ECLI:NL:RBDHA:2022:595
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om correctie van salarisnummer van een militair met terugwerkende kracht
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 2 februari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een militair, eiser, en de Commandant Landstrijdkrachten, verweerder. Eiser verzocht om correctie van zijn salarisnummer met terugwerkende kracht vanaf zijn aanstelling op 8 februari 2010. De rechtbank oordeelde dat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn die een wijziging van het salarisnummer rechtvaardigen. Eiser was aangesteld als Officier Arts/Algemeen militair arts en ontving het salaris van een kapitein met salarisnummer 13, terwijl volgens de Nota 2003 salarisnummer 15 toegekend had moeten worden. Eiser stelde dat hij pas in oktober 2020 op de hoogte was geraakt van de Nota 2003 en dat dit een nieuw feit was. De rechtbank oordeelde echter dat het kennisnemen van de nota niet kan worden aangemerkt als een nieuw feit, aangezien deze nota beschikbaar was voor eiser via de gebruikelijke kanalen. De rechtbank concludeerde dat eiser voldoende tijd had om bezwaar te maken tegen het toegekende salarisnummer en dat de weigering van verweerder om het salarisnummer met terugwerkende kracht te corrigeren niet evident onredelijk was. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.