De onrechtmatige strategie van Crossroads, bestond uit de volgende stappen:
(i) een geheime regeling tot stand brengen tussen enerzijds Crossroads en anderzijds met [verw 2,3,4] (zijnde [verweerder 6] en de andere vennoten in de CV), die meewerken aan het besluit om [verzoekers] uit de CV stoten en hiervoor een aandelenbelang in de nieuwe structuur krijgen);
(ii) Crossroads is daarna begonnen met het uitwinnen van haar aan de financiering verbonden zekerheden, terwijl daarvoor geen aanleiding betond. De (financiële) vooruitzichten voor de DanZep-groep waren beter dan ooit en was geen sprake van enige financiële tekortkoming uit hoofde van de financieringsovereenkomsten. Het was Crossroads met de executie van haar zekerheidsrechten niet (primair) te doen om haar leningsvordering op de DanZep-groep voldaan te krijgen; maar zij beoogde primair de onderneming van de DanZep-groep in handen te krijgen, ten koste van (alleen) [verzoekers] , en zij heeft haar zekerheidsrechten in ieder geval op zodanige wijze ingezet dat [verzoekers] disproportioneel werd benadeeld, en als enige commandiet, met lege handen achterbleef;
(iii) Door het uitwinnen van de zekerheidsrechten kreeg Crossroads de controle over
alle entiteiten in de groep. Zij heeft met gebruikmaking van die machtspositie
en met de steun van de medevennoten van [verzoekers] (met wie Crossroads een
geheime regeling had getroffen) vervolgens de geldstromen (in het bijzonder: de
huurstromen) binnen de DanZep-groep zodanig verlegd, dat de winsten niet langer naar de CV (waarin Crossroads geen, en [verzoekers] wél een belang heeft) toevloeiden, maar naar de entiteiten waarin Crossroads (indirect) enig aandeelhouder was (en de medevennoten een belang was toegezegd). Daarnaast heeft Crossroads haar machtspositie misbruikt om haar leningsvordering op de CV onnodig op te laten lopen van EUR 22.403.557,-- in februari 2017 tot EUR 46.934.311 miljoen in juni 2021, ten koste van uitsluitend [verzoekers] .
(iv) Tot slot heeft Crossroads ook de hotelpanden toegeëigend en de daarvoor
verschuldigde koopsom verrekend met haar opgeklopte vordering op de groep.