ECLI:NL:RBDHA:2022:4283

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 mei 2022
Publicatiedatum
6 mei 2022
Zaaknummer
C/09/627338 / KG ZA 22/283
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitsluiting van deelname aan aanbesteding door Prodapt Consulting B.V. door de Politie

In deze zaak heeft Prodapt Consulting B.V. (hierna: Prodapt) een kort geding aangespannen tegen de rechtspersoon met Wettelijke Taak Politie (hierna: de Politie) naar aanleiding van de uitsluiting van Prodapt van verdere deelname aan een aanbesteding. De aanbesteding betreft de levering en implementatie van een nationaal platform voor spoedeisende hulp, waarvoor de Politie een Europese aanbesteding heeft uitgeschreven. Prodapt vorderde in kort geding dat de Politie haar beslissing om uit te sluiten zou intrekken en haar zou toelaten tot de Dialoog- en Inschrijvingsfase van de aanbesteding.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de Politie terecht tot uitsluiting van Prodapt is overgegaan. De rechter oordeelde dat Prodapt niet tijdig de benodigde documenten had ingediend, waaronder een geldig uittreksel uit het handelsregister van SSS Public Safety Ltd. en een volmacht waaruit de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de ondertekenaar van het UEA blijkt. De voorzieningenrechter concludeerde dat de termijn van vijf dagen die de Politie had gesteld voor het aanleveren van de stukken niet onredelijk was en dat Prodapt onvoldoende had aangetoond dat deze termijn te kort was.

De rechter wees de vorderingen van Prodapt af en veroordeelde haar in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van naleving van de aanbestedingsregels en de verantwoordelijkheden van de gegadigden in het aanbestedingsproces.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/627338 / KG ZA 22/283
Vonnis in kort geding van 6 mei 2022
in de zaak van
Prodapt Consulting B.V.te Rijswijk,
eiseres,
advocaten mr. B.M.H.C. Le Haen-de Croon, mr. S.B. Groenwold en mr. I.C.M. Hogervorst te Den Haag,
tegen:
de rechtspersoon met Wettelijke Taak Politiete Den Haag,
gedaagde,
advocaten mr. I.J. van den Berge en mr. M.A. Visser te Zwolle.
Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘Prodapt’ en ‘de Politie’.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 1 april 2022, met producties 1 tot en met 15;
- de akte houdende een wijziging van eis, met productie 16;
- de door de Politie overgelegde schriftelijke reactie, met producties A tot en met M;
- de door de Politie overgelegde productie N;
- de op 20 april 2022 gehouden mondelinge behandeling, waarbij door beide partijen pleitnotities zijn overgelegd.
1.2.
Ter zitting is vonnis bepaald op heden.

2.De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
2.1.
Op 21 januari 2021 heeft de Politie een Europese aanbesteding ‘Kernfunctionaliteit Nationaal Meldkamersysteem (NMS)’, hierna ‘de aanbesteding’, in de markt gezet. Op de aanbesteding is de Aanbestedingswet op Defensie- en Veiligheidsgebied (ADV) van toepassing. Het doel van de aanbesteding is het sluiten van een overeenkomst voor het leveren en implementeren van een nationaal platform voor (spoedeisende) hulp van de Politie, Brandweer, Ambulancezorg en de Koninklijke Marechaussee. De opdracht wordt gegund aan de inschrijver met de economisch meest voordelige inschrijving, die wordt vastgesteld op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding.
2.2.
De aanbesteding is nader omschreven in de Selectieleidraad, versie 2.0, van 23 maart 2021, hierna ‘de Selectieleidraad’. In paragraaf 1.1 van de Selectieleidraad is beschreven dat de aanbesteding plaats vindt door middel van de zogeheten concurrentiegerichte dialoog, die bestaat uit een Selectiefase en een Dialoog- en Inschrijvingsfase. Na het doorlopen van de Selectiefase worden vijf gegadigden geselecteerd en toegelaten tot de Dialoog- en Inschrijvingsfase. Uit paragraaf 4.5.2 van de Selectieleidraad blijkt dat met de aanbesteding beoogd wordt een contract te sluiten met een inschrijver die geschikt en betrouwbaar is om de gevraagde gevoelige diensten te leveren en waarvan de diensten voldoen aan de veiligheidseisen, waarbij uitdrukkelijk is opgenomen dat dit, indien aan de orde, ook geldt voor de onderaannemer(s) van de inschrijver en/of leden van een samenwerkingsverband.
2.3.
Uit paragraaf 6.3.1 en paragraaf 6.11 van de Selectieleidraad volgt (samengevat) dat gegadigden die naar het oordeel van de Politie handelen in strijd met de in de aanbestedingsstukken gestelde eisen en Verzoeken tot Deelname die niet aan de gestelde eisen voldoen in de regel door de Politie van verdere deelname aan de aanbesteding worden uitgesloten, dan wel buiten beschouwing worden gelaten, waarbij in paragraaf 2.1 van de Selectieleidraad wordt toegelicht dat dit betekent dat de Politie kan afzien van uitsluiting als naar haar mening sprake is van een bagatel.
2.4.
In paragraaf 6.9 van de Selectieleidraad is vermeld dat de samenstelling van gegadigde gedurende de aanbesteding kan wijzigen, maar dat een dergelijke wijziging wel tijdig ter goedkeuring aan de Politie moet worden voorgelegd.
2.5.
In paragraaf 8.1 van de Selectieleidraad is opgenomen dat een gegadigde op basis van verschillende handelsrelaties een aanmelding kan indienen, waaronder ‘Zelfstandig, met onderaanneming (hoofdaannemer)’. In die situatie meldt de gegadigde zich zelfstandig aan voor de Dialoog- en Inschrijvingsfase en doet daarbij een beroep op een derde voor het voldoen aan een bepaalde Geschiktheidseis. In paragraaf 8.5 van de Selectieleidraad is onder meer opgenomen dat een gegadigde zich voor het voldoen aan de Geschiktheidseisen met betrekking tot technische- en/of beroepsbekwaamheid kan beroepen op de bekwaamheid en de referenties van een derde en dat die derde in dat geval onvoorwaardelijk en zonder enig voorbehoud een separaat Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) conform de tabel in deel 4A van bijlage 1 Deelnameformulier moet invullen en rechtsgeldig ondertekend moet indienen.
2.6.
In hoofdstuk 10 van de Selectieleidraad zijn de op de aanbesteding van toepassing zijnde Geschiktheidseisen nader omschreven. In paragraaf 10.2 is opgenomen dat de gegadigden en de derden/onderaannemers waarop een beroep wordt gedaan bij het Verzoek tot Deelname een geldig uittreksel uit het in het land van herkomst geldende beroeps- of handelsregister moeten indienen.
2.7.
Op 20 mei 2021 heeft Prodapt een Verzoek tot Deelname ingediend om te worden toegelaten tot de Dialoog- en Inschrijvingsfase van de aanbesteding. In het ondertekende Deel 3 ‘Verklaring Onderaanneming’ van het Deelnameformulier (bijlage 1 bij de Selectieleidraad) heeft zij ingevuld dat zij een beroep doet op de relevante ervaring van ‘Capita Secure Solutions and Services’, hierna ‘Capita SSS’. Capita SSS was op dat moment een businessunit van Capita SIS Ltd. Prodapt heeft als bijlage bij haar Verzoek tot Deelname zowel haar eigen UEA, als een UEA op naam van Capita SIS Ltd. ingediend.
2.8.
Bij brief van 14 juli 2021 heeft de Politie aan Prodapt meegedeeld dat zij, samen met nog vier gegadigden, is geselecteerd om toegelaten te worden tot de Dialoog- en Inschrijvingsfase. Daarbij is Prodapt verzocht om alle bewijsstukken zoals opgenomen in Bijlage 1 Deelnameformulier, Deel 4A Checklist Verzoek tot Deelname in de kolom “indienen bij verificatie” ter verificatie in te dienen. Prodapt heeft de gevraagde bewijsstukken ingediend, waaronder een belastingverklaring en een geheimhoudingsverklaring die beide op naam staan van Capita SIS Ltd. en die ook door Capita SIS Ltd. zijn ondertekend.
2.9.
De Politie heeft op 27 oktober 2021 aan Prodapt meegedeeld dat zij definitief is geselecteerd en dat zij zal worden uitgenodigd voor de Dialoog- en Inschrijvingsfase.
2.10.
Op 1 november 2021 hebben de geselecteerde gegadigden toegang gekregen tot het Voorlopig Beschrijvend Document en de daarbij behorende bijlagen. De Dialoogfase bestaat uit twee dialoogrondes met meerdere dialoogdagen. Prodapt heeft aan de eerste drie dialoogdagen van de eerste dialoogronde deelgenomen.
2.11.
Op 30 november 2021 is Capita SSS afgesplitst van Capita SIS Ltd. en opgegaan in de zelfstandige vennootschap ‘Capita (SSS) Limited’, hierna ‘Capita SSS Ltd.’, een dochtervennootschap van Capita SIS Ltd. Vervolgens zijn de aandelen in Capita SSS Ltd. op 3 januari 2022 overgedragen aan ‘NEC Software Solutions UK Limited’, hierna ‘NEC Ltd.’. Na de aandelenoverdracht is de naam van Capita SSS Ltd. gewijzigd in ‘SSS Public Safety Ltd.’.
2.12.
In een e-mailbericht van 15 februari 2022 heeft de Politie aan Prodapt meegedeeld dat zij kennis heeft genomen van nieuwsberichten waaruit blijkt dat Capita SSS wordt verkocht aan NEC Ltd. en dat zij graag verduidelijkt wil zien hoe Capita SIS Ltd., de onderaannemer waarop Prodapt zich heeft beroepen, zich verhoudt tot die transactie en welke entiteiten precies bij de transactie betrokken zijn, waarbij de Politie ook heeft verzocht om een organigram, waaruit blijkt hoe de entiteiten van Capita zich verhouden tot NEC Ltd. Bij brief van 17 februari 2022 heeft SSS Public Safety Ltd. aan de Politie meegedeeld dat de verkoop aan NEC Ltd. betrekking heeft op Capita SSS en dat de transactie op 3 januari 2022 is voltooid.
2.13.
Vervolgens heeft de Politie in een e-mailbericht van 18 februari 2022 aan Prodapt gevraagd om expliciet te bevestigen dat Prodapt met SSS Public Safety Ltd. als onderaannemer aan de aanbesteding zal deelnemen, waarna Prodapt dit op dezelfde datum aan de Politie heeft bevestigd.
2.14.
In een e-mailbericht van 21 februari 2022 heeft de Politie aan Prodapt gevraagd om aan de hand van een bedrijfsorganigram toe te lichten hoe de verhouding tussen Capita SIS Ltd. en Capita SSS was ten tijde van de indiening van het Verzoek tot Deelname. Hierop heeft SSS Public Safety Ltd. bij brief van 22 februari 2022 aan de Politie een verduidelijking gegeven van de verhouding tussen de betrokken vennootschappen, inhoudende dat Capita SSS ten tijde van het indienen van het Verzoek tot Deelname een integraal onderdeel was van en een juridische entiteit vormde met Capita SIS Ltd. Het door de Politie verlangde bedrijfsorganigram is daarbij niet verstrekt.
2.15.
Bij brief van 2 maart 2022 heeft de Politie (samengevat) aan Prodapt meegedeeld dat Prodapt heeft nagelaten om haar gewijzigde samenstelling tijdig ter goedkeuring aan de Politie voor te leggen, zoals in paragraaf 6.9 van de Selectieleidraad is voorgeschreven, en dat dit op grond van paragraaf 6.11 van de Selectieleidraad in de regel met uitsluiting van verdere deelname aan de aanbesteding wordt gesanctioneerd. In de brief is verder vermeld dat de Politie Prodapt bij wijze van laatste kans de mogelijkheid wil bieden om de wijziging alsnog ter goedkeuring aan haar voor te leggen en dat zij het goedkeuringsverzoek tijdig voor de volgende Dialoogweek wenst te kunnen beoordelen. Daarbij heeft de Politie aan Prodapt meegedeeld dat zij binnen vijf kalenderdagen, dus uiterlijk op 7 maart 2022 voor 17.00 uur, alle voor het goedkeuringsverzoek benodigde informatie en stukken, waarvan in de brief een opsomming is gegeven, dient aan te leveren en dat als de stukken niet binnen de gestelde termijn volledig en rechtsgeldig ondertekend zijn aangeleverd, conform de Selectieleidraad tot uitsluiting van deelname van Prodapt zal worden overgegaan.
2.16.
Op 7 maart 2022 heeft SSS Public Safety Ltd. nadere informatie aan de Politie verstrekt. Nog voordat de deadline om 17.00 uur zou verstrijken heeft de Politie ontdekt dat het UEA van SSS Public Safety Ltd. niet bij de toegezonden stukken zat. Zij heeft Prodapt hier direct op gewezen, waarna Prodapt kenbaar heeft gemaakt dat zij het UEA alsnog zou toesturen. Vervolgens heeft de Politie op 7 maart 2022 om 15.51 uur een tweede set documenten van Prodapt ontvangen en om 16.50 uur heeft de Politie een UEA voor SSS Public Safety Ltd. van Prodapt ontvangen.
2.17.
In een brief van 14 maart 2022 heeft de Politie aan Prodapt meegedeeld dat Prodapt van verdere deelname aan de aanbesteding wordt uitgesloten. Ter onderbouwing heeft de Politie aan Prodapt laten weten dat zij bij bestudering van de door Prodapt aangeleverde stukken heeft geconstateerd dat deze niet volledig zijn omdat een (separaat) uittreksel uit het handelsregister met betrekking tot SSS Public Safety Ltd. ontbreekt en omdat op basis van de aangeleverde informatie voor de Politie niet is vast te stellen dat [A], de persoon die het UEA van SSS Public Safety Ltd. heeft ondertekend, bevoegd is om SSS Public Safety Ltd. te vertegenwoordigen. Daarbij heeft de Politie toegelicht dat Prodapt heeft nagelaten om een uittreksel uit het handelsregister of een volmacht in te dienen, waaruit deze bevoegdheid zou kunnen blijken.

3.Het geschil

3.1.
Prodapt vordert – zakelijk weergegeven en na wijziging van eis – (i) de Politie te gebieden haar beslissing om Prodapt uit te sluiten van verdere deelname aan de aanbesteding in te trekken en (ii) de Politie te gebieden om Prodapt toe te laten tot de Dialoog- en Inschrijvingsfase van de aanbesteding en haar uit te nodigen om de vierde en vijfde dialoogdag van de eerste dialoogronde in te halen, waarbij aan Prodapt dezelfde voorbereidingstijd wordt geboden als voorzien in de in bijlage 16 van het Voorlopige Beschrijvend Document voorziene planning, met veroordeling van de Politie in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente, en de nakosten.
3.2.
Daartoe stelt Prodapt samengevat het volgende. In haar brief van 2 maart 2022 heeft de Politie een onredelijk korte en daarmee disproportionele termijn van vijf kalenderdagen gesteld voor het aanleveren van de voor het goedkeuringsverzoek benodigde stukken en zij heeft daarbij ten onrechte verzocht om een UEA van SSS Public Safety Ltd. te verstrekken. Daarnaast heeft de Politie aan de bij brief van 14 maart 2022 meegedeelde beslissing om Prodapt van verdere deelname aan de aanbesteding uit te sluiten twee gebreken ten grondslag gelegd, die die beslissing niet kunnen dragen. Het ontbreken van een geldig (separaat) uittreksel uit het handelsregister met betrekking tot SSS Public Safety Ltd., noch het ontbreken van een volmacht waaruit kan worden afgeleid dat [A] bevoegd was om SSS Public Safety Ltd. te vertegenwoordigen kan tot uitsluiting van deelname leiden. Mocht dit al anders zijn, dan is de uitsluiting van Prodapt in de gegeven omstandigheden hoe dan ook disproportioneel. Omdat Prodapt alsnog wil kunnen deelnemen aan de aanbesteding heeft zij belang bij de gevorderde voorzieningen.
3.3.
De Politie voert verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.

4.De beoordeling van het geschil

4.1.
In dit kort geding ligt de vraag voor of de Politie gehouden is om haar beslissing om Prodapt uit te sluiten van verdere deelname aan de aanbesteding in te trekken en Prodapt weer toe te laten tot de Dialoog- en Inschrijvingsfase. De voorzieningenrechter beantwoordt die vraag ontkennend. Hierna zal per door Prodapt naar voren gebracht bezwaar worden toegelicht hoe de voorzieningenrechter tot dit oordeel komt.
De termijn van vijf dagen in de brief van 2 maart 2022
4.2.
Prodapt heeft gesteld dat de door de Politie in de brief van 2 maart 2022 gegeven termijn van vijf kalenderdagen voor het aanleveren van informatie en stukken onredelijk kort is. Volgens Prodapt was voor haar niet op voorhand duidelijk welke stukken bij het indienen van een goedkeuringsverzoek moesten worden ingediend en vielen twee van de gegeven kalenderdagen in het weekend, zodat zij feitelijk maar drie dagen de tijd had om de opgevraagde stukken te verzamelen en aan de Politie toe te sturen. Gelet op de grote hoeveelheid stukken, die bovendien uit Engeland moesten komen en voor een deel bestonden uit verklaringen die bij een notaris of andere instantie moesten worden afgelegd, is dit disproportioneel, aldus Prodapt. Daar komt volgens Prodapt bij dat de gegeven termijn eenzijdig door de Politie is vastgesteld en dat deze afwijkt van de in de Selectieleidraad genoemde termijn voor het aanleveren van stukken na het bekendmaken van de selectiebeslissing.
4.3.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de door de Politie gegeven termijn niet onredelijk kort of disproportioneel is. Tussen partijen is niet in geschil dat Prodapt heeft nagelaten om uit eigen beweging tijdig een verzoek om goedkeuring als bedoeld in paragraaf 6.9 van de Selectieleidraad aan Prodapt voor te leggen en dat zij in de periode van 15 tot 22 februari 2022 meerdere keren onvoldoende informatie heeft verstrekt met betrekking tot de overname van Capita SSS (Ltd.) en de verhouding tussen de betrokken vennootschappen. De Politie heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat er mede als gevolg daarvan nog maar weinig tijd resteerde tot de vierde dialoogweek, waarvan de voorbereiding voor de Politie aanzienlijke inzet en kosten met zich meebracht en in verband waarmee het noodzakelijk was dat er door het overleggen van de opgevraagde stukken zo snel mogelijk duidelijkheid zou komen over de vraag of Prodapt kon blijven deelnemen aan de aanbesteding. De Politie heeft daarbij voldoende onderbouwd dat zij alleen stukken heeft opgevraagd die al bij het Verzoek tot Deelname, dan wel na de selectiebeslissing hadden moeten worden ingediend en die door Prodapt met betrekking tot Capita SIS Ltd. al aan de Politie waren toegezonden. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter had dan ook voor Prodapt duidelijk moeten zijn dat de Politie deze stukken ook op naam van SSS Public Safety Ltd. zou willen ontvangen. Aan de stelling van Prodapt dat de geboden termijn van vijf kalenderdagen te kort is om stukken vanuit Engeland aan te leveren, gaat de voorzieningenrechter voorbij. De Politie heeft immers onbetwist naar voren gebracht dat tot de stukken die Prodapt op 7 maart 2022 tijdig heeft aangeleverd ook notariële verklaringen uit Engeland behoorden, waarvoor de termijn kennelijk niet te kort is geweest. Tegen die achtergrond heeft Prodapt niet aannemelijk gemaakt waarom het voor haar niet mogelijk was om tijdig een geldig uittreksel uit het handelsregister en een volmacht waaruit de vertegenwoordigingsbevoegdheid van SSS Public Safety Ltd. blijkt aan de Politie te verstrekken. Dit geldt te meer nu uit de eigen stellingen van Prodapt volgt dat het uittreksel uit het handelsregister eenvoudig en kosteloos online kan worden opgevraagd, terwijl een volmacht een intern stuk is waarvan niet valt in te zien waarom dit niet tijdig kon worden verkregen.
4.4.
Bij het voorgaande komt nog dat Prodapt, hoewel dat op haar weg had gelegen, niet binnen de termijn van vijf kalenderdagen aan de Politie kenbaar heeft gemaakt dat deze termijn voor haar te kort was en dat zij daardoor werd benadeeld in haar mogelijkheden om de gevraagde stukken tijdig in te dienen. Dat Prodapt dit heeft nagelaten omdat zij, zoals zij heeft betoogd, de gegunde periode heeft benut om alles in het werk te stellen om de benodigde informatie te verzamelen, acht de voorzieningenrechter niet overtuigend. Dat de termijn eenzijdig en in afwijking van een in de Selectieleidraad genoemde termijn door de Politie is opgelegd leidt niet tot een ander oordeel. De in de brief van 2 maart 2022 gegeven termijn heeft immers geen betrekking op een situatie die in de aanbestedingsstukken was voorzien. Dit betekent dat de Politie in de gegeven omstandigheden, mede in aanmerking genomen dat de vierde dialoogweek kort daarna van start zou gaan, in redelijkheid een termijn van vijf kalenderdagen voor het aanleveren van de stukken heeft kunnen geven.
Het verzoek om een UEA van SSS Public Safety Ltd. in de brief van 2 maart 2022
4.5.
In de brief van 2 maart 2022 heeft de Politie Prodapt onder meer verzocht om een UEA van SSS Public Safety Ltd. aan te leveren. Volgens Prodapt dient het UEA als voorlopig bewijs met betrekking tot de niet-toepasselijkheid van uitsluitingsgronden en het voldoen aan geschiktheidseisen en heeft het tot doel om te voorkomen dat al in een vroeg stadium van de aanbestedingsprocedure door alle gegadigden bewijsstukken moeten worden aangeleverd. Nu de Politie in de brief van 2 maart 2022 ook om definitieve bewijsstukken heeft gevraagd om te kunnen beoordelen of SSS Public Safety Ltd. aan de gestelde eisen voldoet en of op haar geen uitsluitingsgronden van toepassing zijn, dient het aanleveren van een UEA van SSS Public Safety Ltd. geen zelfstandig doel meer, zodat de Politie daarom zonder enige grond heeft verzocht, aldus Prodapt. Dit betoog kan niet worden gevolgd. Daarvoor is het volgende redengevend.
4.6.
Nadat Prodapt op 18 februari 2022 aan de Politie had bevestigd dat zij met SSS Public Safety Ltd. als onderaannemer aan de aanbesteding zou deelnemen, heeft de Politie in overeenstemming met het bepaalde in paragraaf 8.5 van de Selectieleidraad een separaat UEA van SSS Public Safety Ltd. opgevraagd. De voorzieningenrechter is van oordeel dat niet valt in te zien waarom de Politie hiertoe niet had mogen overgaan. Prodapt heeft hiertegen aanvankelijk ook geen bezwaar gemaakt, ook niet nadat de Politie haar op 7 maart 2022, kort voor de sluiting van de termijn waarbinnen Prodapt stukken mocht aanleveren, had meegedeeld dat zij dit stuk nog niet van Prodapt had ontvangen. Pas na haar uitsluiting van verdere deelname aan de aanbesteding heeft Prodapt zich op het standpunt gesteld dat de Politie het UEA van SSS Public Safety Ltd. niet had mogen opvragen. Bovendien heeft de Politie voldoende onderbouwd dat het opvragen van een eigen verklaring op grond van de ADV verplicht is en het opgevraagde UEA van SSS Public Safety Ltd., anders dan Prodapt heeft gesteld, wel degelijk een zelfstandig doel dient. In dit verband heeft de Politie aangevoerd dat het UEA, naast een verklaring met betrekking tot uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen, ook gegevens over de inschrijver, een verklaring over de juistheid van de ingevulde eigen verklaring en de bevoegdheid van de ondertekenaar bevat en dat bovendien de facultatieve uitsluitingsgronden met betrekking tot faillissement of liquidatie, ernstige beroepsfout en/of valse verklaring uitsluitend gedekt worden door het UEA en niet door enig ander door Prodapt in te dienen stuk. Daarmee kan het UEA, anders dan Prodapt heeft gesteld, naar het oordeel van de voorzieningenrechter in de onderhavige aanbesteding niet als ‘slechts’ een voorlopig bewijsstuk worden aangemerkt.
Geldigheid (separaat) uittreksel uit het handelsregister met betrekking tot SSS Public Safety Ltd.
4.7.
Prodapt heeft gesteld dat het ontbreken van een geldig (separaat) uittreksel uit het handelsregister met betrekking tot SSS Public Safety Ltd. niet tot haar uitsluiting van deelname kan leiden, omdat zij bij de op 7 maart 2022 aan de Politie toegezonden stukken in de aangeleverde geheimhoudingsverklaring een duidelijke print screen van de relevante passages uit het handelsregister met betrekking tot SSS Public Safety Ltd. heeft opgenomen. Bovendien had de Politie het uittreksel aan de hand van het op de print screen vermelde ‘company number’ van SSS Public Safety Ltd., dat ook op andere door Prodapt aan de Politie aangeleverde stukken is vermeld, eenvoudig en kosteloos zelf online kunnen opzoeken en raadplegen, aldus Prodapt. Volgens Prodapt had de Politie dan ook uit de op 7 maart 2022 aangeleverde stukken kunnen opmaken dat [B], de ondertekenaar van die stukken, bevoegd was om SSS Public Safety Ltd. te vertegenwoordigen en is van een gebrek dat uitsluiting van deelname rechtvaardigt geen sprake.
4.8.
In paragraaf 10.2 van de Selectieleidraad is uitdrukkelijk bepaald dat de gegadigden
en de derden/onderaannemers waarop een beroep wordt gedaan(cursivering voorzieningenrechter) bij het Verzoek tot Deelname een geldig uittreksel uit het in het land van herkomst geldende beroeps- of handelsregister moeten indienen. Op grond van het bepaalde in paragraaf 6.3.1 en paragraaf 6.11 in samenhang met paragraaf 2.1 van de Selectieleidraad leidt een Verzoek tot Deelname dat in strijd is met de aanbestedingsstukken tot uitsluiting van verdere deelname, tenzij de Politie van mening is dat sprake is van een bagatel. In dit verband heeft de Politie voldoende onderbouwd dat zij door Prodapt in de brief van 2 maart 2022 een herstelmogelijkheid te bieden, waarbij zij heeft meegedeeld dat uitsluiting zou volgen wanneer Prodapt de gevraagde stukken niet tijdig volledig en rechtsgeldig ondertekend zou indienen, duidelijk aan Prodapt kenbaar heeft gemaakt dat wat de Politie betreft op dit punt van een bagatel geen sprake is. Tegen die achtergrond bezien heeft de Politie voldoende aannemelijk gemaakt dat zij, toen bleek dat het uittreksel uit het handelsregister ontbrak, niet anders kon dan Prodapt uitsluiten van verdere deelname aan de aanbesteding. Aan de stelling van Prodapt dat de Politie het uittreksel zelf eenvoudig had kunnen opvragen en dat zij de verlangde informatie ook uit andere door Prodapt ingediende stukken had kunnen afleiden, gaat de voorzieningenrechter voorbij. Van de Politie als aanbestedende dienst kan immers niet worden gevergd dat zij zelfstandig de informatie verzamelt die op grond van de aanbestedingsstukken door de gegadigde moet worden aangeleverd. Gelet op het voorgaande is de voorzieningenrechter, anders dan Prodapt, van oordeel dat de omstandigheid dat Prodapt heeft nagelaten om met betrekking tot SSS Public Safety Ltd. een separaat uittreksel uit het handelsregister in te dienen, haar uitsluiting van verdere deelname aan de aanbesteding rechtvaardigt.
Ontbreken volmacht
4.9.
Dat Prodapt geen volmacht heeft aangeleverd waaruit kan worden afgeleid dat [A], de ondertekenaar van het UEA van SSS Public Safety Ltd., bevoegd is SSS Public Safety Ltd. te vertegenwoordigen, kan de uitsluitingsbeslissing volgens Prodapt evenmin dragen. De Politie heeft immers aan de hand van de op 7 maart 2022 aangeleverde en door [B] ondertekende definitieve bewijsmiddelen, waaronder notariële verklaringen, kunnen vaststellen dat op SSS Public Safety Ltd. geen uitsluitingsgronden van toepassing zijn en dat zij voldoet aan de gestelde geschiktheidseisen en selectiecriteria. Dit betekent volgens Prodapt dat een UEA van SSS Public Safety Ltd. niet langer relevant was, zodat ook het aanleveren van een volmacht waaruit blijkt dat [A] bevoegd was om SSS Public Safety Ltd. rechtsgeldig te vertegenwoordigen geen redelijk doel meer diende.
4.10.
De voorzieningenrechter volgt Prodapt niet in deze stellingen. Hiervoor in 4.6. is al overwogen dat Prodapt gehouden was een UEA van SSS Public Safety Ltd. aan de Politie te verstrekken en uit paragraaf 8.5 van de Selectieleidraad blijkt dat dit document rechtsgeldig ondertekend moet zijn. De Politie heeft terecht naar voren gebracht dat zij uit de door Prodapt ingediende stukken niet heeft kunnen afleiden dat [A], de persoon die het UEA van SSS Public Safety Ltd. heeft ondertekend, bevoegd was om SSS Public Safety Ltd. te vertegenwoordigen. Vast staat dat Prodapt geen volmacht of een uittreksel uit het handelsregister heeft ingediend waaruit dit duidelijk wordt. Prodapt heeft zich in dit verband beroepen op de print screen uit de geheimhoudingsverklaring, waaruit kan worden afgeleid dat [B] bevoegd is om SSS Public Safety Ltd. te vertegenwoordigen. Dit betekent naar het oordeel van de voorzieningenrechter echter niet dat daaruit ook volgt dat [A], die het UEA heeft ondertekend, vertegenwoordigingsbevoegd is. Aan de hand van de door Prodapt verstrekte gegevens kon de Politie dan ook niet vaststellen dat [A] ten tijde van het ondertekenen van het UEA vertegenwoordigingsbevoegd was. Gelet op het voorgaande heeft de Politie voldoende beargumenteerd dat zij Prodapt, bij gebreke van een rechtsgeldig ondertekend UEA, gelet op het bepaalde in de Selectieleidraad en de inhoud van de brief van 2 maart 2022, heeft kunnen uitsluiten van verdere deelname aan de aanbesteding.
Uitsluiting van deelname disproportioneel
4.11.
Prodapt heeft ten slotte gesteld dat, zelfs als de door de Politie gestelde gebreken de uitsluiting van deelname aan de aanbesteding kunnen rechtvaardigen, deze uitsluiting in de gegeven omstandigheden hoe dan ook disproportioneel is. Volgens Prodapt had de Politie haar in de gelegenheid moeten stellen om alsnog aan te tonen dat het UEA van SSS Public Safety Ltd. rechtsgeldig is ondertekend.
4.12.
De Politie heeft terecht aangevoerd dat Prodapt al verschillende keren de gelegenheid heeft gekregen om gebreken te herstellen. Daar komt bij dat de Politie in de brief van 2 maart 2022 op ondubbelzinnige wijze aan Prodapt heeft meegedeeld dat Prodapt van verdere deelname aan de aanbesteding zal worden uitgesloten als zij de gevraagde stukken niet binnen de termijn volledig en rechtsgeldig ondertekend heeft verstrekt. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter valt niet in te zien waarom van de Politie gevergd zou moeten worden dat zij Prodapt andermaal een kans had moeten geven bewijsstukken aan te leveren. Tegen deze achtergrond heeft Prodapt haar betoog dat uitsluiting van deelname in de gegeven omstandigheden disproportioneel is onvoldoende onderbouwd, zodat daaraan voorbij wordt gegaan.
Slotsom en proceskosten
4.13.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de vorderingen van Prodapt worden afgewezen.
4.14.
Prodapt zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding. Voor veroordeling in de nakosten bestaat geen grond, nu de kostenveroordeling ook voor deze nakosten een executoriale titel oplevert (vgl. HR 19 maart 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL1116, NJ 2011/237).

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
wijst het gevorderde af;
5.2.
veroordeelt Prodapt om binnen veertien dagen nadat dit vonnis is uitgesproken de kosten van dit geding aan de Politie te betalen, tot dusver aan de zijde van de Politie begroot op € 1.692,--, waarvan € 1.016,-- aan salaris advocaat en € 676,-- aan griffierecht;
5.3.
bepaalt dat Prodapt bij gebreke van tijdige betaling de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd is;
5.4.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Vetter en in het openbaar uitgesproken op 6 mei 2022.
mvt