In deze bodemzaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 mei 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Allianz Benelux N.V. en een gedaagde partij, die in het verleden betrokken was bij een ongeval in 2009. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 5 januari 2022 partijen de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over de netto inkomensschade van de gedaagde, op basis van de door de rechtbank begrote bruto omzetschade en de toekomstige medische kosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde in de periode van februari 2009 tot 5 januari 2022 een bruto omzetschade van € 212.000 heeft geleden, met een toekomstige omzetverlies van € 17.666 bruto per jaar tot de leeftijd van 65 jaar.
De partijen hebben verschillende berekeningen gepresenteerd over de netto inkomensschade, waarbij Allianz een bedrag van € 166.440 heeft becijferd en de gedaagde bedragen van € 222.161 en € 385.184 heeft genoemd. De rechtbank heeft vastgesteld dat er aanzienlijke verschillen zijn in de uitgangspunten van beide partijen, wat heeft geleid tot een schatting van de netto schade van de gedaagde op € 275.000, inclusief wettelijke rente. Daarnaast zijn de toekomstige medische kosten vastgesteld op € 18.439, eveneens gekapitaliseerd per 1 april 2022.
De rechtbank heeft Allianz veroordeeld om de schade van de gedaagde te vergoeden, inclusief smartengeld en kosten voor rechtsbijstand, en heeft de proceskosten aan de zijde van de gedaagde begroot op € 10.878. Het vonnis is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft bepaald dat het uitvoerbaar is bij voorraad.