ECLI:NL:RBDHA:2022:5567
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tijdelijke tewerkstelling van een militair ambtenaar en de beoordeling van functioneren
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een majoor, eiser, en de staatssecretaris van Defensie, verweerder. Eiser was werkzaam als leidinggevende binnen het Opleidings- en Trainingscentrum Genie, maar kreeg een tijdelijke tewerkstelling opgelegd vanwege onvoldoende functioneren als leidinggevende. Dit besluit volgde op een functioneringsgesprek waarin werd vastgesteld dat eiser niet voldeed aan de verwachtingen. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar de staatssecretaris handhaafde de tijdelijke tewerkstelling. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 30 maart 2022, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van verweerder en luitenant-kolonel [A] aanwezig waren.
De rechtbank heeft overwogen dat de documentatie van de functioneringsgesprekken voldoende bewijs biedt voor de conclusie dat eiser niet in staat was een sociaal veilige werksfeer te creëren. Ondanks meerdere gesprekken en signalen van onvrede binnen het team, heeft eiser onvoldoende verbetering laten zien. De rechtbank oordeelt dat verweerder de tijdelijke tewerkstelling terecht heeft opgelegd, waarbij het belang van Defensie zwaarder weegt dan het belang van eiser bij het voortzetten van zijn oorspronkelijke werkzaamheden. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.