Deze bewezenverklaring steunt op onder meer de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen, nummer 2013141886-AH-01-01-01, d.d. 17 december 2013 (p. 23 van een dossier met nummer 2013141886), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven -:
als relaas van verbalisanten:
Op zondag 15 december 2013 omstreeks 23:45 uur deden wij een instap in een stal gelegen aan de [a-straat] te Kootstertille met als doel de aanhouding van verdachte [verdachte] . Ik zag een ladder staan tegen een zoldertje. Achter het luik zag ik een ruimte die was ingericht als woning. Rechts achter in deze ruimte zag ik een bed staan. Ik zag dat [verdachte] onder de dekens vandaan kwam.
2. Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen, nummer 2013141886-AH-02-01, d.d. 17 december 2013 (p. 35 en verder van het onder 1 genoemde dossier), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven -:
als relaas van verbalisant:
Op maandag 16 december 2013 te 0:05 uur werd door mij voor een doorzoeking ter inbeslagneming binnengetreden in een schuur/verblijfplaats gelegen aan de [a-straat 1] te Kootstertille .
Tijdens de doorzoeking is het volgende in beslaggenomen:
- Een laptoptas met hierin een automatisch vuurwapen, gelijkend op een UZI met munitie; aangetroffen achter het bed, tussen de achterkant van het bed en de muur.
De bewoner, [betrokkene 1] , verklaarde het volgende:
In de schuur verblijft [verdachte] . Hij is hier elke dag.
(...)
4. De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, d.d. 30 juni 2014, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven -:
Ik was in de nacht van 15 op 16 december 2013 bij [betrokkene 1] in Kootstertille . Ik bleef wel vaker een nachtje bij hem slapen. In dit geval een paar nachten ja, dit was de derde nacht. Ik ken het wapen waarvan u zegt dat het aan het hoofdeinde van het bed waarin ik sliep is aangetroffen. Ik ken het wapen omdat ik er zelf een handvat onder heb gezet omdat er een terugslag was. Bij een enkel schot had je geen last, maar wel als je hem automatisch deed. We hebben met dat wapen op het land geoefend. Ik heb het meegenomen naar huis om het te verbouwen.
Het wapen is niet bij mij thuis gebleven. We hebben het direct in een stuk maisland tegen een boom uitgeprobeerd. In Kootstertille , daar is het gebracht.
De uzi was wel bedoeld om af te schrikken. Die patronen zijn er later bijgekomen.
Ik wist wel dat de uzi in Kootstertille was.
5. Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen, nummer PL02R2-2014028193-3, d.d. 18 maart 2014 (p. 25 en verder van een dossier met nummer PL02R2-2014028193), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven -:
als relaas van verbalisant:
hedenmorgen, 18 maart 2014, sprak ik met een inwoner van Damwoude. Hij heeft een aantal feiten toegelicht:
Ik was bij [betrokkene 2] . [verdachte] uit [plaats] was daar ook. [verdachte] vertelde dat hij een wapen nodig had, omdat de politie alles van hem afgepakt had, ook de wapens. Hij vertelde dat een uzi van hem afgepakt was. Hij had onder deze Uzi een ding gemaakt waar hij het wapen mee vast kon houden. Ik hoorde dat [verdachte] aan [betrokkene 2] vroeg of hij geen wapen had dat 24 keer kon schieten.
Ik hoorde dat [verdachte] zei dat hij een politieagent recht in de ogen wilde kijken en deze vervolgens dood wilde schieten, de rotzak had hem alles afgepakt.
Ik zag dat [betrokkene 2] een wapen pakte. [verdachte] zei dat hij beslist een wapen in huis wilde hebben omdat er regelmatig politie kwam en die ene politieagent zou hij doodschieten.
6. Een in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt proces-verbaal van verhoor, nummer PL02AD-2014028193-18, d.d. 19 maart 2014 (p. 42 en verder van het onder 5 genoemde dossier), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven -:
als verklaring van getuige [betrokkene 2] :
Ik woon te Damwoude aan de [b-straat 1] . Ik heb ongeveer 3 maanden geleden (het hof begrijpt: in januari 2014) een vuurwapen, namelijk een revolver, aan [verdachte] verkocht. Ik was bij [verdachte] thuis, samen met [betrokkene 3] (het hof begrijpt: [betrokkene 3] ). Tijdens het gesprek dat volgde vertelde [verdachte] een heel verhaal over de dieren die bij hem waren weggehaald. Dit zat [verdachte] behoorlijk dwars.
[verdachte] vroeg toen aan mij en [betrokkene 3] of wij ook aan een vuurwapen konden komen. Ik zei tegen [verdachte] dat ik wel iemand wist die wel aan wapens kon komen.
Het contact bracht het wapen bij mij thuis. Het was een éénschotsrevolver met 50 patronen. Ik heb [verdachte] opgebeld en vervolgens kwam hij met [betrokkene 3] bij mij thuis. Ik heb de revolver en de munitie aan [verdachte] laten zien. Men (het hof begrijpt: de politie) had alles bij hem weggehaald en hij wilde nu beslist een wapen hebben. [verdachte] heeft toen de revolver en munitie meegenomen naar huis.
[verdachte] liet zich wel uit dat hij de man die verantwoordelijk was voor het weghalen van zijn beesten en die iedere keer weer achter hem aanzat een kogel door zijn kop wilde schieten.
Hij wilde die man in de ogen kijken en dan een kogel door het hoofd schieten.
7. Een in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt proces-verbaal van verhoor, nummer PL02AD-2014028193-31, d.d. 20 maart 2014 (p. 47 en verder van het onder 5 genoemde dossier), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven -:
als verklaring van getuige [betrokkene 2] :
[verdachte] had het steeds over één man. Ik zag en kon wel horen dat [verdachte] razend was. Ik hoorde wel dat [verdachte] het had over een politieman. Die zat hem steeds dwars.
8. Een kennisgeving van inbeslagneming, nummer PL02AD-2014028193-15, d.d. 19 maart 2014 (p. 3 en verder van het onder 5 genoemde dossier), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven -:
Inbeslagneming:
Plaats: [c-straat 1] , [plaats]
Datum en tijd: 19 maart 2014 te 08.00 uur
Omstandigheden: tijdens doorzoeking in woning van verdachte [verdachte] aangetroffen.
Volgnummer 2:
Object: Munitie (patroon)
Aantal: 49
Merk/Type: Federal Lightning
Munitienummer: .22 Long Rifle
Volgnummer 3:
Object: Vuurwapen (revolver)
Merk/Type: Gerstenberger Long Rifle
9. Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal, nummer 02-2014028193, d.d. 9 april 2014 (p. 33 en verder van het onder 5 genoemde dossier), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven -:
als relaas van verbalisant:
Door personeel van de politie Eenheid Noord-Nederland werden binnen het onderzoek onder BVH nummer 02-201428193 op een vuurwapen en munitie gelijkende voorwerpen inbeslaggenomen.
Wapen:
Het vuurwapen betreft een enkelschots vuurwapen in de vorm van een revolver.
Merk: Gerstenberger und Eberwein
Model: enkelschots
Kaliber: .22 LR
Het voorwerp is geschikt om projectielen door een loop af te schieten en is voorzien van een cilinder met één ligplaats voor een kogelpatroon van het kaliber .22 LR. De werking van het voorwerp berust op het teweeg brengen van een scheikundige ontploffing.
Het voorwerp is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie.
Munitie:
Soort: Randvuur kogelpatronen
Merk: Federal
Kaliber: .22
Aantal totaal: 49
Deze patronen zijn geschikt om een projectiel door middel van een (voormeld) vuurwapen af te schieten.
De patronen zijn munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2 lid 2, categorie III van de Wet wapens en munitie."