ECLI:NL:RBDHA:2022:5567

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 juni 2022
Publicatiedatum
9 juni 2022
Zaaknummer
AWB - 21 _ 5681
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tijdelijke tewerkstelling van een militair ambtenaar en de beoordeling van functioneren

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een majoor, eiser, en de staatssecretaris van Defensie, verweerder. Eiser was werkzaam als leidinggevende binnen het Opleidings- en Trainingscentrum Genie, maar kreeg een tijdelijke tewerkstelling opgelegd vanwege onvoldoende functioneren als leidinggevende. Dit besluit volgde op een functioneringsgesprek waarin werd vastgesteld dat eiser niet voldeed aan de verwachtingen. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar de staatssecretaris handhaafde de tijdelijke tewerkstelling. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 30 maart 2022, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van verweerder en luitenant-kolonel [A] aanwezig waren.

De rechtbank heeft overwogen dat de documentatie van de functioneringsgesprekken voldoende bewijs biedt voor de conclusie dat eiser niet in staat was een sociaal veilige werksfeer te creëren. Ondanks meerdere gesprekken en signalen van onvrede binnen het team, heeft eiser onvoldoende verbetering laten zien. De rechtbank oordeelt dat verweerder de tijdelijke tewerkstelling terecht heeft opgelegd, waarbij het belang van Defensie zwaarder weegt dan het belang van eiser bij het voortzetten van zijn oorspronkelijke werkzaamheden. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 21/5681

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 juni 2022 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. F.K.H. van Oostveen),
en

de staatssecretaris van Defensie, verweerder

(gemachtigde: mr. P.M. van der Weijden).

Procesverloop

Bij besluit van 8 maart 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder aan eiser een tijdelijke tewerkstelling opgelegd.
Bij besluit van 22 juli 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De zaak is op 30 maart 2022 op zitting behandeld via een beeldverbinding. Daaraan hebben eiser, zijn gemachtigde en de gemachtigde van verweerder deelgenomen. Aan de zijde van verweerder heeft ook luitenant-kolonel [A] aan de zitting deelgenomen.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Eiser is majoor en vervult sinds juni 2019 de functie van [functienaam] [1] van het Opleidings- en Trainingscentrum Genie. Tijdens zijn functioneringsgesprek van 15 november 2020 is naar voren gekomen dat eiser volgens verweerder onvoldoende functioneert als leidinggevende. In het functioneringsgesprek van 10 februari 2021 komt naar voren dat verweerder onvoldoende verbetering ziet ten aanzien van de leidinggevende aspecten van de functie.
2. Verweerder heeft eiser als gevolg daarvan een tijdelijke tewerkstelling opgelegd als projectleider binnen hetzelfde team met ingang van 1 maart tot 1 juni 2021. De leidinggevende taken zijn vanaf dat moment bij eiser weggehaald. Verweerder heeft dit in bezwaar gehandhaafd en gesteld dat eiser, gelet op de zorgen die er waren over een onveilige sociale omgeving, voldoende tijd heeft gekregen om te verbeteren. Eiser vervult inmiddels een nieuwe functie.
Relevante regelgeving.
3. In artikel 17 van het AMAR [2] is bepaald dat een functie voor drie jaar wordt toegewezen (tweede lid), maar dat de militair in het laatste jaar beschikbaar is voor functietoewijzing (vierde lid). Na ontheffing uit de functie volgt in beginsel functietoewijzing of bestemming voor een functieopleiding (vijfde lid).
Wat is het standpunt van partijen?
4. Eiser vindt anders dan verweerder niet dat hij onvoldoende functioneerde als leidinggevende. Dit blijkt niet uit de documenten. Bovendien ontbreekt een beoordeling. Een conceptbeoordeling is opgesteld na het primaire besluit, maar deze is niet vastgesteld en bovendien ook niet meer in het systeem terug te vinden. Verder wijst eiser erop dat er geen verbetertraject is geweest, dan wel nooit duidelijk is gemaakt dat het functioneren dusdanig onder de maat zou zijn dat een overplaatsing zou kunnen volgen. En als er al een verbetertraject liep, dan was dit te kort en te onduidelijk.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
5. Bij het gebruik van de bevoegdheid tot ontheffing uit een functie moeten het zorgvuldigheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel in acht worden genomen. [3] Hoewel er in dit geval geen sprake is van ontheffing uit de functie, maar alleen van het wegnemen van een deel van het takenpakket binnen de functie, neemt de rechtbank dit toetsingskader als uitgangspunt.
6. De rechtbank is van oordeel dat het functioneren van eiser in de verslagen van de functioneringsgesprekken van 15 november 2020 en 10 februari 2021 voldoende is gedocumenteerd. Verweerder heeft ter zitting verklaard dat de beoordeling van eiser niet officieel is vastgesteld, omdat de tweede beoordelaar voor de vaststelling van de beoordeling de dienst heeft verlaten. De omstandigheid dat het beoordelingsverslag niet is vastgesteld doet aan de betekenis van de andere verslagen niet af.
7. In het verslag van het functioneringsgesprek van 10 februari 2021 is opgenomen dat het NTC een belangrijke rol heeft in de (multi-dimensionale) gereedstelling van specialistische Defensie-eenheden en first responders uit het brede (inter)nationale veiligheidsdomein. Het gaat om een dynamische werkomgeving, waarbij met name de balans tussen klantwensen en uitvoerbare mogelijkheden een doorlopende afstemming onderling en met klanten vergt. Daarbij zijn er ook nog werkzaamheden in verband met de aanleg van het SimulatieTrainingsSysteem. In een dergelijk dynamische omgeving is team-spirit en sterk leiderschap essentieel en vertrouwen binnen het team cruciaal.
8. Uit het dossier komt naar voren dat er geen sociaal veilige werksfeer is en dat dit geregeld tot escalaties leidt binnen het team, maar ook tussen medewerkers en trainees. Dit zou ook zijn effecten hebben op de kwaliteit van de door het Nationaal Trainingscentrum (NTC) te leveren diensten en heeft bovendien geleid tot een klantenklacht.
In het verslag van het functionerings-introductiegesprek van 22 april 2020 is het probleem van de sociale veiligheid reeds aangekaart. Uit de verslagen komt verder naar voren dat dit probleem tijdens tweewekelijkse gesprekken tussen eiser en zijn commandant, luitenant kolonel [A] , een terugkerend onderwerp was, maar dat de commandant nog steeds signalen kreeg dat het niet goed ging binnen het team van eiser. Daarom is een formeler traject met functioneringsgesprekken gestart. Uit de verslagen van de functioneringsgesprekken blijkt dat eiser ondanks alle gesprekken onvoldoende in staat is gebleken om een sociaal veilige werksfeer te creëren. Gelet op de door verweerder geschetste kritische situatie, het gebrek aan verbetering en het belang van een goed functionerend NTC, heeft verweerder de leidinggevende taken bij eiser mogen weghalen en aan hem een tijdelijke tewerkstelling toegewezen.
9. Verweerder heeft daarbij een zwaarder gewicht mogen toekennen aan het belang van Defensie en het belang van een stabiele eenheid dan aan het belang van eiser bij het voorzetten van zijn oorspronkelijke werkzaamheden.
Conclusie.
10. Het beroep is ongegrond.
11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Kleijn, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Nobel, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 10 juni 2022.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.

Voetnoten

1.Nationaal Trainingscentrum, afdeling Chemisch, Biologisch, Radiologisch en Nucleair.
2.Algemeen militair ambtenarenreglement.
3.Uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (hierna: Raad) van 2 november 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:3853.