ECLI:NL:RBDHA:2022:6129
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep asielaanvraag wegens gebrek aan procesbelang
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 juni 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. P.L.M. Stieger, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die haar asielaanvraag in de verlengde procedure had ingewilligd. De rechtbank heeft het beroep behandeld en onmiddellijk uitspraak gedaan na de zitting. De rechtbank oordeelde dat eiseres geen procesbelang had bij haar beroep, omdat haar al een verblijfsvergunning was verleend. De vergunning was onvoorwaardelijk verleend en geldig tot 18 mei 2023. De rechtbank overwoog dat, hoewel er mogelijk een herbeoordeling van de aanspraken op een asielvergunning kan plaatsvinden na afloop van het besluit- en vertrekmoratorium, dit niet betekent dat er sprake is van een inwilliging onder voorbehoud. Eiseres kon derhalve geen procesbelang ontlenen aan haar beroep, aangezien er al een asielvergunning was verleend. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en wees een proceskostenveroordeling af. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen vier weken na bekendmaking.