ECLI:NL:RBDHA:2022:4679

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 mei 2022
Publicatiedatum
17 mei 2022
Zaaknummer
C/09/614337 / HA ZA 21-593
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Merkinbreuk door ongeoorloofde parallelhandel en kostenveroordeling op basis van liquidatietarief

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de rechtspersoon naar vreemd recht Marmarabirlik, gevestigd in Turkije, en Omur Markt B.V., een supermarkt in Amersfoort. Marmarabirlik vorderde dat Omur Markt de inbreuk op haar Uniemerk zou staken, omdat Omur Markt zonder toestemming blikken olijven met het merk 'Marmarabirlik' verkocht, die bestemd waren voor de Turkse markt. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van ongeoorloofde parallelhandel, wat een vorm van merkinbreuk is. De rechtbank stelde vast dat Omur Markt producten had verhandeld die onder het merk van Marmarabirlik vielen, zonder daarvoor toestemming te hebben verkregen. De rechtbank heeft Omur Markt veroordeeld tot het staken van de inbreuk, het verstrekken van informatie over de afnemers en het overdragen van de nog in voorraad zijnde producten aan Marmarabirlik. Daarnaast werd Omur Markt veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding, op te maken bij staat, en de proceskosten. De rechtbank heeft de vorderingen van Marmarabirlik grotendeels toegewezen, met uitzondering van enkele onderdelen die onvoldoende onderbouwd waren. De kostenveroordeling werd gebaseerd op het liquidatietarief, waarbij de rechtbank de proceskosten heeft vastgesteld op € 1.902,71, vermeerderd met nakosten en wettelijke rente.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/614337 / HA ZA 21-593
Vonnis van 4 mei 2022 (bij vervroeging)
in de zaak van
de rechtspersoon naar vreemd recht
MARMARABIRLIK,
te Bursa-Basköy, Turkije,
eiseres,
advocaat mr. A. Kara te Maastricht,
tegen
OMUR MARKT B.V.,
te Amersfoort,
gedaagde,
advocaat mr. F. Jagersma te Amstelveen.
Partijen zullen hierna Marmarabirlik en Omur Markt genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding tevens vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv [1] (hierna aangeduid als: het incident) van 22 maart 2021, met producties EP01 t/m EP11, aangebracht bij de rechtbank Midden-Nederland;
  • de conclusie van antwoord in het incident betreffende voorlopige voorzieningen ex artikel 223 Rv, met producties GP01 en GP02;
  • de akte uitlaten producties van Marmarabirlik van 12 mei 2021, met productie EP12;
  • de akte inzake productie 12 van Omur Markt van 26 mei 2021;
  • het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 9 juni 2021, waarin zij zich onbevoegd heeft verklaard om van de zaak kennis te nemen en de zaak heeft verwezen naar de rechtbank Den Haag;
  • het oproepingsexploot van 23 juni 2021;
  • de conclusie van antwoord in de hoofdzaak van Omur Markt van 15 september 2021, met productie GP03;
  • de akte overlegging producties van Marmarabirlik van 29 september 2021, met producties EP13 t/m EP21;
  • het tussenvonnis van 23 februari 2022, waarin een mondelinge behandeling is bepaald op 5 april 2022;
  • de op 4 april 2022 door Marmarabirlik toegestuurde kostenopgave ex artikel 1019h Rv;
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 5 april 2022.
1.2.
Het proces-verbaal van de mondelinge behandeling is met instemming van partijen buiten hun aanwezigheid opgemaakt. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om opmerkingen te maken over het proces-verbaal voor zover het feitelijke onjuistheden betreft. Partijen hebben van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
1.3.
De rechtbank heeft tot slot beslist dat er vandaag een vonnis wordt gewezen.

2.De feiten (in de hoofdzaak en in het incident)

2.1.
Marmarabirlik produceert en distribueert producten voor zowel de EER-markt alsook voor markten buiten de EER. Zij brengt codes en inhouds(maat)aanduidingen op haar producten aan opdat zij kan nagaan waar en wanneer haar producten door haar in de handel zijn gebracht.
2.2.
Producten die bestemd zijn voor de Turkse interne markt worden voorzien van de volgende productcode:
“T.E.T.T.: DD/MM/JJJJ
P: x-x (hr:min)”
2.3.
De letters T.E.T.T. zijn een afkorting van de woorden die in de Turkse taal de houdbaarheidsdatum aangeven.
2.4.
Marmarabirlik is houdster van het op 10 maart 1999 geregistreerde en hieronder weergegeven Uniebeeldmerk (hierna: het Merk), geregistreerd onder nummer 000681361 voor waren en diensten in klasse 29 (vlees, vis, gevogelte en wild, vleesextracten, geconserveerde, gedroogde en gekookte vruchten en groenten, met name zwarte en groene olijven en met name zwarte en groene olijvenpasta; eetbare oliën, met name olijfolie):
2.5.
Uit de registratie van het Merk blijken de volgende gegevens:
2.6.
Omur Markt is een in Amersfoort gevestigde supermarkt. Omur Markt biedt (onder meer) blikken met olijven aan, die voorzien zijn van het Merk (hierna: de Marmarabirlik-producten).
2.7.
Op 15 oktober 2020 heeft een door Marmarabirlik ingeschakelde deurwaarder geconstateerd dat Omur Markt ingeblikte zwarte olijven van het merk ‘Marmarabirlik’ verkocht en dat deze blikken voorzien waren van het stempel “T.E.T.T.: 08/05/2022”.
2.8.
Op 29 oktober 2020 heeft mr. Kara aan Omur Markt een sommatiebrief gestuurd, waarin wordt gesommeerd de verkoop van de Marmarabirlik-producten voorzien van de T.E.T.T.-code te staken en gestaakt te houden en waarin wordt verzocht de met de sommatie meegestuurde onthoudingsverklaring ondertekend te retourneren. De eerste regel van de sommatiebrief luidt als volgt:
“Ik wend mij tot u namens cliënte – Marmara Zeytin Tarim Satis Koopeatifleri Birligi (Marmarabirlik), u wel bekend – met het volgende:”
2.9.
Omur Markt heeft aan deze sommatie geen gehoor gegeven.
2.10.
Op 31 oktober 2020 en op 19 december 2020 heeft een door Marmarabirlik ingeschakelde deurwaarder geconstateerd dat bij Omur Markt ingeblikte zwarte olijven van het merk ‘Marmarabirlik’ met korting (in de aanbieding) worden verkocht en dat deze blikken voorzien waren van een “T.E.T.T”-stempel.
2.11.
Op 21 december 2020 heeft mr. Kara namens “Marmara Zeytin Tarim Satis Koopeatifleri Birligi (Marmarabirlik)” Omur Markt opnieuw gesommeerd de inbreuk op het Merk te staken en gestaakt te houden en verzocht de met de sommatie meegestuurde onthoudingsverklaring ondertekend te retourneren. Omur Markt heeft ook aan deze sommatie geen gehoor gegeven.

3.Het geschil

In de hoofdzaak

3.1.
Marmarabirlik vordert (samengevat en na vermindering van eis ter zitting) dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I: Omur Markt beveelt de inbreuk op het Merk te staken en gestaakt te houden;
II: Omur Markt beveelt aan de advocaat van Marmarabirlik schriftelijk en vergezeld van alle relevante documentatie, gegevens en bewijsstukken de volgende informatie te verstrekken, opgesteld en goedgekeurd door een onafhankelijke registeraccountant:
de volledige n.a.w.-gegevens van degene(n) die voor Omur Markt de Marmarabirlik-producten voorzien van de T.E.T.T. code heeft gekocht dan wel ter beschikking heeft gesteld;
de volledige n.a.w.-gegevens van alle afnemers binnen de Europese Unie, althans Nederland, waaraan Omur Markt de Marmarabirlik-producten voorzien van de T.E.T.T. code heeft geleverd of levert, met per afnemer een specificatie van de verkoopovereenkomst, alsmede de data van levering;
het totaal aantal Marmarabirlik-producten voorzien van de T.E.T.T. code dat door of in opdracht van Omur Markt in de Europese Unie althans Nederland, tot op de dag van opgave werd geproduceerd en/of aangeboden, verkocht, gedistribueerd of anderszins verhandeld;
het totaal aantal Marmarabirlik-producten voorzien van de T.E.T.T. code dat Omur Markt op de dag van betekening van dit vonnis zelf of door middel van derden, in voorraad heeft.
III: Omur Markt beveelt een brief te schrijven aan haar afnemers met het verzoek de Marmarabirlik-producten te retourneren (de zogenaamde
recall);
IV: Omur Markt beveelt de totale hoeveelheid nog in voorraad zijnde Marmarabirlik-producten voorzien van de T.E.T.T. code aan Marmarabirlik in eigendom over te dragen althans af te geven ter vernietiging, onbruikbaarmaking en/of ter verdere bewaring in afwachting van een definitieve bestemming;
V: Omur Markt veroordeelt tot betaling van een onmiddellijk opeisbare dwangsom indien Omur Markt in strijd handelt met de bevelen zoals gevorderd onder I t/m IV;
VI: Omur Markt veroordeelt tot betaling van een schadevergoeding, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 30 september 2020;
VII: Omur Markt veroordeelt in de kosten van deze procedure op de voet van artikel 1019h Rv, vermeerderd met de nakosten en de wettelijke rente.
3.2.
Marmarabirlik legt aan deze vorderingen – verkort weergegeven – ten grondslag dat Omur Markt inbreuk maakt op haar Merk door zonder haar toestemming blikken olijven voorzien van het Merk en van de productcode die wordt gebruikt voor de Turkse markt (zoals hiervoor weergegeven onder 2.2) te verhandelen (zogenaamde ongeoorloofde parallelhandel). Marmarabirlik wenst dit ongeoorloofde gebruik van haar Merk door Omur Markt een halt toe te roepen op grond van artikel 9 lid 2 sub a en lid 3 UMVo [2] .
3.3.
Omur Markt voert gemotiveerd verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van Marmarabirlik in de kosten van dit geding overeenkomstig artikel 1019h Rv.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna – voor zover van belang – nader ingegaan.
In het incident
3.5.
Marmarabirlik vordert (samengevat) dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, vooruitlopend op het vonnis in de hoofdzaak, Omur Markt beveelt de inbreuk op het Merk te staken en gestaakt te houden en een opgave te doen zoals ook in de hoofdzaak onder II is gevorderd, met veroordeling van Omur Markt in de volledige proceskosten overeenkomstig artikel 1019h Rv, vermeerderd met nakosten en wettelijke rente.
3.6.
Aan deze vorderingen legt Marmarabirlik – net als in de hoofdzaak – ten grondslag dat Omur Markt zich schuldig maakt aan ongeoorloofde parallelhandel.
3.7.
Omur Markt voert gemotiveerd verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen in dit incident, met veroordeling van Marmarabirlik in de kosten van dit geding overeenkomstig artikel 1019h Rv.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna – voor zover van belang – nader ingegaan.

4.De beoordeling

In de hoofdzaak en in het incident

Bevoegdheid van de rechtbank
4.1.
De rechtbank stelt vast dat de vorderingen in de hoofdzaak en het incident van Marmarabirlik gegrond zijn op een Uniemerk. De rechtbank is op grond van artikel 123 lid 1, 124 aanhef en onder a en 125 lid 1 jo. artikel 131 lid 2 UMVo in combinatie met artikel 3 van de Uitvoeringswet EG-verordening inzake het Gemeenschapsmerk dan ook bevoegd van het geschil in de hoofdzaak en in het incident kennis te nemen, omdat Omur Markt gevestigd is in Nederland. Deze bevoegdheid strekt zich uit tot de gehele Europese Unie.
In de hoofdzaak
Geldigheid dagvaarding
4.2.
Omur Markt stelt dat de volledige naam, rechtsvorm, adres en woonplaats van Marmarabirlik in de dagvaarding ontbreekt. Indien en voor zover Omur Markt hiermee bedoelt te betogen dat de dagvaarding nietig is, gaat de rechtbank aan dit verweer voorbij. Daartoe wordt het volgende overwogen.
4.3.
Op grond van artikel 45 lid 3 sub b Rv vermeldt een exploot de naam, en in het geval van een natuurlijk persoon tevens de voornamen, en de woonplaats van degene op wiens verzoek de betekening geschiedt. Als niet (volledig) aan dit vereiste is voldaan, dient te worden beoordeeld of dit gebrek nietigheid van de dagvaarding met zich brengt. Dat is slechts dan het geval, indien in de concrete situatie aannemelijk is dat degene voor wie het exploot bestemd is, door dit gebrek onredelijk is benadeeld. Daarvan is naar het oordeel van de rechtbank in dit geval geen sprake. In de op 29 oktober 2020 en 21 december 2020 aan Omur Markt verzonden sommaties (zie hiervoor onder 2.8 en 2.11) is immers de volledige naam van Marmarabirlik weergegeven, waarbij bovendien ook de verkorte naam ‘Marmarabirlik’ zoals thans in de dagvaarding weergegeven, tussen haakjes is genoemd. Voornoemde volledige naam stemt bovendien overeen met de naam van de houder van het Merk als weergegeven in het merkenregister (zie hiervoor onder 2.5). Daarmee is het voor Omur Markt voldoende duidelijk (althans dat had het haar moeten zijn) welke partij haar in deze procedure heeft betrokken. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Marmarabirlik bovendien nog bevestigd dat de in de sommaties en de Uniemerkregistratie genoemde onderneming Marmarabirlik in deze procedure de eisende partij is. De conclusie is dan ook dat Omur Markt door de onvolledige weergave van de naam in de dagvaarding niet in haar belangen is geschaad, wat meebrengt dat deze onvolledigheid geen nietigheid van de dagvaarding met zich brengt.
Vertegenwoordigingsbevoegdheid advocaat
4.4.
Omur Markt heeft als verweer gevoerd dat mr. Kara niet bevoegd is Marmarabirlik te vertegenwoordigen, althans dat van die bevoegdheid niet is gebleken. Het is de rechtbank niet duidelijk welk belang van Omur Markt met deze stellingname gediend is. Mr. Kara heeft tijdens de mondelinge behandeling nogmaals bevestigd de Turkse onderneming Marmarabirlik te vertegenwoordigen, de eisende partij in deze procedure (zie 4.3). De rechtbank heeft geen reden om aan deze verklaring te twijfelen.
Is er sprake van merkinbreuk?
4.5.
Op grond van artikel 9 lid 2 sub a UMVo is het de merkhouder toegestaan iedere derde die niet zijn toestemming hiertoe heeft verkregen, het gebruik van een teken in het economische verkeer voor waren en diensten te verbieden wanneer het teken gelijk is aan het Uniemerk en wordt gebruikt voor waren of diensten die gelijk zijn aan die waarvoor het Uniemerk is ingeschreven.
4.6.
Marmarabirlik stelt dat er sprake is van ongeoorloofde parallelhandel, omdat Omur Markt zonder haar toestemming blikken olijven die bestemd zijn voor de Turkse markt in haar winkel heeft verhandeld. Marmarabirlik onderbouwt deze stelling door te verwijzen naar de processen-verbaal van de deurwaarder waarin de deurwaarder heeft verklaard dat er bij Omur Markt producten voorzien van het Merk en afgestempeld met de T.E.T.T. code zijn aangetroffen. Vaststaat dat deze code de afkorting weergeeft van de Turkse woorden die de houdbaarheidsdatum van een product aangeven (zie 2.3).
4.7.
Omur Markt heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat zij de blikken olijven waarop het stempel met de T.E.T.T. code staat en die zij in haar supermarkt heeft verkocht, heeft ingekocht bij een groothandel in Turkije, die de blikken rechtstreeks aan Omur Markt heeft geleverd. Daarmee heeft Omur Markt erkend dat zij producten afkomstig uit Turkije en bestemd voor de Turkse markt, in de Europese Unie op de markt heeft gebracht. Voor deze verhandeling heeft zij geen toestemming van Marmarabirlik verkregen. Dit brengt mee dat sprake is van ongeoorloofde parallelhandel, een vorm van merkinbreuk, waartegen Marmarabirlik op grond van artikel 9 lid 2 sub a UMVo mag optreden.
4.8.
De stelling van Omur Markt dat Marmarabirlik er nooit blijk van heeft gegeven dat zij bezwaar heeft tegen de import en verkoop van deze producten door Omur Markt, gaat niet op omdat die strijdig is met de vaststaande feiten. Omur Markt is immers meerdere keren door de advocaat van Marmarabirlik aangeschreven en gesommeerd de merkinbreuk te staken en gestaakt te houden (zie 2.8 en 2.11). Dat Marmarabirlik ervoor heeft gekozen Omur Markt niet eerst zelf aan te schrijven, maar dit heeft overgelaten aan haar advocaat, maakt dat niet anders.
4.9.
Omur Markt heeft in haar conclusie van antwoord nog gesteld dat er sprake zou zijn van uitputting zoals bedoeld in artikel 15 lid 1 UMVo. De bewijslast van de stelling dat er sprake is van uitputting, rust op Omur Markt. Omur Markt heeft haar stelling echter niet – ook niet nadat daar tijdens de mondelinge behandeling uitdrukkelijk om is verzocht – toegelicht. Dit verweer wordt daarom als onvoldoende onderbouwd gepasseerd.
De vorderingen
4.10.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat Omur Markt inbreuk maakt op het merkenrecht van Marmarabirlik. Het onder I gevorderde stakingsbevel wordt op de in 5.1 vermelde wijze toegewezen. Ook de hieraan gekoppelde dwangsom als stimulans ter nakoming zal op de in 5.1 vermelde wijze worden toegewezen, waarbij tevens een maximum zal worden gesteld aan de te verbeuren dwangsommen.
4.11.
De onder II gevorderde opgave zal worden toegewezen, behoudens de volgende onderdelen.
4.12.
Voor zover is gevorderd dat de opgave door een registeraccountant wordt opgesteld en goedgekeurd, zal deze vordering worden afgewezen. Het gevorderde komt erop neer dat de registeraccountant een verklaring geeft dat de opgave, voor zover verifieerbaar, een getrouwe weergave van de werkelijkheid vormt en/of dat er geen aanwijzingen zijn dat de opgave onjuist of onvolledig is. Dit vormt een opdracht die aspecten van
assuranceheeft, die de accountant op grond van zijn beroepsregels alleen kan geven als aan specifieke vereisten is voldaan. Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat toewijzing van een daarop gerichte vordering tot executieproblemen kan leiden, aangezien een registeraccountant op grond van zijn beroepsregels niet zonder meer conclusies kan trekken die zekerheid geven over de juistheid en volledigheid van de opgave. [3]
4.13.
De onder II sub b gevorderde opgave van informatie over de afnemers is alleen toewijsbaar voor zover deze betrekking heeft op afnemers die niet de eindgebruikers zijn. Omur Markt heeft betwist dat zij de Marmarabirlik-producten voorzien van de T.E.T.T. code (ook) aan zakelijke afnemers heeft geleverd; als supermarkt levert zij enkel aan consumenten. Marmarabirlik heeft haar (impliciete) stelling dat Omur Markt (ook) aan zakelijke afnemers heeft geleverd, niet toegelicht. Dit had naar het oordeel van de rechtbank wel van haar verlangd mogen worden, nu supermarkten doorgaans enkel aan eindgebruikers leveren. De rechtbank kan daarom niet vaststellen dat Omur Markt de uit Turkije geïmporteerde Marmarabirlik-producten voorzien van de T.E.T.T. code aan zakelijke afnemers heeft geleverd, zodat de onder II sub b gevorderde opgave zal worden afgewezen.
4.14.
De onder III gevorderde
recall(dat wil zeggen: het benaderen van de afnemers van Omur Markt met de vraag de geleverde Marmarabirlik-producten voorzien van de T.E.T.T. code terug te sturen) wordt onder verwijzing naar hetgeen hiervoor onder 4.13 is overwogen, eveneens afgewezen. Immers, een dergelijke vordering is slechts toewijsbaar voor zover het om verkoop van Marmarabirlik-producten gaat die aan zakelijke afnemers zijn geleverd, terwijl niet kan worden vastgesteld dat Omur Markt deze producten aan zakelijke afnemers heeft geleverd.
4.15.
De onder IV gevorderde afgifte op kosten van Omur Markt is ter versterking van het inbreukverbod toewijsbaar.
4.16.
Om te bevorderen dat dit vonnis door Omur Markt zal worden nagekomen, zal de door Marmarabirlik onder V gevorderde dwangsom worden toegewezen zoals hierna in 5.5 is weergegeven en zal er een maximum worden gesteld aan de te verbeuren dwangsommen. Nu aan de vordering onder I al een aparte dwangsom is gekoppeld, zal de dwangsom worden beperkt tot de toe te wijzen bevelen zoals gevorderd onder II, III en IV.
4.17.
Uit de vaststelling van merkinbreuk volgt ook dat het aannemelijk is dat Marmarabirlik schade heeft geleden en dat zij in beginsel recht heeft op vergoeding van de door haar als gevolg van deze inbreuk geleden schade. Marmarabirlik vordert schadevergoeding, onder meer bestaande uit geleden verlies of gederfde winst. De omvang van de schade kan pas begroot worden nadat Omur Markt aan de gevorderde opgaveverplichting heeft voldaan. De vordering tot schadevergoeding, nader op te maken bij staat, zal dan ook worden toegewezen. De gevorderde wettelijke rente over de schade zal op de in 5.6 vermelde wijze worden toegewezen.
4.18.
Omur Markt zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de hoofdzaak. Marmarabirlik heeft aanspraak gemaakt op vergoeding van de volledige proceskosten als bedoeld in artikel 1019h Rv, maar zij heeft nagelaten deze kosten conform de Indicatietarieven in IE-zaken (versie april 2017) [4] tijdig te specificeren. Marmarabirlik heeft immers pas op 4 april 2022, één dag voor de mondelinge behandeling, een volledige kostenopgave in het geding gebracht, terwijl zij conform de Indicatietarieven in IE-zaken gehouden was deze kostenopgave al over te leggen binnen dezelfde termijn die geldt voor het indienen van de laatste producties (zie aantekening 6 bij de Indicatietarieven). Deze termijn is overeenkomstig artikel 4.6. van het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken in het tussenvonnis van 23 februari 2022 gesteld op uiterlijk tien dagen vóór de zittingsdatum. Het voorgaande brengt mee dat de kostenspecificatie buiten beschouwing zal worden gelaten en de gevorderde kostenveroordeling niet op grond van artikel 1019h Rv zal worden uitgesproken.
4.19.
De rechtbank zal bij de vaststelling van het salaris van de advocaat evenwel aansluiting zoeken bij de liquidatietarieven civiel zoals die gelden voor uitspraken op of na 1 februari 2021, waarbij wordt uitgegaan van tarief II voor vorderingen van onbepaalde waarde. Dit betekent dat aan salaris advocaat een bedrag van € 1.126,- (2 punten à € 563,- [5] ) wordt toegewezen. Dit bedrag wordt verhoogd met het griffierecht van € 667,- en de deurwaarderskosten van € 109,71, zodat het totaal toe te wijzen bedrag aan proceskosten
€ 1.902,71 bedraagt.
4.20.
Voor een (separate) veroordeling in de gevorderde nakosten bestaat geen grond, nu de kostenveroordeling ook voor deze nakosten een executoriale titel oplevert. De nakosten zullen overeenkomstig het per 1 februari 2021 geldende liquidatietarief [6] worden begroot op € 163,- zonder betekening en op € 248,- in geval van betekening. De over de proceskosten gevorderde rente zal als onbetwist worden toegewezen.
In het incident
4.21.
De vorderingen in het incident zijn gelijkluidend aan onderdelen I en II van de vordering in de hoofdzaak. Nu deze onderdelen in de hoofdzaak in dit vonnis worden toegewezen, heeft Marmarabirlik geen belang meer bij een oordeel over haar vordering tot het treffen van een provisionele voorziening.
4.22.
In dit incident heeft Marmarabirlik te gelden als de in het ongelijk gestelde partij, reden waarom zij moet worden veroordeeld in de proceskosten van Omur Markt. Nu de incidentele vorderingen gelijkluidend zijn aan onderdelen van hetgeen in de hoofdzaak is gevorderd en bovendien de opgeworpen verweren in de hoofdzaak en het incident overeenstemmen, begroot de rechtbank de proceskosten van Omur Markt in het incident op nihil.

5.De beslissing

De rechtbank
In de hoofdzaak
5.1.
beveelt Omur Markt om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis binnen de Europese Unie iedere inbreuk op het Merk te staken en gestaakt te houden, waaronder mede begrepen ieder aanbieden en verhandelen van producten onder het Merk, welke producten gelijk of soortgelijk zijn aan de waren waarvoor het Merk is geregistreerd, alsmede elk ander gebruik van het Merk of daarmee overeenstemmend teken in verband met bedoeld aanbieden of verhandelen in de Europese Unie, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,- per dag (waarbij een gedeelte van een dag als volle dag wordt gerekend) dat Omur Markt dit bevel geheel of gedeeltelijk niet opvolgt, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 50.000,-;
5.2.
beveelt Omur Markt om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis aan de advocaat van Marmarabirlik schriftelijk en gemotiveerd en vergezeld van alle relevante documentatie, gegevens en bewijsstukken, de volgende informatie te verstrekken:
de volledige n.a.w.-gegevens van degene(n) die voor Omur Markt de Marmarabirlik-producten voorzien van de T.E.T.T. code heeft gekocht, dan wel ter beschikking heeft gesteld;
het totaal aantal Marmarabirlik-producten voorzien van de T.E.T.T. code dat door of in opdracht van Omur Markt in de Europese Unie tot op de dag van opgave werd geproduceerd en/of aangeboden, verkocht, gedistribueerd of anderszins verhandeld;
het totaal aantal Marmarabirlik-producten voorzien van de T.E.T.T. code dat Omur Markt op de dag van betekening van dit vonnis zelf, of door middel van derden, in voorraad heeft;
5.3.
beveelt Omur Markt om binnen dertig dagen na betekening van dit vonnis de totale hoeveelheid nog in voorraad zijnde Marmarabirlik-producten voorzien van de T.E.T.T. code op een door de advocaat van Marmarabirlik nader aan te geven locatie aan Marmarabirlik in eigendom over te dragen, althans aan haar af te geven ter vernietiging, onbruikbaarmaking en/of verdere bewaring in afwachting van een definitieve bestemming, op kosten van Omur Markt;
5.4.
veroordeelt Omur Markt tot betaling aan Marmarabirlik van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 1.000,- per dag (waarbij een gedeelte van een dag als hele dag wordt gerekend) dat Omur Markt in strijd handelt met de onder 5.2, 5.3 en 5.4 gegeven bevelen, dan wel voor iedere afzonderlijke, gehele of gedeeltelijke overtreding van één van deze twee bevelen, zulks ter vrije keuze van Marmarabirlik, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 25.000,-;
5.5.
veroordeelt Omur Markt tot betaling aan Marmarabirlik van een schadevergoeding voor de door Marmarabirlik ten gevolge van het inbreukmakende handelen door Omur Markt geleden en nog te lijden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke rente over de in de schadestaatprocedure toe te wijzen schadeposten, waarbij in die procedure zal worden bepaald of en zo ja, vanaf wanneer de wettelijke rente over de desbetreffende schadeposten verschuldigd is;
5.6.
veroordeelt Omur Markt in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van Marmarabirlik begroot op € 1.902,71 aan advocaatkosten en op € 163,- (zonder betekening) en € 248,- (met betekening) aan nakosten, één en ander vermeerderd met de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 BW [7] vanaf de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van algehele voldoening;
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.8.
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd;
In het incident
5.9.
wijst het gevorderde af;
5.10.
veroordeelt Marmarabirlik in de kosten van dit incident, tot op heden aan de zijde van Omur Markt begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.C. Kranenburg en in het openbaar uitgesproken door mr. P. Dondorp, rolrechter, op 4 mei 2022.

Voetnoten

1.Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
2.Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk
3.Gerechtshof Den Haag 24 juli 2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:1907, r.o. 5.11
4.
5.1 punt voor de dagvaarding en 1 punt voor de mondelinge behandeling.
6.Dit tarief is te raadplegen op www.rechtspraak.nl (Aanbeveling tarieven kort gedingen kantonzaken en handelszaken) en is van toepassing op zaken waarin op of na 1 februari 2021 vonnis wordt gewezen.
7.Burgerlijk Wetboek