Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer en de deels voorwaardelijke tegenverzoeken
primair(lees: de werkgever te gelasten) de werkneemster binnen 24 uur na de betekening van de beschikking toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden op haar werkplek en toegang te verschaffen tot de systemen, al dan niet op re-integratiebasis, tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per (gedeelte van een) dag dat de werkgever daarmee in gebreke blijft en de gemeente te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding van € 25.000,00, althans een in redelijkheid te bepalen bedrag wegens strijd met goed werkgeverschap, gelegen in onder andere de onterechte en disproportionele schorsing, de recente bevraging van medewerkers, het maken van misbruik van de interne machtspositie, het verschijnen van gegevens over de werkneemster op het internet en de openbare ontslagprocedure. Dit heeft de goede naam en eer van de werkneemster aangetast;
subsidiair, zo de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden , aan de werkneemster een transitievergoeding toe te kennen van € 10.696 bruto bij beëindiging per 1 juni 2022, en een billijke vergoeding van € 216.608,85 of een door de kantonrechter te bepalen bedrag, en bij de einddatum rekening te houden met de opzegtermijn zonder aftrek van de periode tussen de ontvangst van het verzoekschrift en de datum van de ontbindingsbeschikking;
meer subsidiairde werkgever te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding aan de werkneemster van € 120.338,25 althans een door de kantonrechter te betalen bedrag;
primair en subsidiairde werkgever te veroordelen tot betaling aan de werkneemster van de wettelijke rente over de vergoedingen vanaf de opeisbaarheid tot aan de dag van de voldoening, en de werkgever te veroordelen in de volledige advocaatkosten van de werkneemster, althans de kosten van de onderhavige procedure.