ECLI:NL:RBDHA:2022:506
Rechtbank Den Haag
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake afwijzing aanvraag Ziektewetuitkering zonder verzekeringsarts onderzoek
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 5 januari 2022, wordt de zaak behandeld van een eiser die een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) heeft aangevraagd. De aanvraag is door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) afgewezen, omdat eiser volgens het Uwv geschikt zou zijn voor bepaalde werkzaamheden. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep (b&b) onzorgvuldig heeft gehandeld door hem niet fysiek te onderzoeken en geen informatie van de behandelend sector te verzamelen. De rechtbank oordeelt dat het medisch onderzoek niet voldoende zorgvuldig is geweest, omdat eiser in zowel de primaire als de bezwaarfase niet fysiek door een verzekeringsarts is gezien. De rechtbank verwijst naar een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, waarin is gesteld dat in dergelijke gevallen een fysiek onderzoek door de verzekeringsarts b&b noodzakelijk is. De rechtbank geeft het Uwv de gelegenheid om de geconstateerde gebreken te herstellen door eiser alsnog fysiek te onderzoeken. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak, waarbij ook de proceskosten en het griffierecht nog niet zijn vastgesteld. Eiser kan binnen vier weken na het herstel van het gebrek zijn zienswijze naar voren brengen. Tegen deze tussenuitspraak staat nog geen hoger beroep open, maar dit kan wel tegelijk met de einduitspraak worden ingesteld.