ECLI:NL:RBDHA:2022:3621
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van veilig land van herkomst en geloofwaardigheid van het relaas
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 april 2022 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, een Marokkaanse nationaliteit hebbende man, zijn asielaanvraag had ingediend op 5 november 2021. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat de problemen die eiser met de broers van zijn voormalige vriendin heeft ervaren, ongeloofwaardig werden geacht. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 23 maart 2022, maar beide partijen zijn niet verschenen. Eiser heeft aangevoerd dat hij in Marokko is ontvoerd, mishandeld en verkracht, maar de rechtbank oordeelt dat zijn verklaringen inconsistent en niet onderbouwd zijn.
De rechtbank heeft ook overwogen dat de staatssecretaris de zorgvuldigheid van het gehoor niet heeft geschonden en dat er geen noodzaak was voor een forensisch medisch onderzoek (FMO) in deze zaak. Eiser heeft geen bewijs geleverd dat Marokko niet als veilig land van herkomst kan worden beschouwd. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de asielaanvraag terecht is, omdat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij te vrezen heeft voor geweld waartegen de Marokkaanse autoriteiten hem niet kunnen beschermen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.