. De deskundigen adviseren om de ten laste gelegde opruiing en bedreiging in verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen. De waanstoornis heeft naar het oordeel van de deskundigen niet zo’n sterke invloed op de agressieve uitlatingen van de verdachte en is hiermee niet onlosmakelijk verbonden. Verder is niet gebleken van een separaat impuls- en/of agressieregulatieprobleem bij de verdachte. De verdachte heeft dus controle over zijn agressie en hij had zich dus ook op een minder agressieve manier kunnen uiten, aldus de deskundigen. Met betrekking tot het recidiverisico overwegen de deskundigen het volgende. Gegeven de vanuit de paranoïde waanstoornis voortvloeiende - en dus per definitie onwrikbare - denkbeelden die de verdachte heeft over de door hem met naam en toenaam genoemde vermeende aanstichters van het satanisch ritueel misbruik, valt niet te verwachten dat hij hierover op korte of middellange termijn anders gaat denken. Redenerend vanuit de zeer sterke doorwerking van de waanstoornis van de verdachte in de ten laste gelegde smaad kan dus worden aangenomen dat hij, wanneer hij weer deelneemt aan een internetpodium over satanisch ritueel kindermisbruik - binnen het kader van zijn waanstoornis - zal worden getriggerd hierover weer smadelijke uitlatingen te doen. Uitgaande van een verminderd toerekenen inzake de ten laste gelegde opruiing en bedreiging, kan vanuit gedragskundig oogpunt worden gesteld dat vanuit de stoornis van de verdachte een verhoogde kans op recidive op aan het ten laste gelegde vergelijkbare feiten aanwezig is. Escalatiegevaar valt echter niet te onderbouwen. Het geheel van klinische inschatting in combinatie met de risicotaxatie-instrumenten overziend menen de deskundigen dat de kans op recidive van de ten laste gelegde opruiing en bedreiging op de lange termijn matigverhoogd tot hoog is. De deskundigen adviseren een behandeling en begeleiding in het kader van bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijk strafdeel. De deskundigen achten een TBS-kader niet noodzakelijk. De verdachte toont serieuze bereidheid om mee te werken aan afspraken met betrekking tot een behandeling teneinde recidive te voorkomen. De deskundigen adviseren dat wordt gestart in een forensische poliklinische instelling. Het doel van de therapie is het opbouwen van een bestendig steunend-structurerend contact waarin de verdachte over zijn gedachten en gevoelens kan spreken, met als doel te komen tot een prosociale gedragsregulatie, waaronder het zich onthouden van het doen van smadelijke, opruiende of bedreigende uitspraken op sociale media.
Nu de conclusies en adviezen van de psychiater en psycholoog gedragen worden door hun bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, maakt de rechtbank die conclusies tot de hare en legt de rechtbank die conclusies en adviezen mede aan haar oordeel over de toerekeningsvatbaarheid en straftoemeting ten grondslag.
De rechtbank heeft daarnaast kennisgenomen van een reclasseringsadvies over de verdachte van 8 juni 2022 en een aanvullend reclasseringsadvies van 14 juni 2022. De reclassering acht de kans op soortgelijke delicten aannemelijk wanneer de inzet van adequate ambulante behandeling voor zijn waanstoornis en begeleiding in de toekomst ontbreekt. De reclassering adviseert om aan de verdachte een deels voorwaardelijke straf op te leggen, met daarbij als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een ambulante behandeling, een drugsverbod, een contactverbod, en een verbod om zich in de media of via social media uit te laten in bedreigende, lasterlijke en/of smadelijke zin, dan wel over zijn veroordeling of het verhaal dat daaraan ten grondslag heeft gelegen. Dit laatste omdat de reclassering het belangrijk vindt dat de verdachte zo anoniem mogelijk gaat werken aan zijn resocialisatie. Daarnaast adviseert de reclassering om een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen.
De straf
De rechtbank acht, alles overwegende en gelet op wat in vergelijkbare gevallen doorgaans wordt opgelegd, een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden. Bij de bepaling van de duur slaat de rechtbank allereerst acht op de lange periode waarbinnen de verdachte deze feiten heeft gepleegd en de impact van de feiten op het leven van aangevers en hun families. Ook houdt de rechtbank rekening met de (deels sterk) verminderde toerekenbaarheid. Alles tegen elkaar afwegend is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, passend en geboden is. Aan het voorwaardelijke strafdeel verbindt de rechtbank als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een drugsverbod, een ambulante behandeling, een aantal contactverboden en locatieverboden en een verbod om zich uit te laten over ritueel satanisch pedoseksueel misbruik. Dit om de verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst opnieuw aan strafbare feiten schuldig te maken.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.
De gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38z Sr
De rechtbank ziet geen aanleiding om een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen, zoals door de reclassering is geadviseerd en door de officier van justitie is gevorderd. Zoals blijkt uit het artikel en de toelichting daarop, is deze maatregel bedoeld voor personen die worden veroordeeld voor TBS-waardige delicten, een ernstig geweldsdelict of een zedendelict. Hiervan is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake.
De vrijheidsbenemende maatregel ex artikel 38v Sr
De rechtbank ziet, ter beveiliging van de aangevers, wel aanleiding om op grond van artikel 38v Sr een vrijheidsbeperkende maatregel aan de verdachte op te leggen, inhoudende een contactverbod met de medeverdachten ( [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ), minister-president M. Rutte, [huisarts] (en diens familie) en J.T. van Dissel (en diens familie) en een verbod om zich in de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Woerden en Oegstgeest te begeven, voor de duur van drie jaren. Voor iedere keer dat de verdachte deze maatregel overtreedt, zal vervangende hechtenis worden toegepast voor de duur van 3 weken, met een maximum van 6 maanden.
De dadelijke uitvoerbaarheid van deze maatregel
De rechtbank overweegt dat de maatregel van artikel 38v Sr, als dadelijk uitvoerbaar wordt verklaard, nu er - gelet op de aard en de ernst van de feiten en de persoon van de verdachte - ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit pleegt of zich belastend gedraagt jegens de aangevers.
De dadelijke uitvoerbaarheid bijzondere voorwaarden
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf dat gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van meerdere personen, te weten opruiing. Gelet op de waanstoornis die bij de verdachte is vastgesteld en het door de reclassering als gemiddeld ingeschatte recidiverisico, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal de rechtbank bevelen dat de hierna op grond van art. 14c Sr te stellen voorwaarden en het op grond van art. 14c Sr uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn.
De geldboete
Tot slot wordt de vordering van de officier van justitie om het geldbedrag dat onder de verdachte conservatoir in beslag is genomen, als geldboete aan hem op te leggen, afgewezen. Naar het oordeel van de rechtbank zou daarmee dat beslag op oneigenlijke wijze worden afgewikkeld.

7.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen: 14a, 14b, 14c, 38v, 38w, 47, 55, 131, 132, 261 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

8.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:eendaadse samenloop van:
in het openbaar, mondeling tot enig strafbaar feit opruien;
en
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
ten aanzien van feit 2:in het openbaar, mondeling tot enig strafbaar feit opruien;
ten aanzien van feit 3:medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 4:eendaadse samenloop van:
een afbeelding waarin tot enig strafbaar feit wordt opgeruid, verspreiden,
terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat in de afbeelding zodanige opruiing voorkomt
en
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 5:smaad, meermalen gepleegd;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (VIJFTIEN) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot
4 (VIER) MAANDEN, niet zal worden tenuitvoergelegdonder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op drie jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
1. zich de dag nadat hij vrijkomt vanuit detentie meldt bij de Reclassering Nederland, Bezuidenhoutseweg 179, te Den Haag op door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zolang deze de reclassering dat noodzakelijk acht;
2. gedurende de proeftijd op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal (laten) opnemen, zoeken of hebben met de medeverdachten ( [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ), minister-president M. Rutte, [huisarts] (en diens familie) en J.T. van Dissel (en diens familie), zo lang het Openbaar Ministerie dit noodzakelijk acht;
3. zich gedurende de proeftijd niet bevindt in de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Woerden en Oegstgeest, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
4. zich gedurende de proeftijd op welke wijze dan ook:
- onthoudt van het zich op welke wijze dan ook al dan niet digitaal uitlaten over de aangevers en diens families;
- onthoudt van het zich op op welke wijze dan ook al dan niet digitaal uitlaten over wat hem naar zijn zeggen is overkomen met betrekking tot ritueel satanisch pedoseksueel misbruik;
- onthoudt van het online deelnemen aan chatgroepen die gericht zijn op ritueel satanisch pedoseksueel misbruik;
5. zich gedurende de proeftijd onthoudt van het gebruik van cannabis en zich verplicht ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan urineonderzoek;
6. zich laat behandelen door de forensische polikliniek van Fivoor (Rotterdam) of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling zal zich onder andere richten op het opbouwen van een bestendig steunend-structurerend contact waarin de verdachte over zijn gedachten en gevoelens kan spreken, met als doel te komen tot een prosociale gedragsregulatie. In overleg met de zorgverlener kunnen daarnaast andere noodzakelijk geachte behandeldoelen worden vastgesteld. De behandeling start in overleg met de reclassering en Fivoor, maar zo spoedig mogelijk (eventuele opstart tijdens detentie) na het ingaan van de proeftijd. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden. Het toezicht op de onder 4 vermelde voorwaarde kan onder andere bestaan uit controles van geautomatiseerde werken en digitale gegevensdragers; de verdachte werkt daaraan mee tijdens een huisbezoek; deze controles mogen gedurende de proeftijd van 3 jaren maximaal 6 keer worden uitgevoerd. Ten behoeve van deze controle mag een deskundige (niet zijnde een opsporingsambtenaar) de reclassering (technische) ondersteuning bieden.
voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen.
dadelijke uitvoerbaarheid algemene en bijzondere voorwaarden en reclasseringstoezicht
beveelt dat bovengenoemde bijzondere voorwaarden en het - op grond van artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht - uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
38v maatregel
legt op de maatregel dat de veroordeelde voor de duur van 3 jaren op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met de medeverdachten ( [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Rutte [huisarts] (en diens familie) en J.T. van Dissel (en diens familie) en een verbod om zich in de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Woerden en Oegstgeest te begeven;
bepaalt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 3 weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van 6 maanden;
toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op;
omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde opnieuw een strafbaar feit zal plegen of zich belastend zal gedragen jegens een bepaalde persoon, beveelt de rechtbank, gelet op artikel 38v, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
voorlopige hechtenis
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan die van het onvoorwaardelijk gedeelte van de opgelegde gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door
mr. E.A.G.M. van Rens, voorzitter,
mr. J.L.E. Bakels, rechter,
mr. H.H.J. Zevenhuijzen, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. L.M. Otter, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 30 juni 2022.