ECLI:NL:RBDHA:2022:5274
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op handhavingsverzoek en vaststelling verbeurde dwangsom
Op 4 mei 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. Eiser had op 30 juli 2021 een handhavingsverzoek ingediend tegen het aanbrengen van een spanframe op de gevel van een school. Verweerder heeft echter niet tijdig beslist op dit verzoek, wat heeft geleid tot een beroep van eiser. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn van acht weken voor het nemen van een besluit op het handhavingsverzoek op 24 september 2021 was verstreken, en dat verweerder pas op 4 oktober 2021 heeft gereageerd, wat te laat was. Hierdoor heeft verweerder de maximale dwangsom van € 1.442,- verbeurd. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard en het niet tijdig nemen van een besluit vernietigd. Tevens is bepaald dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 181,- moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt op 4 mei 2022.