ECLI:NL:RBDHA:2022:5445

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 mei 2022
Publicatiedatum
8 juni 2022
Zaaknummer
09-857079-19
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor poging tot uitvoer van MDMA en voorhanden hebben van drugs

Op 30 mei 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van poging tot uitvoer van bijna 270 kg MDMA en het opzettelijk voorhanden hebben van deze drugs. De verdachte, geboren in 1952 te Bergschenhoek, was betrokken bij het organiseren van het transport van de drugs, die verstopt waren in een speciaal geprepareerde kist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in nauwe samenwerking met medeverdachten handelde en dat hij op de hoogte was van de drugshandel. De verdachte had de kisten besteld en het transport geregeld, wat leidde tot zijn aanhouding op 28 maart 2019, nadat de drugs op 1 maart 2019 waren ontdekt door de nieuwe eigenaren van de loods waar de kist was opgeslagen. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de drugshandel en dat hij zich bewust was van de risico's van zijn handelen. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 5 jaar op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/857079-19
Datum uitspraak: 30 mei 2022
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1952 te [geboorteplaats] ,
BRP-adres: [adres] te Bergschenhoek.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 11 juni 2019, 12 augustus 2019 (beide pro forma) en 16 mei 2022 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. B.A.C. Looijestijn en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. L. Tricoli naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging op de terechtzitting van 16 mei 2022 - ten laste gelegd dat:
1. (Poging) uitvoer van bijna 270 kg MDMA:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 januari 2019 tot en met 28 maart 2019 te Gouda, althans in Nederland, (ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om) tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet (te brengen) heeft gebracht, ongeveer 269.040 gram (605.040 pillen), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel, als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1 (welke pillen in een (speciaal daarvoor geprepareerde) kist waren verstopt en welke kist getransporteerd moest worden met als eindbestemming Penang (Maleisië), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid)
2.
hij in of omstreeks de periode van l februari 2019 tot en met l maart 2019 te Gouda, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 269.040 gram (605.040 pillen), in elk geval een (zeer grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde. Op specifieke standpunten wordt hierna, voor zover relevant, nader ingegaan.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft namens de verdachte integrale vrijspraak van het ten laste gelegde bepleit. Op specifieke standpunten wordt hierna, voor zover relevant, nader ingegaan.
3.3.
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft in de bijlage opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
3.4.
Bewijsoverwegingen
De rechtbank is van oordeel dat, op grond van de bewijsmiddelen zoals genoemd in de bijlage, wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten 1 en 2 heeft gepleegd. Zij overweegt daartoe als volgt.
Wetenschap
De eerste vraag die de rechtbank dient te beantwoorden bij de beoordeling van de tenlastelegging, is of de verdachte wetenschap had van de partij XTC en of hij wetenschap had van het doel om de partij XTC naar het buitenland te exporteren.
Uit het dossier volgt dat ten aanzien van de verdachte de navolgende momenten relevant zijn, die de rechtbank op chronologische volgorde uiteenzet. De verdachte heeft op 16 januari 2019 twee identieke kisten besteld bij [bedrijf] . De ene kist moest bij [bedrijf] blijven, worden gevuld met een aggregaat en naar Penang (Maleisië) worden gestuurd. De andere kist moest worden geleverd bij een loods aan de [adres 2] , te Gouda. De verdachte was eigenaar van deze loods. De verdachte had het pand vlak voor de levering verkocht, de sleuteloverdracht van de loods aan de [adres 2] vond plaats op 24 januari 2019. Toen was de loods leeg.
Op 1 februari 2019 heeft de verdachte met [medeverdachte] via de nieuwe eigenaar ( [naam 1] ) de sleutel van het pand opgehaald bij de sleutelmaker. Omdat de formele overdracht nog niet was geweest kregen zij deze sleutel om de laatste spullen op te halen.
Op diezelfde dat werd door [bedrijf] de lege kist bij de loods geleverd, de verdachte nam deze in ontvangst.
Op 6 februari 2019 werden er bij de [bedrijf1 1] , om de hoek van het pand aan de [adres 2] , spullen gekocht door [medeverdachte] en [medeverdachte1] . Uit de camerabeelden van die dag volgt dat de verdachte die dag ook tweemaal is opgehaald en thuisgebracht door [medeverdachte] en [verdachte1] en dat hij eerst na het moment van aankoop bij de [bedrijf1 1] thuis was gebracht. De verdachte heeft die dag ook het aggregaat gekocht voor een bedrag van € 3.500,-, contant betaald. Dit betrof het aggregaat dat moest worden verscheept naar Penang in de kist die bij [bedrijf] stond. Dit volgt ook uit de mailwisseling van 7 en 8 februari 2019 met medewerker [naam 2] bij [bedrijf] . In deze correspondentie valt het op dat de verdachte erop hamert welke manier en op welke dag de kist dient te worden verzonden. Ook wenste de verdachte een douanecontrole op de kist met het aggregaat. Tijdens meerdere mailwisselingen tussen de verdachte en [bedrijf] over de kisten was de verdachte in het bijzijn van [medeverdachte] .
Door de wensen van de verdachte ontstond vertraging met de verzending van de kist. Hierdoor kon de kist die in het pand in Gouda stond nog niet weg, want die moest, blijkens de mailwisseling tussen de verdachte en [bedrijf] pas kort na het transport van de andere kist verstuurd worden. Op 1 maart 2019 werd in het pand aan de [adres] de kist aangetroffen die eerder op 1 februari 2019 is geleverd. De nieuwe eigenaren van de loods troffen bij het openen van de kist, verstopt onder dezelfde materialen en spullen die eerder bij de [bedrijf1 1] waren gekocht door [medeverdachte] en [verdachte] , een grote hoeveelheid pillen aan. Later blijkt dat het gaat om bijna 270 kilo aan pillen met MDMA. De [medeverdachte] , [verdachte] , [verdachte1] en [verdachte2] komen kort na de ontdekking door de nieuwe eigenaren ter plaatse en zijn vervolgens ook aangehouden. Diezelfde ochtend zou de kist worden opgehaald door een bakwagen. De chauffeur van de bakwagen zag echter politie staan en is doorgereden.
De verdachte is tenslotte op 28 maart 2019 aangehouden.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte wist dat de op 1 maart 2019 aangetroffen kist drugs bevatte en dat hij wist van de exportplannen. Dit volgt volgens de officier van justitie uit de vele ontmoetingen op cruciale momenten met de andere verdachten, onder meer in zijn eigen woning, het ter beschikking stellen van de loods, en het regelen van de contacten met [bedrijf] .
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van de verdachte heeft bepleit dat de verdachte geen wetenschap heeft gehad van het bestaan van de drugs dan wel van de bestemming en evenmin opzet heeft gehad op het verschepen. Hij heeft hiertoe onder meer aangevoerd dat de verdachte enkel handelde in opdracht van [medeverdachte] en dat hij slechts uitvoerde wat door de klant werd gevraagd.
De verklaring van de verdachte
De verdachte heeft ter terechtzitting een verklaring afgelegd. Hij heeft onder andere verklaard dat hij op 1 februari 2019 nog administratie moest ophalen uit de loods en dat hij daarvoor een nieuwe sleutel moest hebben, omdat de nieuwe eigenaren de oude sloten al hadden vervangen. Ook heeft hij verklaard dat de nieuwe sleutel niet voor hemzelf maar voor [medeverdachte] was. Verder heeft hij verklaard dat hij 1 februari 2019 aanwezig was om de kist in ontvangst te nemen omdat hij degene was die de kist had besteld en hij er om die reden bij moest zijn. Tegelijkertijd neemt de verdachte het standpunt in dat de nieuw te maken sleutel niet voor hem was, maar voor [medeverdachte] want daar zou hij de loods een paar dagen aan ter beschikking stellen. De verdachte heeft tot slot verklaard dat de bestelling van de kisten, de aankoop van het aggregaat en het regelen van het transporteren van beide kisten, in opdracht waren van [medeverdachte] . [medeverdachte] vertelde hem wat hij aan [bedrijf] moest doorgeven. Later betrekt hij het standpunt dat hij zelf geld wilde verdienen met het transporteren van het aggregaat. Hij wist in ieder geval niet dat het een transport dan wel de aanwezigheid van drugs betrof. Wel wist de verdachte dat [medeverdachte] zich bezig hield met drugshandel.
De verklaring van de verdachte roept bij de rechtbank vragen op, nu zijn verklaring ten dele haaks staat op feiten en omstandigheden zoals deze in het dossier staan vermeld. Het pand is in opdracht van de verdachte op 24 januari 2019 al helemaal leeggehaald en toen heeft ook de sleuteloverdracht plaatsgevonden. Er was volgens getuigen niets, dus ook geen administratie, van de verdachte meer aanwezig in de loods, alleen een paar vuilnisbakken. Dat de verdachte op 1 februari 2019 in het pand moest zijn om nog administratie te halen of de loods leeg te halen, kan daarom niet kloppen. Ook blijkt dat de verdachte vóór 1 maart 2019 (de dag dat de drugs werden aangetroffen), op meerdere dagen heeft gebeld naar de opzichter van het pand met de vraag of het pand met een bakwagen bereikt kon worden. Er waren daar op dat moment wegwerkzaamheden aan de gang. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij heeft gebeld omdat hij met een bakwagen bij de loods moest komen om die leeg te halen. Dit strookt dus niet met de verklaring van getuigen dat de loods eind januari al leeg was en evenmin met zijn eigen verklaring dat er alleen nog administratie lag. Dit alles wijst erop dat de verdachte wist dat er een bakwagen zou komen om de kist (met pillen) te vervoeren.
Tussenconclusie
Het voorgaande wijst erop dat is getracht een eerste transport met legale inhoud via een bepaalde route te sturen (een testroute) om dan daarna een transport met drugs via diezelfde, inmiddels als ‘veilig’ bestempelde, route te versturen. De rechtbank is van oordeel dat de verdachte moet hebben geweten van zowel het bestaan van de drugs, als van het plan om deze naar het buitenland te verschepen. De rechtbank leidt dit onder meer af uit de vele ontmoetingen tussen 1 februari 2019 en 1 maart 2019 waar de verdachte, vaak met [medeverdachte] samen aanwezig was, het bestellen van de twee identieke kisten, de moeite die werd gedaan om eerst een bepaalde route met legale inhoud en mét douane controle uit te stippelen, de aankoop van het aggregaat en de continue druk en urgentie die wordt gelegd op het regelen van het transport van de eerste kist. Daarnaast is opvallend dat beide kisten eenzelfde gewicht moesten hebben. Tenslotte neemt de rechtbank bij dit alles ook mee dat de verdachte heeft verklaard dat hij wist dat verdachte [medeverdachte] eerder in drugs handelde.
Als de verdachte al niet met volle opzet heeft meegewerkt aan een drugstransport, dan kan het in ieder geval niet anders zijn dan dat de hiervoor geschetste gang van zaken, bij de verdachte een lampje heeft doen branden over waar hij zich mee inliet. Dat maakt dat de verdachte zich naar het oordeel van de rechtbank willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat zijn handelingen zouden kunnen gaan leiden tot een voltooid drugstransport naar het buitenland.
Een begin van uitvoering
De rechtbank stelt voorop dat het ingevolge artikel 45 van het Wetboek van Strafrecht noodzakelijk is dat een poging tot een strafbaar feit zich heeft geopenbaard door een begin van uitvoering. Hoewel de kist met de MDMA nog niet daadwerkelijk onderweg was naar het buitenland, is er naar het oordeel van de rechtbank wel sprake van een begin van uitvoering voor de verlengde uitvoer. De verdachte heeft intensieve contacten onderhouden met [bedrijf] voor het transport van zowel de kist met het aggregaat, als de kist waar uiteindelijk de drugs in zaten. Daarnaast heeft hij gezorgd dat de kist in de loods kon staan waar hij eigenaar van was. Er was een bakwagen geregeld die de kist uiteindelijk op 1 maart 2019 zou komen ophalen. De enige reden dat het transport uiteindelijk niet heeft plaatsgevonden, is omdat de inhoud van de kist vroegtijdig werd ontdekt door de nieuwe eigenaren van de loods en zij de politie hebben ingeschakeld, vlak voordat de medeverdachten de kist konden veiligstellen.
Medeplegen?
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. De kwalificatie van medeplegen is alleen gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is. Bij de vorming van zijn oordeel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, kan de rechter rekening houden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
In dit geval is de rechtbank van oordeel dat er sprake is van medeplegen. De rol van de verdachte bestaat op grond van het dossier uit het plannen en organiseren van een eerste proefzending om de route te testen, het organiseren van de zending van de kist met pillen naar het buitenland, in nauwe samenwerking met [medeverdachte] en het beschikbaar stellen van een loods om de drugs tijdelijk te stallen. Dat wordt gesterkt door de omstandigheid dat de verdachte telkens mails verstuurde naar [bedrijf] als hij net in gezelschap van [medeverdachte] is geweest, dan wel als [medeverdachte] op dat moment bij hem is, al dan niet met [verdachte1] of [verdachte] . Zowel de materiële als de intellectuele bijdrage van de verdachte aan het geplande drugstransport is daar van voldoende gewicht om te kunnen spreken van medeplegen.
De rechtbank concludeert dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten 1 en 2 heeft gepleegd.
3.5.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1. (Poging) uitvoer van bijna 270 kg MDMA:
hij op tijdstippen in de periode van 16 januari 2019 tot en met
1 maart 2019in Nederland, (ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om) tezamen en in vereniging met één of meer anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet (te brengen) heeft gebracht, ongeveer 269.040 gram (605.040 pillen), een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel, als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1 (welke pillen in een (speciaal daarvoor geprepareerde) kist waren verstopt en welke kist getransporteerd moest worden met als eindbestemming Penang (Maleisië), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid)
2.
hij in de periode van l februari 2019 tot en met l maart 2019 in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 269.040
gram (605.040 pillen), in elk geval een (zeer grote) hoeveelheid van een
materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de
Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van
artikel 3a van die wet;

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld om, mocht de rechtbank tot een bewezenverklaring komen, een straf op te leggen die het voorarrest niet te boven gaat. Indien de rechtbank nog een aanvullende straf nodig acht verzoekt de verdediging hooguit een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen en de hoogst mogelijke taakstraf van 240 uren.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de eendaadse samenloop van een poging tot export van een grote partij harddrugs en het opzettelijk aanwezig hebben daarvan, in vereniging gepleegd. De aangetroffen hoeveelheid was van dien aard, dat deze bestemd moet zijn geweest voor verdere verspreiding en handel. De verspreiding van en handel in verdovende middelen gaat vaak gepaard met andere vormen van criminaliteit, van lichte criminaliteit door drugsgebruikers tot zware, ondermijnende criminaliteit, zoals ernstige geweldsdelicten in het criminele circuit en aantasting van het financiële verkeer door het met de handel in verdovende middelen gepaard gaande witwassen van drugsgelden. Door gebruik te maken van reguliere goederentransporten voor het transport van harddrugs naar andere landen vindt er vermenging van de boven- en onderwereld plaats, wat zeer kwalijk is. Het handelen van de verdachte vormt daarom een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid en de veiligheid in de samenleving. De verdachte heeft geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen, dat rekent de rechtbank hem aan.
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 8 april 2022. Hieruit volgt dat de verdachte in de afgelopen vijf jaren niet is veroordeeld voor een (soortgelijk) strafbaar feit.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals hij ter terechtzitting heeft toegelicht. Deze omstandigheden zijn echter niet van dien aard, dat zij op enige wijze van invloed zijn op de op te leggen straf.
Overschrijding van de redelijke termijn
De rechtbank houdt rekening met het feit dat er sprake is van een ruime overschrijding van de redelijke termijn. De verdachte is immers aangehouden op 28 maart 2019, terwijl in zijn zaak einduitspraak in eerste aanleg zal worden gedaan op 30 mei 2022.
De rechtbank is van oordeel dat deze overschrijding matiging van de hierna te vermelden op te leggen straf tot gevolg moet hebben.
Gelet op wat hiervoor is overwogen en op de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van na te melden duur met zich brengt. De rechtbank acht, alles afwegende, een gevangenisstraf voor de duur van 5,5 jaar (66 maanden) passend en geboden, maar zal deze, gelet op de geconstateerde overschrijding van de redelijke termijn matigen De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar. In deze straf is de compensatie als gevolg van de overschrijding verwerkt.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

7.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
- 45, 47, 55 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 10, van de Opiumwet, en de daarbij behorende lijst I;
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

8.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.8 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
de eendaadse samenloop van:
1.
poging tot het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod;
en
2.
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van vijf (5) JAREN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door
mr. L.C. Bannink, voorzitter,
mr. P.G. Salvadori, rechter,
mr. N.F.R. de Rooij, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. I. Verhagen, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 30 mei 2022.
Bijlage I
Bewijsmiddelenoverzicht
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2019056501, van de politie eenheid Den Haag, district Alphen aan den Rijn-Gouda, basisteam Kaag en Braassem, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 867).
1. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 1 maart 2019, voor zover inhoudende (p. 110-112):
Op 1 maart 2019 kregen wij de opdracht om te gaan naar de [adres 2] te Gouda. Dit in verband met een melding die was gedaan omtrent de vondst van een hoeveelheid blauwe pillen met een driehoekvorm. Deze pillen zouden zitten in een kist van 1 bij 1 meter. Ik zag dat het pand een soort van loods betrof. Verder zag ik een houten kist van minimaal l kubieke meter staan. Op het datzelfde moment hoorde ik, dat er inmiddels 4 onbekende mannen ter plaatse waren gekomen die de kist met pillen wilden vervoeren en waren begonnen om de kist uit de loods te halen de parkeerplaats op. Deze mannen waren gekomen in een personenauto. Ik zag op dat moment een grijze VW Golf, type 7, voor het pand, op de eerder genoemde parkeerplaats staan. Enkele seconden daarna zag een drietal mannen uit het pand lopen. Zij liepen in de richting van de eerder genoemde personenauto. Later bleken deze mannen mij te zijn genaamd en te kunnen worden aangemerkt als zijnde de verdachten, respectievelijk: [medeverdachte] , [verdachte1] en [verdachte] .
2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 1 maart 2019, voor zover inhoudende (p. 113-116):
Ik hoorde dat de centralist zei dat de melder had aangegeven dat er nu een voertuig voor de deur zou staan met vier inzittenden erin die aangeven dat ze de pillen komen ophalen en dat er ook een vrachtwagen onderweg is.
Ik hoorde dat [naam 1] zei dat zij, [naam 1] en [naam3] , dit pand sinds gisteren pas officieel op naam hadden. Dat zij gisteren het koopcontract hadden getekend. Dat zij hier vandaag naar het pand komen waren om al wat spullen te verhuizen. Ik hoorde dat [naam 1] zei dat hij bij binnenkomst de grote kist zag staan en dat hij deze geopend had. Dat hij, nadat de kist open was, zag dat er drie dozen met verwarmingen inzaten. Dat hij vervolgens een doos, die zich onder de dozen met verwarmingen bevond opende. Dat hij in deze doos een zaak met blauwe, driehoek-vormige, pillen zag. Ik hoorde dat hij zei dat hij vervolgens zo snel mogelijk de doos weer dichtgedaan had en dat hij de politie had gebeld.
Nadat alle verdachten waren afgevoerd, hebben [verbalisant] en ik de
kist geopend. Ik zag dat er, in de doos die de melder had beschreven, een grote zak
met blauwe, driehoek-vormige, pillen zaten. Ik zag dat er in deze doos meerdere van
deze zakken zaten.
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 1 maart 2019, voor zover inhoudende (p. 117):
Ik zag een grote houten transportkist met daarin als afdeklaag 3 dozen met daarin
vermoedelijk straalkacheltjes en een laag isolatieplaten. Daaronder zag ik een aantal
dichte bruine dozen en een (l) doos die open was met daarin een x aantal doorzichtige zakken met blauwe pilletjes in de vorm van driehoekjes met daarop gedrukt de tekst Tesla.
Narcotica heeft de lading pillen geschouwd, bemonsterd, gelabeld en onderzocht. Hierbij kwamen zij tot de conclusie dat de pillen inderdaad waren samengesteld uit de stof MDMA. Nadat alle elf in de kist aanwezige dozen waren geopend en onderzocht werd een totaal van 270 kg aan pillen gewogen.
4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 14 maart 2019, voor zover inhoudende (p. 384-395):
Op vrijdag 01 maart 2019, zijn door mij verbalisant van de 11 aangetroffen kartonnen dozen gevuld met doorzichtige vacuümzakken al de bruto gewichten vast gesteld. Tevens waren door mij verbalisant van elke doorzichtige vacuümzak monsters genomen.
Nader onderzoek doos 1:
11 zakken x 4987 tabletten = 54.857 tabletten.,
Totaal netto gewicht van 11 zakken x 2394 gram = 26.334 gram
Van elke zak heb ik verbalisant een monster gemaakt en zijn voorzien van de SIN
AAJD7556NL, AAJD7557NL, AAJD7552NL, AAJD7548NL, AAJD7558NL,
AAJD7582NL, AAJD7599NL AAJD7597NL, AAJD7598NL, AAJD7561NL,
AAJD7562NL.
De monsters voorzien van de SIN AAJD7556NL, AAJD7558NL en AAJD7598NL werden voor nadere analyse, in het kader van het NFI project, overgedragen aan een gecertificeerde Forensisch medewerker van de afdeling Forensische Opsporing.
Doos 2
een bruine kartonnen doos gevuld met een 12 tal doorzichtige vacuümzakken.
Ik zag een 3 tal doorzichtige vacuümzakken met groene diamantvormige tabletten en een 9 tal doorzichtige vacuümzakken met blauwe driehoekige tabletten.
Elke zak had een totaal gemiddeld netto gewicht van 2394 gram.
2394 gram gedeeld door 0,48 gram (l tablet) = gemiddeld 4987 tabletten per zak.
3 x 5097 stuks tabletten + 9 x 4987 stuks tabletten is totaal 60.174 tabletten.
Totaal netto gewicht van de tabletten: 9 zakken x 2394 gram + 3 zakken x 2090 gram = 27.816 gram.
Van elke zak heb ik verbalisant een monster gemaakt en zijn voorzien van de SIN
AAJD7563NL, AAJD7564NL, AAJD7567NL, AAJD7565NL, AAJD7566NL,
AAJD7568NL, AAJD7569NL, AAJD7570NL, AAJD7571NL, AAJD7572NL,
AAJD7573NL en AAJD7574NL.
De monsters voorzien van de SIN AAJD7564NL, AAJD7569NL, en AAJD7571NL werden voor nadere analyse, in het kader van het NFI project, overgedragen aan een gecertificeerde Forensisch medewerker van de afdeling Forensische Opsporing.
Doos 3
een bruine kartonnen doos gevuld met een 11 tal doorzichtige vacuümzakken.
Ik zag een 6 tal doorzichtige vacuümzakken met groene diamantvormige tabletten en een 5 tal doorzichtige vacuümzakken met blauwe driehoekige tabletten.
6 x 5097 stuks tabletten + 5 x 4987 stuks tabletten is totaal 55.517 tabletten
Totaal netto gewicht van de tabletten: 5 x 2394 gram + 6 zakken x 2090 gram = 24.510gram.
Van elke zak heb ik verbalisant een monster gemaakt en zijn voorzien van de
SINAAJD7575NL, AAJD7576NL, AAJD7578NL, AAJD7579NL, AAJD7508NL,
AAJD7509NL, AAJD7510NL, AAJD7511NL, AAJD7512NL, AAJD7513NL en
AACA4479NL.
De monsters voorzien van de SIN AAJD7575NL, AAJD7511NL en AACA4479NLwerden voor nadere analyse, in het kader van het NFI project, overgedragen aan een gecertificeerde Forensisch medewerker van de afdeling Forensische Opsporing.
Doos 4
een bruine kartonnen doos gevuld met een 10 tal doorzichtige vacuümzakken
met groene tabletten.
10 zakken x 5097 tabletten = 50.970 tabletten.
Totaal netto gewicht van de tabletten: 10 x 2090 gram= 20,900 gram
Van elke zak heb ik verbalisant een monster gemaakt en zijn voorzien van de SIN
AACA4480NL, AACA4481NL, AACA4478NL, AACA4477NL, AACA4476NL,
AALE6353NL, AALE6354NL, AALE6352NL, AALE6351NL, AALE6350NL.
De monsters voorzien van de SIN AALE6354NL, AALE6351NL en AALE6350NLwerden voor nadere analyse, in het kader van het NFI project, overgedragen aan een gecertificeerde Forensisch medewerker van de afdeling Forensische Opsporing.
Doos 5
een bruine kartonnen doos gevuld met een 12 tal doorzichtige vacuümzakken
met groene tabletten.
12 zakken x 5097 tabletten = 61.164 tabletten.
Totaal netto gewicht van de tabletten: 12 zakken x 2090 gram = 25.080 gram
Van elke zak heb ik verbalisant een monster gemaakt en zijn voorzien van de SIN
AALE6411NL, AALE6389NL, AALE6388NL, AALE6387NL, AALE6386NL,
AALE6385NL, AALE6384NL, AACA4292NL, AALK3603NL, AALK3602NL,
AALK3601NL en AALK3600NL.
De monsters voorzien van de SIN AALE6388N, AALE6386NL en AALK3603NLwerden voor nadere analyse, in het kader van het NFI project, overgedragen aan een gecertificeerde Forensisch medewerker van de afdeling Forensische Opsporing.
Doos 6
een bruine kartonnen doos gevuld met een 11 tal doorzichtige vacuümzakken.
9 x 5097 stuks tabletten + 2 x 4987 stuks tabletten is totaal 55.847 tabletten,
Totaal netto gewicht van de tabletten: 2 zakken x 2394 gram + 9 zakken x 2090 = 23.598 gram.
Van elke zak heb ik verbalisant een monster gemaakt en zijn voorzien van de SUST
AALK3598NL, AALK3597NL, AALY0641NL, AALY0642NL, AALY0643NL,
AALY0645NL, AALY0620NL, AALY0619NL, AALY0618NL, AALY0616NL en
AALY0614NL.
De monsters voorzien van de SIN AALY0642NL, AALY0620NL en AALY0614NL werden voor nadere analyse, in het kader van het NFI project, overgedragen aan een gecertificeerde Forensisch medewerker van de afdeling Forensische Opsporing.
Doos 7
een bruine kartonnen doos gevuld met een 10 tal doorzichtige vacuümzakken.
l x 5097 stuks tabletten + 9 x 4987 stuks tabletten is totaal 49.980 tabletten.
Totaal netto gewicht van de tabletten: 9 zakken x 2394 gram + l zak x 2090 gram = 23.636 gram.
Van elke zak heb ik verbalisant een monster gemaakt en zijn voorzien van de SIN
AALY0604NL, AALY0605NL, AALY0601NL, AALY0600NL, AALY0602NL,
AALY0599NL, AALY0603NL, AALY0597NL, AALY0596NL en AALY0598NL.
De monsters voorzien van de SIN AALY0605NL, AALY0600NL en AALY0597NL werden voor nadere analyse, in het kader van het NFI project, overgedragen aan een gecertificeerde Forensisch medewerker van de afdeling Forensische Opsporing.
Doos 8
een bruine kartonnen doos gevuld met een 10 tal doorzichtige vacuümzakken.
6x 5097 stuks tabletten + 4 x 4987 stuks tabletten is totaal 50.530 tabletten.
Totaal netto gewicht van de tabletten: 4 zakken x 2394 gram + 6 zakken x 2090 gram= 22.116 gram.
Van elke zak heb ik verbalisant een monster gemaakt en zijn voorzien van de SIN
AALY0609NL, AALY0608NL, AALY0595NL, AALY0594NL, AALY0592NL,
AALY0593NL, AALY0611NL, AALY0610NL, AALY0612NL en AALY0613NL.
De monsters voorzien van de SIN AALY0609NL, AALY0592NL en AALY0612NL werden voor nadere analyse, in het kader van het NFI project, overgedragen aan een gecertificeerde Forensisch medewerker van de afdeling Forensische Opsporing.
Doos 9
een bruine kartonnen doos gevuld met een 11 tal doorzichtige vacuümzakken.
2 x 5097 stuks tabletten + 9 x 4987 stuks tabletten is totaal 55,077 tabletten.
Totaal netto gewicht van de tabletten: 9 x 2394 gram + 2 x 2090 gram= 25.726 gram.
Van elke zak heb ik verbalisant een monster gemaakt en zijn voorzien van de SIN
AALY0615NL, AALY0591NL, AALY0587NL, AALY0588NL, AALY0586NL,
AALY0617NL, AALY0621NL, AALY0622NL, AALY0623NL, AALY0639NL en
AALY0640NL
De monsters voorzien van de SIN AALY0587NL, AALY0621NL en AALY0640NL werden voor nadere analyse, in het kader van het NFI project, overgedragen aan een gecertificeerde Forensisch medewerker van de afdeling Forensische Opsporing.
Doos 10
een bruine kartonnen doos gevuld met een 12 tal doorzichtige vacuümzakken.
10 x 5097 stuks tabletten + 2 x 4987 stuks tabletten is totaal 60.944 tabletten.
Totaal netto gewicht van de tabletten: 2 zakken x 2394 gram +10 zakken x 2090 gram= 25.688 gram.
Van elke zak heb ik verbalisant een monster gemaakt en zijn voorzien van de SIN
AALY0573NL, AALY0574NL, AALY0575NL, AALY0576NL, AALY0577NL,
AALY0578NL, AALY0579NL, AALY0580NL, AALY0581NL, AALY0582NL,
AALY0583NL en AALY0584NL.
De monsters voorzien van de SIN AALY0573NL, AALY0579NL en AALY0584NL werden voor nadere analyse, in het kader van het NFI project, overgedragen aan een gecertificeerde Forensisch medewerker van de afdeling Forensische Opsporing.
Doos 11
een bruine kartonnen doos gevuld met een 10 tal doorzichtige vacuümzakken.
l x 5097 stuks tabletten + 9 x 4987 stuks tabletten is totaal 49.980 tabletten.
Totaal netto gewicht van de tabletten: 9 zakken x 2394 gram + l zak x 2090 gram= 23.636 gram.
Van elke zak heb ik verbalisant een monster gemaakt en zijn voorzien van de SIN
AALY0590NL, AALY0589NL, AALY0585NL, AALY0730NL, AALY0729NL,
AALY0728NL, AALY0731NL, AALY0732NL, AALY0735NL en AALY0734NL.
De monsters voorzien van de AALY0730NL, AALY0728NL en AALY0734NL werden voor nadere analyse, in het kader van het NFI project, overgedragen aan een gecertificeerde Forensisch medewerker van de afdeling Forensische Opsporing.
Totaal: 269.040 gram (269 kilo) 605.040 tabletten.
5. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 12 maart 2019, aanvraag 001, voor zover inhoudende (p. 401):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AAJD7556NL
Omschrijving FO: 2394 gram tablet, blauw
Conclusie: bevat MDMA
6. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 12 maart 2019, aanvraag 002, voor zover inhoudende (p. 402):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AAJD7558NL
Omschrijving FO: 2394 gram tablet, blauw
Conclusie: bevat MDMA
7. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 12 maart 2019, aanvraag 003, voor zover inhoudende (p. 403):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AAJD7598NL
Omschrijving FO: 2394 gram tablet, blauw
Conclusie: bevat MDMA
8. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 12 maart 2019, aanvraag 004, voor zover inhoudende (p. 409):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AAJD7564NL
Omschrijving FO: 2090 gram tablet, groen
Conclusie: bevat MDMA
9. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 12 maart 2019, aanvraag 005, voor zover inhoudende (p. 410):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AAJD7569NL
Omschrijving FO: 2394 gram tablet, blauw
Conclusie: bevat MDMA
10. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 12 maart 2019, aanvraag 006, voor zover inhoudende (p. 411):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AAJD7571NL
Omschrijving FO: 2394 gram tablet, blauw
Conclusie: bevat MDMA
11. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 12 maart 2019, aanvraag 007, voor zover inhoudende (p. 417):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AAJD7575NL
Omschrijving FO: 2394 gram tablet, blauw
Conclusie: bevat MDMA
12. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 12 maart 2019, aanvraag 008, voor zover inhoudende (p. 418):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AAJD7511NL
Omschrijving FO: 2090 gram tablet, groen
Conclusie: bevat MDMA
13. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 12 maart 2019, aanvraag 009, voor zover inhoudende (p. 419):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AACA4479NL
Omschrijving FO: 2090 gram tablet, groen
Conclusie: bevat MDMA
14. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 12 maart 2019, aanvraag 010, voor zover inhoudende (p. 425):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AALE6354NL
Omschrijving FO: 2090 gram tablet, groen
Conclusie: bevat MDMA
15. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 12 maart 2019, aanvraag 011, voor zover inhoudende (p. 426):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AALE6351NL
Omschrijving FO: 2090 gram tablet, groen
Conclusie: bevat MDMA
16. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 12 maart 2019, aanvraag 012, voor zover inhoudende (p. 427):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AALE6350NL
Omschrijving FO: 2090 gram tablet, groen
Conclusie: bevat MDMA
17. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 12 maart 2019, aanvraag 013, voor zover inhoudende (p. 433):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AALE6388NL
Omschrijving FO: 2394 gram tablet, groen
Conclusie: bevat MDMA
18. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 12 maart 2019, aanvraag 014, voor zover inhoudende (p. 434):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AALE6386NL
Omschrijving FO: 2090 gram tablet, groen
Conclusie: bevat MDMA
19. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 12 maart 2019, aanvraag 015, voor zover inhoudende (p. 435):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AALK3603NL
Omschrijving FO: 2090 gram tablet, groen
Conclusie: bevat MDMA
20. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 13 maart 2019, aanvraag 016, voor zover inhoudende (p. 442):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AALY0642NL
Omschrijving FO: 2090 gram tablet, groen
Conclusie: bevat MDMA
21. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 13 maart 2019, aanvraag 017, voor zover inhoudende (p. 443):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AALY0620NL
Omschrijving FO: 2090 gram tablet, groen
Conclusie: bevat MDMA
22. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 13 maart 2019, aanvraag 018, voor zover inhoudende (p. 441):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AALY0614NL
Omschrijving FO: 2394 gram tablet, blauw
Conclusie: bevat MDMA
23. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 13 maart 2019, aanvraag 001, voor zover inhoudende (p. 449):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AALY0605NL
Omschrijving FO: 2394 gram tablet, blauw
Conclusie: bevat MDMA
24. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 13 maart 2019, aanvraag 022, voor zover inhoudende (p. 450):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AALY0600NL
Omschrijving FO: 2394 gram tablet, blauw
Conclusie: bevat MDMA
25. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 13 maart 2019, aanvraag 023, voor zover inhoudende (p. 451):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AALY0597NL
Omschrijving FO: 2090 gram tablet, groen
Conclusie: bevat MDMA
26. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 13 maart 2019, aanvraag 020, voor zover inhoudende (p. 457):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AALY0592NL
Omschrijving FO: 2090 gram tablet, groen
Conclusie: bevat MDMA
27. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 13 maart 2019, aanvraag 019, voor zover inhoudende (p. 458):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AALY0609NL
Omschrijving FO: 2394 gram tablet, blauw
Conclusie: bevat MDMA
28. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 13 maart 2019, aanvraag 021, voor zover inhoudende (p. 459):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AALY0612NL
Omschrijving FO: 2090 gram tablet, groen
Conclusie: bevat MDMA
29. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 13 maart 2019, aanvraag 026, voor zover inhoudende (p. 465):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AALY0640NL
Omschrijving FO: 2090 gram tablet, groen
Conclusie: bevat MDMA
30. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 13 maart 2019, aanvraag 025, voor zover inhoudende (p. 466):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AALY0621NL
Omschrijving FO: 2394 gram tablet, blauw
Conclusie: bevat MDMA
31. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 13 maart 2019, aanvraag 024, voor zover inhoudende (p. 467):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AALY0587NL
Omschrijving FO: 2394 gram tablet, blauw
Conclusie: bevat MDMA
32. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 13 maart 2019, aanvraag 027, voor zover inhoudende (p. 473):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AALY0573NL
Omschrijving FO: 2090 gram tablet, groen
Conclusie: bevat MDMA
33. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 13 maart 2019, aanvraag 029, voor zover inhoudende (p. 474):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AALY0584NL
Omschrijving FO: 2394 gram tablet, blauw
Conclusie: bevat MDMA
34. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 13 maart 2019, aanvraag 028, voor zover inhoudende (p. 475):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AALY0579NL
Omschrijving FO: 2090 gram tablet, groen
Conclusie: bevat MDMA
35. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 13 maart 2019, aanvraag 030, voor zover inhoudende (p. 481):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AALY0730NL
Omschrijving FO: 2394 gram tablet, blauw
Conclusie: bevat MDMA
36. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 13 maart 2019, aanvraag 031, voor zover inhoudende (p. 482):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AALY0728NL
Omschrijving FO: 2090 gram tablet, blauw
Conclusie: bevat MDMA
37. Een geschrift, te weten het NFI-dent rapport van 13 maart 2019, aanvraag 032, voor zover inhoudende (p. 482):
Tabel l Onderzoeksmateriaal en conclusie
Kenmerk: AALY0734NL
Omschrijving FO: 2090 gram tablet, groen
Conclusie: bevat MDMA
38. Het proces-verbaal– sleutelmaker [naam 4] , opgemaakt op 6 maart 2019, voor zover inhoudende (p. 230):
Op die 1e februari kwam [naam 1] de winkel in met een Aziatische man. Een man van ongeveer 165 lang, normaal postuur, ik denk 60 jaar of ouder, Nederlands sprekend. Ik hoorde [naam 1] vertellen dat de oude eigenaar een sleutel moest hebben van het nieuwe slot dat we hadden geplaatst op het pand [adres 2] in Gouda. Dat slot dat we daar geplaatst hebben is het standaard bedrijfsslot waarvan alle medewerkers een sleutel hebben. Ik heb de sleutel gemaakt en ben met die Aziatische man naar nr 23 gelopen. Ik heb de sleutel gepast en hem daarna aan deze man gegeven. De oude eigenaar, begreep ik, wilde in het weekend nog wat spullen weghalen en ik zou dan die maandag er na de sleutel terug krijgen.
Toen ik met die Aziatische man richting nummer 23 liep wees die man mij op een rode personenauto die er tegenover geparkeerd stond. Hij vertelde dat de voormalige eigenaar van het pand daar in zat.
Ongeveer anderhalve week daarvoor was ik daar wel geweest. Het pand was toen naar mijn idee leeg, maar wel rommelig en vies. Rommelig in de zin van, her en der lag wat rommel. Meer heb ik daar eigenlijk niet gezien.
39. Het proces-verbaal [getuige] , opgemaakt op 8 maart 2019, voor zover inhoudende (p. 256-257):
Ik heb namens de vorige eigenaar, [naam5] uit Bergschenhoek, het bedrijfspand [adres 2] te Gouda verkocht.
Het pand is op 17 december 2018 verkocht aan [naam6] en [naam3] voor een bedrag van 540.000,- euro. Een normaal bedrag.
De overdracht van het pand zou op 15 februari 2019 plaatsvinden.
In het pand stond nog veel apparatuur en inrichting van de vorige eigenaar. Met [naam3] is overeengekomen dat alles uit het pand verwijderd zou worden. Het pand moest leeg worden opgeleverd van [naam3] .
Dit is gedaan door [naam7] uit Hazerswoude Rijndijk met [telefoonnummer 1] .
[naam7] heeft het pand leeggehaald.
De nieuwe eigenaar van het pand wilde het pand zo snel mogelijk gaan gebruiken in verband met ruimtegebrek in zijn eigen vestiging die tegenover het nieuw aangekochte pand zat. Daarom is besloten dat hij het pand eerder in gebruik mocht nemen voor opslag.
Op 24 januari 2019 is de waarborgsom betaald en is de sleuteloverdracht in gang gezet. Op 24 januari ben ik langs de woning van [verdachte] in Bergschenhoek gegaan om een handtekening te halen op de sleutelovereenkomst. Op 25 januari ben ik met [naam3] door het pand gelopen en heeft ook hij de sleuteloverdracht getekend. Het pand was op 25 januari helemaal leeg. Op een paar grijze vuilcontainers na die van een ander bedrijf zijn en op een stapel statiegeldpallets na.
40. Het proces-verbaal – [bedrijf]
(verhoor getuige [naam 2] ), opgemaakt op 11 maart 2019, voor zover inhoudende (p. 258-259):
[bedrijf] levert op maat gemaakte verpakkingen voor transport en verzorgd ook vaak het transport of de verzending van het transport zelf. [verdachte] is een oude klant van ons. Begin dit jaar nam hij weer contact met ons op. [verdachte] bestelde twee identieke kisten. Hij wilde, zei en schreef hij, die twee kisten hebben voor transport van aggregaten naar Indonesië. Van beide kisten is een afzonderlijke rekening omdat ze
beiden een andere route volgden of zouden volgen. Een kist moest naar Gouda. De andere zou bij ons in het bedrijf blijven en in opdracht van [verdachte] zou
een bedrijf uit Noordholland een aggregaat leveren. Dat aggregaat is ook gekomen en door ons zelf binnen ons bedrijf in een kist geplaatst. Voordat wij het aggregaat plaatsten hebben we de accu gemonteerd. Dit omdat een accu niet altijd per vliegtuig vervoerd mag worden en in dit geval niet duidelijk was of dat wel of niet kon. Na de demontage is die accu dus aan [verdachte] overhandigd. Daarvoor kwam hij dus die dag naar ons bedrijf.
Deze vracht is door ons geheel verzorgd. Wij hebben het transport naar Schiphol gedaan en via onze vaste bevrachter [bedrijf1] het verdere transport verzorgd. Zeer opvallend is dat [verdachte] er op hamerde dat het transport via [bedrijf2] plaats moest vinden. En dan met een tussenstop op Doha (Luchthaven op [bedrijf2] ) naar Pendang op Maleisië. Nog bijzonderder was dat die tussenstop per se op maandag of woensdag moest plaats vinden. Ik heb een hele discussie via de mail en via de telefoon met [verdachte] gehad over dat vervoer. Ik heb hem meerdere malen uitgelegd dat [bedrijf2] op bijna alle dagen vanaf Schiphol vliegt naar Doha maar nou net niet op de door hem gewenste maandag of woensdag. Hij zou het dan allemaal zelf wel regelen als ik dat niet voor elkaar kreeg maar dat is hem blijkbaar ook niet gelukt en dus hebben wij uiteindelijk toch het transport verzorgd.
In de administratie van [bedrijf] zitten diverse documenten over deze transactie en in mijn mailbox heb ik de correspondentie met [verdachte] ook nog.
De tweede kist zou eerst opgehaald worden omdat de kosten van het transport van 1 kist in verhouding wel erg hoog zouden uitvallen. Maar omdat we toch al een transport naar Gouda hadden hebben we hem daar toch zelf afgeleverd. Dat transport en de levering van deze kist is op 1 februari door ons gedaan op het afleveradres [adres] te Gouda. [verdachte] heeft mij inmiddels ook via de mail gevraagd om een offerte voor een 21 voets container die kant op.
41. Het proces-verbaal van bevindingen – camerabeelden (vooral) woning [verdachte] , opgemaakt op 4 april 2019, voor zover inhoudende (p. 322-323):
06-02-2019
[verdachte] wordt die dag twee keer opgehaald en weer thuisgebracht door een blauwe Chevrolet Aveo met daarin de [medeverdachte] en [verdachte1] . Om 09.55 wordt hij door hen opgehaald en wordt om 13.22 weer thuis afgeleverd. Tussendoor is te zien dat een blauwe Chevrolet Aveo om 11.35 uur langs [locatie] rijdt in de richting van [adres 2] . En dan om 13.06 uur weer terug.
Tussentijds is uit camerabeelden van de [bedrijf1 1] op de [adres 2] in Gouda gebleken dat [medeverdachte] daar om 11.29 uur een aantal goederen heeft betaald. Goederen die op 1 maart 2019 worden aangetroffen in de kist met XTC pillen in de loods [adres 2] . De tweede keer die dag dat hij wordt opgehaald is om 14.04 uur en dan wordt hij om 18.42 uur weer thuis gebracht. Van die dag is verder bekend dat door [naam8] in Warmenhuizen een
invoice (betaalbewijs) is geleverd aan [verdachte] . [naam8] verklaarde dat het door [verdachte] bestelde aggregaat.
14-02.2019
Om 11.01 uur arriveert de Chevrolet Aveo met daarin [medeverdachte] en [verdachte1] .
Die gaan de woning in. Om 11.27 uur lopen [medeverdachte] [verdachte1] en [verdachte] naar de auto en vertrekken. Om 18.14 uur wordt [verdachte] weer thuisgebracht.
18-02-2019
Op 18-02-2019 maken ze drie ritten.
Om 10.36 uur komt de Chevrolet Aveo met [medeverdachte] en [verdachte1] aanrijden. Nadat ze heel even binnen zijn geweest vertrekken ze om 10.42 uur. En komen om 11.18 uur weer retour en gaan dan een langere tijd naar binnen.
Om 12,25 uur vertrekken ze alle drie weer met de auto. De volgorde is "vast" . [verdachte1] is de bestuurder, [verdachte] zit rechts voorin en [medeverdachte] rechts achterin. Om 13.00 uur komen ze weer retour.
Dan om 13.55 uur vertrekken ze weer om kort daarop, om 16.05 uur terug te komen
Om 17.23 uur vertrekken [medeverdachte] en [verdachte1] .
42. Het proces-verbaal van bevindingen – belangrijke dagen en de rollen van de betrokkenen, opgemaakt op 8 mei 2019, voor zover inhoudende (p. 635, 653-666):
Vrijdag 01-02-2019
Door [bedrijf] wordt tussen 13.05 uur en 13.10 uur een kist geleverd op het adres [adres 2] te Gouda.
Later die middag, rond 15.23 uur rijden [verdachte] , [medeverdachte] en [verdachte1] naar het pand [adres 2] . Hierna wordt [verdachte] weer thuisgebracht.
Nadat [medeverdachte] en [verdachte1] weer zijn vertrokken bij [verdachte] rijden ze weer terug naar Gouda naar de [adres 2] . Daar komen ze om 17.01 uur aan. Ook [medeverdachte1] en [verdachte2] komen daar heen. Een Citroen C1 en een VW Transporter komen in twee minuten na de aankomst van [medeverdachte] en [verdachte1] aanrijden en rijden het terrein van de [adres 2] op. In totaal zijn ze ruim een half uur daar met die drie auto’s aanwezig.
Maandag 11-02-2019
[verdachte] is thuis. [verdachte1] en [medeverdachte] komen zijn kant op. Om 11.04 uur stuurt [verdachte] een mail naar [bedrijf] .
Om 11.01 (11.16) uur loopt [medeverdachte] naar de auto en haalt twee verschillende soorten kinderzitjes (baby en peuter) uit de auto en brengt die naar de woning van [verdachte] . [verdachte] komt ook naar de auto, loopt nog een keer terug naar de woning en blijft dan een paar minuten weg, stapt dan wel in en de auto rijdt met [medeverdachte] , [verdachte] en de bestuurder weg. Om 14.00 (14.15) uur komt de Chevrolet weer aangereden bij het huis van [verdachte] . [verdachte1] (bestuurder) en [medeverdachte] (linksachter) zijn uitgestapt. Even later stapt ook [verdachte] uit. [medeverdachte] en [verdachte] lopen richting woning. [verdachte1] is gelijk weer ingestapt. 14.03 (14.18) uur. [medeverdachte] heeft de kinderzitjes weer uit de woning gehaald, op de achterbank gelegd en [medeverdachte] en [verdachte1] rijden weg.
Om 17.03 (17.38) uur komen [medeverdachte] en [verdachte1] weer langs. [verdachte] is buiten aan het bladblazen. [verdachte] en [medeverdachte] staan te praten. [verdachte1] heeft het bladblazen overgenomen. [verdachte] en [medeverdachte] zijn een tijd uit beeld geweest. [verdachte1] is blijven bladblazen. [verdachte1] en [medeverdachte] stappen in en rijden weg.
Woensdag 13-02-2019
Mails op 13-02 van [verdachte] naar [bedrijf] .
Om 15.33 (15.48) arriveert de Chevrolet Aveo. Met daarin [verdachte1] . Die stapt uit en loopt naar de voordeur. Om 16.09 (16 24) uur vertrekt [verdachte1] weer. Al die tijd is er niemand anders te zien, in of bij de auto. Dan stuurt [verdachte] weer een aantal mails.
Maandag 18-02-2019
[verdachte] is al eerder om 10.36 (10.51) uur opgehaald door [verdachte1] en [medeverdachte] in de Chevrolet Aveo en om 11.18 (11.32) uur weer thuisgebracht. [medeverdachte] en [verdachte1] blijven dan bij [verdachte] . Om 12.25 (12.40) uur rijden ze dan alle drie weer weg om om 13.00 (13.15)uur weer terug te komen bij de woning van [verdachte] . Om 13.55 (14.10) vertrekken ze weer met zijn drieën. Om 16.05 (16.20) uur zijn ze weer terug bij de woning. Ze stappen uit en gaan naar binnen. Dan gaan er weer mailberichten naar [bedrijf] , waarna [medeverdachte] en [verdachte1] om 17.29 (17.44) uur weer vertrekken.
Dinsdag 19-02-2019
In de ochtend stuurt [verdachte] 2 mails met vragen.
Om 15.18 uur (15.32) arriveert de Chevrolet Aveo met daarin [verdachte1] en [medeverdachte] die naar de woning van [verdachte] lopen. Direct daarop worden via de mail weer een aantal vragen aan [bedrijf] gesteld. Om 15.36 uur (15. 51) loopt [verdachte1] terug richting de auto. Hij gaat naast de auto staan roken en stapt dan in. Een paar minuten later (15.40 uur (15.55)) komt ook [medeverdachte] er weer aan. Hij stapt ook in en
de auto rijdt weg.
43. Het proces-verbaal van bevindingen – contact nr. [naam9] en [verdachte] rond 1-2-2019 [getuige1] , opgemaakt op 8 april 2019, voor zover inhoudende (p. 576-577):
Uit de historische telecom gegevens blijkt het volgende;
01-02-2019 12:58:42 Fri 50 [telefoonnummer 2] contact met [naam9]
01-02-2019 14:40:10 Fri 98 [telefoonnummer 2] contact met [verdachte]
01-02-2019 15:18:02 Fri 85 [telefoonnummer 2] " [verdachte]
01-02-201916:18:41 Fri O [telefoonnummer 2] " [verdachte]
01-02-2019 16:18:46 Fri O [telefoonnummer 2] " [verdachte]
01-02-2019 17:20:13 Fri O [telefoonnummer 2] " [naam9]
04-02-2019 11:39:36 Mon O [telefoonnummer 2] " [verdachte]
05-02-2019 09:26:01 Tue O [telefoonnummer 2]
08-02-2019 12:02:50 Fri 0 [telefoonnummer 2] [naam9]
08-02-2019 12:48:17 Fri 51 [telefoonnummer 2]
Uit internet blijkt dat dit nummer in gebruik is bij programmamanager [getuige1] van de [bedrijf3] .
Deze [getuige1] heb ik op 08-04-2019 telefonisch, als getuige, gehoord, nadat ik hem gevraagd had de 06 nummers (van [verdachte] (1e nr) en van [naam9] (2e nr)) in zijn gsm op te zoeken. Ik heb hem die twee nummers gemaild zodat er geen vergissing in de nummers kon ontstaan.
"ik ben programmamanager van [bedrijf3] en via mijn werk en via de gemeente Gouda betrokken geweest bij de renovatie/ het ophogen van de wegen, op het industrieterrein in Gouda waar ook de [adres 2] ligt. De makelaar, begreep ik, had ook mijn nummer doorgegeven aan een Indonesische man, de vorige
eigenaar van [adres 2] , man van het eerste nummer dat u mij vroeg. Hij belde mij op een gegeven moment met de vraag of het terrein wel toegankelijk was met een pompkar (handbediende kar om pallets te verplaatsen) omdat er nog spullen uit het pand verhuisd moesten worden. Ik heb dat uitgezocht via de uitvoerder en die zei mij dat er in ieder geval een opening vanaf de weg zou zijn naar het terrein. Dat heb ik aan die Indonesische man doorgegeven. Hij heeft daar een paar keer over gebeld.
Ik werd daarna nog een paar keer door beiden gebeld maar ik heb die telefoontjes niet opgenomen en niet beantwoord”
44. Het proces-verbaal van bevindingen – verhoor getuige [naam8] , opgemaakt op 18 april 2019, voor zover inhoudende (p. 620-621):
Bij aanvang van het verhoor deelde ik, verbalisant [naam10] , aan de getuige het
volgende mee: dat hij als getuige gehoord wordt naar aanleiding van het versturen van een kist naar Maleisië. In deze kist zat een aggregaat dat op woensdag 6 februari 2019 was aangeschaft bij getuige. Wij hoorden getuige [naam8] om nadere informatie te krijgen over de verkoop van het aggregaat.
Tevens hoorden wij hem zeggen dat hij zich herinnerde dat hij rond die periode een aggregaat heeft verkocht aan twee mannen. Wij hoorden hem zeggen dat hij twee keer werd opgebeld door een van de twee mannen en dat aan hem gevraagd werd of hij een geschikte aggregaat te koop had. Aan de telefoon is toen een afspraak gemaakt dat de man die belde langs zou komen op woensdag 6 februari 2019 om te kijken naar de aggregaten. Wij hoorden getuige zeggen dat hij dacht dat de twee mannen zijn bedrijf waarschijnlijk via internet hebben gevondenen dat het vaker voorkomt dat mensen die verder weg wonen bij hem komen om een aggregaat te kopen.
Wij hoorden getuige zeggen dat op afgesproken datum twee mannen bij zijn bedrijf
langskwamen. Eén van de twee mannen zou een aggregaat nodig hebben als noodstroomopvang voor een woning in Maleisië. Het aggregaat moest specifiek 230 Volt zijn en een vermogen hebben van 10 kW. Wij hoorden getuige vertellen dat hij de twee mannen verschillende aggregaten liet zien en dat de oudere man uiteindelijk een demo aggregaat kocht, omdat deze geschikt was. Hij rekende contant 3500 euro af en gaf zijn gegevens op voor de factuur. Wij hoorden getuige zeggen dat de mannen het aggregaat niet wilden meenemen, maar dat zij wilden dat deze verzonden zou worden naar Maleisië.
Toen wij vroegen naar hoe de twee mannen eruit zagen, hoorden wij getuige zeggen dat één van de twee mannen mank liep, ongeveer 1.70 meter lang was, een normaal postuur had, een leeftijd van ongeveer 60 jaar oud en een Aziatisch uiterlijk. [verbalisant1] vroeg de getuige hoe hij zag dat de man mank liep. Hierop hoorden wij getuige reageren dat hij duidelijk kon zien dat de man niet goed ter been was. Wij hoorden getuige zeggen dat hij de andere man niet meer goed kon herinneren, alleen dat de tweede man ongeveer 30 oud was, een normaal postuur had en misschien donker haar.
45. Proces-verbaal Eigenaar en bestuurder Mercedes Bakwagen [kenteken] op 1 maart 2019, opgemaakt op 1 maart 2019 (p. 632):
[getuige2] verklaarde ons dat hij op 1 maart inderdaad een afspraak had om een pallet te laden in Gouda op de [adres 2] en deze naar Amsterdam te brengen. Twee of drie dagen voor 1 maart werd hij gebeld door een onbekende klant. Hij heeft geen gegevens meer van deze klant. Deze klant belde naar aanleiding van de advertentie op Marktplaats waarin hij adverteert met koeriers/vervoersdiensten in de omgeving van Zaandam/Amsterdam. De klant vroeg hem om een pallet op 1 maart te vervoeren van Gouda naar Amsterdam. Hij sprak met de klant af dat hij op 1 maart tussen 09.00 uur en 10.00 uur zou arriveren op de [adres 2] in Gouda. Preciezer kon hij de tijd niet afspreken omdat hij eerst een klus had in den Haag. (opmerking; [getuige3] laat ons in zijn agenda die afspraak zien) Toen hij aan kwam rijden zag hij allemaal politie en dacht; daar wil ik niks mee te maken hebben en is doorgereden.