ECLI:NL:RBDHA:2022:4024
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging ZW-uitkering en geschiktheid van functies na medische beoordeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 april 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. O. Huisman, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, vertegenwoordigd door F.J. Latenstein. Eiseres had een ZW-uitkering die per 1 november 2019 door verweerder was beëindigd. Eiseres was van mening dat er meer beperkingen waren dan door verweerder aangenomen, en dat de geselecteerde functies niet passend waren. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat verweerder voldoende gemotiveerd had waarom er geen aanleiding was voor het aannemen van meer beperkingen. De rechtbank heeft de medische rapporten van de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige in overweging genomen en geconcludeerd dat de door verweerder geselecteerde functies geschikt waren voor eiseres. De rechtbank heeft vastgesteld dat de medische component van het bestreden besluit op goede gronden berustte en dat er geen aanwijzingen waren dat de functies niet geschikt waren. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd.