ECLI:NL:RBDHA:2022:5412
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen beëindiging bijstandsuitkering en niet-ontvankelijkheid van bezwaar
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid) over de beëindiging van de bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet. De eiser had bezwaar gemaakt tegen de besluiten van de gemeente Den Haag, die zijn recht op bijstand had beëindigd. De rechtbank oordeelde dat de bezwaren van de eiser niet-ontvankelijk waren verklaard omdat de gronden te laat waren ingediend en omdat het systeem van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet toestaat om tweemaal bezwaar te maken tegen hetzelfde besluit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser niet tijdig de gronden van bezwaar had ingediend, en dat de overschrijding van de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak aan de rechtbank zelf was toe te rekenen. De rechtbank heeft de Staat der Nederlanden veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 500,- wegens deze overschrijding, en heeft de proceskosten van de eiser vastgesteld op € 379,50. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in beroep te gaan tegen deze beslissing.