-
de strakke ononderbroken lijn van (het frame van) de rugleuning naar (het frame van) het zitvlak, met een knik/hoek in de overgang van het frame van de rugleuning naar het frame van het zitvlak, waarbij de rugleuning ten opzichte van het zitvlak enigszins naar achter helt;
- de rugleuning en het zitvlak die twee even grote, rechte vlakken (zonder enige buiging/kromming) vormen;
- de achterpoten die losgekoppeld zijn van (het frame van) de rugleuning en daarvoor in de plaats bevestigd zijn aan de zijkant van (het frame van) het zitvlak, waarbij de bovenzijde van de achterpoten gelijk loopt met (de bovenzijde van) het frame van het zitvlak en de hoek van de achterpoot verschilt ten opzichte van het frame;
-
de haakse plaatsing van de achterpoten en de rug ten opzichte van elkaar (indien deze op dezelfde hoogte geplaatst zouden zijn, zouden ze een halve X vormen);
- de voorpoten die op gelijke hoogte met het zitvlak met een elleboog (haaks geplaatst verbindingsstuk) zijn vastgemaakt aan het frame van het zitvlak;
- de achterpoten die vanwege de kortere verbinding met de zijkant van het frame van het zitvlak van de voorzijde bezien binnen de voorpoten vallen;
-
het zitgedeelte (zitvlak en rugleuning) dat als het ware losgekoppeld is van de poten waardoor het zitgedeelte op een zitschaal lijkt die omhoog gehouden wordt door de poten en de armleuning;
- de strakke lijn van de voorpoten en de armleuning, met een hoek
van nagenoeg 90 graden, terwijl deze hoek niet meteen opvalt doordat de
voorpoten schuin naar voren staan;
- de armleggers uitgevoerd in teakhout, waarbij de armlegger op de
voorpoot rust en de armleuning met een haakse elleboog vastgemaakt is aan (het frame van) de rugleuning; en
- de voor- en achterpoten die, teruggeplaatst ten opzichte van de uiteinden van (het frame van) het zitvlak, aan (het frame van) dat zitvlak zijn verbonden, waardoor zowel aan de voorkant als aan de achterkant een deel van (het frame van) het zitvlak voor/achter die poten uitsteekt.