Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 april 2022 in de zaken tussen
[eiser] , v-nummer: [nummer] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
3a. Nederland niet op de voorgeschreven wijze is binnengekomen, dan wel een poging daartoe heeft gedaan;
3c. eerder een visum, besluit, kennisgeving of aanzegging heeft ontvangen waaruit de plicht Nederland te verlaten blijkt en hij daaraan niet uit eigen beweging binnen de daarin besloten of gestelde termijn gevolg heeft gegeven;
en als lichte gronden vermeld dat eiser:
4c. geen vaste woon- of verblijfplaats heeft;
4d. niet beschikt over voldoende middelen van bestaan.
Beslissing
- verklaart het beroep in de zaak NL22.4985 gegrond voor zover gericht tegen het inreisverbod;
- vernietigt het inreisverbod;
- verklaart het beroep in de zaak NL22.4985 voor het overige ongegrond;
- verklaart het beroep tegen de maatregel van bewaring (zaak NL22.4981) ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 759,00.