Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 mei 2022 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 mei 2022 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres tegen een besluit van het UWV met betrekking tot haar WIA-uitkering. Eiseres, die voorheen als begeleider A werkte, had zich op 25 augustus 2016 ziek gemeld na de ontdekking van een tumor nabij haar oog. Na een eerdere WIA-toekenning in 2018, heeft een herbeoordeling geleid tot een vaststelling van 58,44% arbeidsongeschiktheid door het UWV. Eiseres was het niet eens met deze beoordeling en stelde dat zij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was. De rechtbank heeft het procesverloop en de medische rapporten van de verzekeringsartsen beoordeeld. De rechtbank concludeert dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat de verzekeringsgeneeskundige beoordeling van het UWV juist is. Eiseres heeft onvoldoende bewijs geleverd dat haar beperkingen niet adequaat zijn meegenomen in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML). De rechtbank oordeelt dat de geduide functies door de arbeidsdeskundige passend zijn voor eiseres, en verklaart het beroep ongegrond.