ECLI:NL:RBDHA:2022:5633
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van aanvragen voor machtiging tot voorlopig verblijf op basis van niet-duurzame relatie
In deze zaak hebben eiseressen, beiden van Surinaamse nationaliteit, een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in Nederland. Eiseres 1 wenst te verblijven bij haar gestelde partner, terwijl eiseres 2, de dochter van eiseres 1, verblijf vraagt bij haar moeder. De aanvragen zijn door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen, omdat niet is aangetoond dat er sprake is van een duurzame en exclusieve relatie tussen eiseres 1 en haar partner. De rechtbank heeft de beroepen van eiseressen ongegrond verklaard, omdat de rechtbank van oordeel is dat eiseres 1 niet heeft aangetoond dat de relatie met haar partner duurzaam is. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres 1 en haar partner slechts twee à drie weken fysiek bij elkaar zijn geweest sinds het begin van hun relatie, en dat de overgelegde bewijsstukken onvoldoende zijn om de duurzaamheid van de relatie aan te tonen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de staatssecretaris terecht heeft afgezien van het horen van eiseressen in de bezwaarfase, omdat er geen twijfel mogelijk was over de ongegrondheid van het bezwaar. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht.