ECLI:NL:RBDHA:2022:3001

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 april 2022
Publicatiedatum
4 april 2022
Zaaknummer
9510846 RP EXPL 21-17911
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot functiewaardering en indeling in salarisschaal 8 van een Gezagvoerder VWM Binnenvaart en Kustvaart

In deze zaak vordert [eiser], werkzaam als Gezagvoerder VWM Binnenvaart en Kustvaart bij de Staat der Nederlanden, dat zijn functie met terugwerkende kracht vanaf 1 augustus 2016 in salarisschaal 8 wordt ingedeeld. De kantonrechter heeft kennisgenomen van de procedure en de relevante stukken, waaronder de dagvaarding en de conclusie van antwoord. De zaak betreft de functiewaardering volgens het systeem Fuwasys, waarbij de functie van [eiser] door de Staat in schaal 7 is ingedeeld. De Geschillencommissie had eerder geoordeeld dat de functie in schaal 8 ingedeeld moest worden, maar de Staat heeft dit oordeel niet overgenomen. De kantonrechter oordeelt dat de Staat in redelijkheid tot de indeling in schaal 7 heeft kunnen komen, omdat de functie niet voldoet aan de criteria voor een hogere indeling. De kantonrechter wijst de vordering van [eiser] af en oordeelt dat de inschaling in schaal 7 per 1 april 2019 rechtmatig is. [eiser] wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats ’s-Gravenhage
RvV/CD
Zaak-/rolnr.: 9510846 RL EXPL 21-17912
30 maart 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser] ,wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. M.J. van Weersch,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon de Staat der Nederlanden, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat,
zetelend te ’s-Gravenhage,
gedaagde partij,
gemachtigde: [gemachtigde] .
Partijen worden hierna aangeduid als “ [eiser] ” en “de Staat”.

1.Procedure

1.1.
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 23 september 2021;
  • de conclusie van antwoord;
  • de brief van 7 januari 2022 van de zijde van [eiser] ;
  • de brief van 25 januari 2022 van de zijde van de Staat;
  • de in het geding gebrachte producties.
1.2.
Door twee collega’s van [eiser] zijn gelijkluidende vorderingen ingesteld. De zaken zijn gelijktijdig mondeling behandeld op 14 februari 2022. [eiser] is in persoon verschenen, bijgestaan door mr. M.J. van Weersch. Namens de Staat zijn [naam 1] en [naam 2] verschenen, bijgestaan door [gemachtigde] . Van het verhandelde ter zitting zijn door de griffier aantekeningen gemaakt, die zich in het griffiedossier bevinden.
1.3.
Vervolgens is de uitspraak bepaald op heden.

2.Feiten

2.1.
[eiser] is sinds 1 augustus 2016 in dienst bij de Staat en werkzaam in de functie van Gezagvoerder VWM Binnenvaart en Kustvaart bij de dienst Rijkswaterstaat Verkeers- en Watermanagement (VWM). VWM maakt deel uit van de Rijksrederij van Rijkswaterstaat.
2.2.
De arbeidsrelatie tussen [eiser] en de Staat wordt met de inwerkingtreding van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (WNRA) sinds 1 januari 2020 (van rechtswege) beheerst door het civiele (arbeids)recht zoals geregeld in Titel 10, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Als gevolg daarvan is tussen de Staat en [eiser] sinds 1 januari 2020 sprake van een arbeidsovereenkomst. Op die arbeidsovereenkomst is de Cao Rijk (hierna: de Cao) van toepassing.
2.3.
In artikel 16.2 van de Cao is een Geschillencommissie aangewezen. Bij deze Geschillencommissie kan een werknemer van de Rijksoverheid (onder andere) terecht als er sprake is van een meningsverschil over de vraag of aan zijn werkzaamheden een te lage salarisschaal is verbonden.
2.4.
In artikel 27.5 van de Cao is bepaald dat het functiewaarderingssysteem van de sector Rijk (hierna: Fuwasys) grondslag vormt voor de waardering van functies. Fuwasys is een door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ontwikkeld weegsysteem van veertien kenmerken. Per kenmerk kan een score van 1 tot en met 5 worden gegeven. Toepassing van het weegsysteem leidt tot een indeling in een hoofdgroep en niveaugroep – lees: een functietypering – van het Functiegebouw Rijk (hierna: FGR). Aan iedere functietypering in FGR is een salarisschaal verbonden.
2.5.
De wijze waarop Fuwasys wordt toegepast is neergelegd in een handleiding. In de handleiding Fuwasys 2002 was het volgende opgenomen ten aanzien van het kenmerk 11, dat betrekking heeft op ‘kennis’:
“(…)
Kenmerk 11 Kennis
Door opleiding en/of ervaring verkregen kennis en inzicht nodig om de werkzaamheden uit te voeren.
Kenmerktoelichting
Dit kenmerk meet twee aspecten
Ten eerste wordt de mate van diepgang van kennis gemeten die daadwerkelijk aangewend wordt voor een normale functievervulling. De scoreniveaus lopen op van praktische kennis via algemeen theoretische, praktische gerichte kennis van het vakgebied naar fundamenteel wetenschappelijk-theoretische kennis van het vakgebied.
Ten tweede wordt de mate van inzicht gemeten die nodig is om de werkzaamheden uit te voeren. Inzicht heeft betrekking op een samenhang van aspecten binnen het eigen vakgebied met aspecten buiten het eigen vakgebied.
Het gaat bij dit kenmerk niet om de vereiste opleiding maar om het werk- en denkniveau dat nodig is om de werkzaamheden uit te voeren.
Score 1
(…)
Score 2
Algemeen vaktechnische of administratief-technische kennis en inzicht in daaraan verbonden organisatorische en functionele verhoudingen.
Kenmerkscoretoelichting
Er wordt een 2 gescoord indien het gaat om werkzaamheden waarbij sprake is van de beheersing van een vak. Voor zover relevant voor de uitoefening van dat vak is er inzicht nodig in welke aangelegenheden in de organisatie van belang zijn.
Het gaat om werkzaamheden waarvoor in het algemeen een MBO werk- en denkniveau wordt vereist.
Score 3
Algemeen theoretische, praktisch gerichte kennis van het vakgebied, waarbij inzicht in organisatorische, sociale, financiële, technische, economische of juridische samenhangen in relatie tot het eigen werkterrein wordt vereist.
Kenmerkscoretoelichting
Er wordt een 3 gescoord indien het gaat om algemene, nog niet tot op detailniveau benodigde kennis van het vakgebied: veelal betreft het kennis van methoden en technieken of van wet- en regelgeving binnen het vakgebied. Er is inzicht nodig in de samenhangen tussen het eigen werkterrein en de daarop van invloed zijnde werkprocessen.
Het gaat om werkzaamheden waarvoor in het algemeen een HBO werk- en denkniveau vereist wordt. Hieronder valt ook het MBO+ werk- en denkniveau.
Score 4
(…)”
2.6.
In of omstreeks 2007 is een nieuwe versie van de handleiding verschenen, genaamd Fuwasys 2002, versie 2007 (hierna: Fuwasys (2007)). Hierin is kenmerk 11 als volgt omschreven:
Kenmerk 11 Kennis en inzicht
Door opleiding en/of ervaring verkregen kennis en inzicht (werk- en denkniveau) die nodig zijn om de werkzaamheden te kunnen uitvoeren.
Kenmerktoelichting
'Kennis en inzicht' wordt gescoord door het meten van: de diepgang van de kennis die nodig is voor het uitvoeren van de werkzaamheden én de mate van inzicht in de samenhang tussen aspecten van het eigen vakgebied met aspecten daarbuiten.
De diepgang van de kennis loopt op van praktische kennis, via algemeen theoretische en toepassingsgerichte kennis van een vakgebied, naar fundamenteel wetenschappelijke kennis van een vakgebied.
De mate van inzicht loop op van inzicht in de aanpak van de werkzaamheden, via inzicht in de samenhang tussen het eigen en andere vakgebieden, naar inzicht in sociaal-maatschappelijke, financieel-economische en/of politiek-bestuurlijke aangelegenheden.
Score 1
(…)
Score 2
Vaktechnische of administratief-technische kennis én inzicht in daaraan verbonden organisatorische en functionele verhoudingen.
Kenmerkscoretoelichting
Er wordt een 2 gescoord indien voor het uitvoeren van de werkzaamheden* vakkennis benodigd is én inzicht in de voor de uitoefening van het vak relevante aangelegenheden in de organisatie.
Het gaat om werkzaamheden waarvoor in het algemeen een MBO werk- en denkniveau is vereist óf een VMBO werk- en denkniveau aangevuld met werkervaring, waardoor sprake is van ruimere kennis en meer inzicht (VMBO+ niveau).
Score 3
Theoretische en toepassingsgerichte kennis van een vakgebied en inzicht in organisatorische, sociale, financiële, technische, economische of juridische samenhangen in relatie tot het eigen werkterrein.
Kenmerkscoretoelichting
Er wordt een 3 gescoord indien voor het uitvoeren van de werkzaamheden algemene, maar nog geen gedetailleerde, kennis van een vakgebied nodig is. Veelal gaat het om kennis van methoden en technieken of van wet- en regelgeving binnen het vakgebied.
Er is inzicht nodig in de samenhang tussen het eigen werkterrein en de daarop van toepassing zijnde werkprocessen.
Het gaat om werkzaamheden waarvoor in het algemeen een HBO werk- en denkniveau is vereist óf een MBO werk- en denkniveau aangevuld met werkervaring, waardoor sprake is van ruimere kennis en meer inzicht (MBO+ niveau).
(…)”
2.7.
In 2019 heeft de Staat Atos Consulting de opdracht verstrekt tot het verrichten van een formatieonderzoek voor de Rijksrederij. Atos heeft voor de feitelijke uitvoering hiervan Human Capital Group (hierna: HCG) ingeschakeld. In de loop van 2019 is door Atos en HCG onder meer onderzoek gedaan naar de functie van Gezagvoerder VWM Binnenvaart en Kustvaart. De onderzoekers hebben interviews afgenomen, verschillende gesprekken gevoerd met gezagvoerders en hebben diverse scheepsbezoeken afgelegd. Aan de hand van de vergaarde informatie hebben zij twee functiebeschrijvingen in concept gemaakt. Deze concepten zijn goedgekeurd door het management van VWM en hebben uiteindelijk geleid tot een functiewaardering.
2.8.
De resultaten van het onderzoek zijn in december 2019 neergelegd in een aantal adviesrapporten. De adviesrapporten vermelden in paragraaf 2.3 onder meer het volgende:

Hoe om te gaan met opleidingen en certificaten
Over het kopje Kennis en Vaardigheden beschrijven we in algemene zin de kennis en de vaardigheden die nodig zijn om de werkzaamheden zoals die beschreven zijn te kunnen uitvoeren en welk werk- en denkniveau daarbij hoort. Dat wordt ook door de organisatie/het management bepaald en niet door de medewerkers zelf. Fuwatechnisch gaat het er dus niet om de taken/werkzaamheden direct te kunnen relateren aan de benodigde kennis en vaardigheden. We noemen hier in principe niet de benodigde opleidingen en certificaten. Echter, op verzoek van de opdrachtgever doen we dat wel, maar dan in een apart kopje onderaan de functiebeschrijvingen. Dit omdat medewerkers veel hechten aan het opsommen van de opleidingen en certificaten die ze moeten hebben en dit voor hen onderscheid maakt tussen de verschillende functies. We benoemen ze dus wel, maar dan ook weer functiegericht, dus niet wat medewerkers hebben aan opleidingen of certificaten, maar wat geëist wordt voor die specifieke functie en het functieniveau door VWM.”
2.9.
In het adviesrapport ‘Rijkswaterstaat Verkeer- en Watermanagement Functieonderzoek Gezagvoerders’ zijn twee functiebeschrijvingen gemaakt voor de functies van Gezagvoerder bij VWM: één voor de functie van Gezagvoerder VWM Binnenvaart en één voor de functie van Gezagvoerder VWM Binnenvaart en Kustvaart. In de functiebeschrijving van de functie Gezagvoerder VWM Binnenvaart en Kustvaart is het volgende, voor zover op dit moment relevant, opgenomen:
“(…)
Kennis

MBO werk- en denkniveau.

Vaktechnische en nautische kennis voor het uitvoeren van vaaropdrachten.

Kennis van de Engelse en/of Duitse taal.
(…)
Speelruimte
(…)

Samenhangende richtlijnen, procedures, wet- en regelgeving, ISM, kwaliteitsmanagement en bedrijfsvoering, algemene vastgestelde RWS regelgeving en procedures zijn de basis voor de uitvoering van het werk.

Regels voor de binnenvaart en kustvaart zijn van toepassing.
(…)
Opleidingseisen

Groot vaarbewijs A en B.

Vakopleiding voor vaarbevoegdheidsbewijs. (VBB) Nautisch en technisch.

Schipper Machinist Beperkt Werkgebied.

Vaarbevoegdheid STCW Internationale Kust.

Aanvulling N en W indien VBB op basis van SMBW.

In bezit van Monsterboekje.

Radarnavigator operational level.

MARCOM A.

Search and rescue.

Basis Safety training.

Advanced Fire Fighting.

Medical First Aid.

Medical Care.

Proficiency in survival craft.

International Standard Port Security
Geldige keuring binnenvaart en zeevaart.
(…)”
2.10.
Aan de hand van Fuwasys (2007) is de functie van Gezagvoerder VWM Binnenvaart en Kustvaart in het adviesrapport gewaardeerd met een somscore van 37 punten. Als gevolg van deze score is deze functie ingedeeld in salarisschaal 7 van het FGR. Toekenning van 38 punten zou hebben geleid tot indeling in schaal 8.
2.11.
De functiebeschrijving voor Gezagvoerder VWM Binnenvaart is ten aanzien van het element ‘kennis en inzicht’ gelijkluidend en ten aanzien van het element ‘speelruimte’ vrijwel gelijkluidend. Bij ‘opleidingseisen’ is een kortere lijst met opleidingen weergegeven. Ook deze functie is gewaardeerd op 37 punten en ingedeeld in schaal 7.
2.12.
Bij brief van 4 juni 2020 heeft de Staat aan [eiser] voorgesteld om zijn functie met terugwerkende kracht vanaf 1 april 2019 gewijzigd in te delen in de functiefamilie Uitvoering, functiegroep Operationeel Medewerker Scheepsmanagement, gewaardeerd in schaal 7 van het FGR, met de roepnaam ‘Gezagvoerder VWM Binnenvaart en Kustvaart’.
2.13.
[eiser] heeft, evenals zijn twee collega’s, op 19 juni 2020 schriftelijk zijn bedenkingen tegen dit voorstel geuit. Hij heeft aangevoerd van mening te zijn dat zijn functie ingedeeld moet worden in schaal 8, onder meer omdat bij de waardering van het kenmerk ‘kennis en inzicht’ geen rekening is gehouden met de aanvullende opleidingseisen.
2.14.
Naar aanleiding van de bedenkingen tegen de nieuwe functie-indeling heeft de Corporate Dienst van Rijkswaterstaat op 28 oktober 2020 een rapport uitgebracht. In dat rapport is – kort gezegd – geconcludeerd dat er geen aanleiding bestaat het voorstel van 4 juni 2020 te wijzigen. De Staat heeft besloten die conclusie over te nemen. Dit besluit heeft de Staat bij brief van 10 november 2020 aan [eiser] kenbaar gemaakt.
2.15.
Op 16 december 2020 heeft [eiser] zich gewend tot de Geschillencommissie en verzocht om zijn functie in te delen in schaal 8 met ingang van 1 augustus 2016.
2.16.
De Geschillencommissie heeft op 10 mei 2021 een uitspraak gedaan en geoordeeld dat de functie van [eiser] vanaf 1 april 2019 dient te worden ingeschaald in salarisschaal 8 van het FGR omdat de somscore van Fuwasys 38 punten bedraagt. De Geschillencommissie heeft daartoe, voor zover relevant, het volgende overwogen:
“In de functiebeschrijving is opgenomen dat een MBO werk- en denkniveau wordt gevergd. Daarnaast wordt vaktechnische en nautische kennis gevraagd en is kennis van de Engelse en Duitse taal vereist. Voorts worden als functie-eisen een fors aantal opleidingen genoemd.
Op de hoorzitting is door verweerder aangegeven dat deze opleidingen gaan om additionele kennis op het niveau van het MBO+ werk- en denkniveau.
Daarnaast heeft verweerder aangegeven dat de score bij dit kenmerk dient te worden afgeleid van de werkzaamheden en dat de functie-eisen hierin geen rol spelen. De commissie kan dit standpunt niet volgen. In het door partijen erkende functiedocument zijn een aantal functie-eisen gegeven die benodigd zijn voor het uitvoeren van de functie. Als de werkzaamheden dit opleidingsniveau niet zou vereisten, waarom is het dan als een eis opgenomen. Daarnaast dient de gezagvoerder inzicht te hebben in voor de functie noodzakelijke juridische en technische aspecten.
De commissie vindt daarom aansluiting bij het gestelde bij score 3, waar het gaat om theoretische en toepassingsgerichte kennis van een vakgebied en inzicht in organisatorische, sociale , financiële , technische, economische of juridische samenhangen in relatie tot het eigen werkterrein. Het gaat dan om werkzaamheden waarvoor in het algemeen een HBO of MBO+ werk- en denkniveau is vereist.
De commissie acht daarom niet score 2 maar score 3 van toepassing.”
2.17.
Bij brief van 22 juli 2021 heeft de Staat aan [eiser] geschreven de uitspraak van de Geschillencommissie over te nemen ten aanzien van de ingangsdatum op 1 april 2019 maar niet ten aanzien van de toekenning van een 3-score op ‘kennis en inzicht’.

3.Vordering, grondslag en verweer

3.1.
[eiser] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. te verklaren voor recht dat de functie van Operationeel Medewerker Scheepsmanagement, met de RWS-roepnaam: Gezagvoerder VWM Binnenvaart en Kustvaart vanaf 1 augustus 2016 gewaardeerd dient te worden op salarisschaal 8;
II. de Staat te gebieden om de door [eiser] uitgeoefende functie van Operationeel Medewerker Scheepsmanagement, met de RWS-roepnaam: Gezagvoerder VWM Binnenvaart en Kustvaart vanaf 1 augustus 2016 in te delen in salarisschaal 8 en [eiser] daarover schriftelijk te informeren binnen twee weken na de datum van dit vonnis, op straffe van een dwangsom van € 100,- voor elke dag dat de Staat daarmee in gebreke blijft met een maximum van € 100.000,-;
III. de Staat te veroordelen tot vaststelling en betaling van het achterstallige loon, vakantiegeld en eindejaarsuitkering binnen twee weken na de datum van dit vonnis;
IV. de Staat te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente en de wettelijke verhoging op grond van artikel 7:625 BW binnen twee weken na de datum van dit vonnis;
V. de Staat te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2.
[eiser] legt aan deze vordering, naast voormelde feiten, het navolgende ten grondslag. Ten onrechte heeft de Staat het oordeel van de Geschillencommissie, dat de functie in schaal 8 thuishoort, niet overgenomen. De Geschillencommissie is deskundig op het gebied van functiewaardering. Aan de afwijking van haar oordeel dienen hoge motiveringseisen te worden gesteld. De Staat heeft aan het kenmerk ‘kennis en inzicht’ ten onrechte een score 2 in plaats van score 3 gegeven. Bij een score 3 komt het puntentotaal uit op 38, hetgeen leidt tot plaatsing in schaal 8.
Voor het uitvoeren van de werkzaamheden die horen bij de functie Gezagvoerder VWM Binnenvaart en Kustvaart is namelijk een MBO+ niveau vereist. Dit volgt volgens [eiser] uit het grote aantal (moeilijke) opleidingen dat vereist is voor een goede uitvoering van de functie. Naast het grote aantal opleidingen is voor de functie inzicht vereist in organisatorische, sociale, financiële, technische, economische of juridische samenhangen in relatie tot het eigen werkterrein. Zo geldt voor de Westerschelde, het vaargebied waarop een Gezagvoerder VWM Binnenvaart en Kustvaart actief is, uitgebreide wet- en regelgeving, is sprake van internationale samenwerking en van veelzijdige contacten. Varen op de Westerschelde brengt bovendien risico’s met zich vanwege de aanwezigheid van zeevaart, binnenvaart en pleziervaart en vanwege de getijdenwerking. Omdat [eiser] de feitelijke werkzaamheden die passen bij de functie van Gezagvoerder VWM Binnenvaart en Kustvaart al sinds 1 augustus 2016 verricht, dient de functie vanaf dat moment in schaal 8 te worden ingedeeld.
3.3.
De Staat heeft verweer gevoerd. Op dat verweer zal hierna – voor zover nodig – worden ingegaan.

4.Beoordeling

Beoordelingskader
4.1.
Volgens vaste rechtspraak heeft de kantonrechter, wanneer een geschil over een besluit tot functiewaardering wordt voorgelegd, slechts te beoordelen of de werkgever binnen de grenzen van het toepasselijke functiewaarderingssysteem is gebleven en, indien dat het geval is, of de werkgever in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen (vergelijk HR 14 maart 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF2290,
NJ2003/312, en 2 mei 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF3800,
NJ2003/442 en Hof Arnhem-Leeuwarden, 21 mei 2013, ECLI:NL:GHARL:2013:3569). Tussen partijen is niet in geschil dat de Staat binnen de grenzen van het toepasselijke functiewaarderingssysteem is gebleven. De kantonrechter dient daarom alleen de vraag te beantwoorden of de Staat in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen om de functie van Gezagvoerder VWM Binnenvaart en Kustvaart in te schalen in schaal 7.
4.2.
Bij functiewaardering gaat het om de waardering van de functie zelf. De kennis en ervaring van de individuele medewerker spelen daarbij geen rol. De stelling van [eiser] dat hij over zeer veel werkervaring beschikt en op grond van zijn opleiding en ervaring een MBO+ niveau heeft, is voor de vraag of zijn functie in schaal 8 thuishoort dan ook niet relevant.
4.3.
[eiser] legt aan zijn stelling dat de functie in schaal 8 moet worden ingedeeld ten grondslag dat het kenmerk ‘kennis en inzicht’ gewaardeerd had moeten worden met score 3 in plaats van score 2, zoals ook de Geschillencommissie heeft geoordeeld.
De kantonrechter stelt voorop dat de Staat op grond van artikel 16.2 van de Cao slechts schriftelijk gemotiveerd van de uitspraak van de Geschillencommissie mag afwijken. De Staat heeft aan die eis echter voldaan in het besluit van 22 juli 2021, waarin de Staat uitvoerig heeft toegelicht waarom het toegekende puntenaantal van 38 niet is overgenomen. Beoordeeld moet worden of de Staat daartoe in redelijkheid heeft kunnen besluiten. De kantonrechter beantwoordt deze vraag bevestigend en overweegt in dit verband als volgt.
Fuwasys
4.4.
De inschaling moet plaatsvinden aan de hand van Fuwasys (2007). Deze versie is qua redactie enigszins gewijzigd ten opzichte van de eerdere versie uit 2002. In 2002 stond er dat het bij de waardering niet gaat om de vereiste opleiding maar om het werk- en denkniveau dat vereist is om de werkzaamheden uit te voeren (zie 2.5). In de versie van 2007 staat dat niet meer (zie 2.6). Partijen verschillen van mening over de vraag wat het gevolg van die gewijzigde redactie is. Volgens de Staat is met het weglaten van die zinsnede geen inhoudelijke wijziging beoogd. [eiser] betwist dat. Volgens hem blijkt uit het weglaten van die woorden dat het juist wel gaat om de vereiste opleiding en heeft de Staat het grote aantal aanvullende opleidingen waarover de Gezagvoerder VWM Binnenvaart en Kustvaart moet beschikken ten onrechte niet meegewogen.
4.5.
De kantonrechter kan [eiser] hierin niet volgen. Het toekennen van punten aan aanvullende opleidingen naast, of in plaats van, het werk- en denkniveau zou een inhoudelijke wijziging betekenen van de wijze waarop Fuwasys 2002 werd toegepast. Aangenomen mag worden dat een dergelijke wijziging in de handleiding zou zijn toegelicht. Daarover is in de handleiding echter niets te lezen. Bovendien is in de beschrijving van het kenmerk ‘kennis en inzicht’ in de versie van 2007 achter ‘
door opleiding en/of ervaring verkregen kennis en inzicht’toegevoegd
‘(werk- en denkniveau)’, (zie 2.6). Uit die toevoeging lijkt, zoals de Staat terecht heeft opgemerkt, te volgen dat juist niet is bedoeld om inhoudelijk af te wijken van de versie uit 2002 en dat de nadruk nog steeds ligt op het werk- en denkniveau en niet op de opleidingen.
4.6.
De stelling van [eiser] dat ‘opleiding’ afzonderlijk moet worden meegewogen blijkt, anders dan hij stelt, evenmin uit bijlage 6 van de Cao. Afgezien van het feit dat deze Cao van latere datum is en daarom niet op de functiewaardering van toepassing is, volgt de gestelde conclusie niet uit de genoemde bijlage. De tekst van de bijlage sluit immers aan bij de omschrijving in de handleiding Fuwasys (2007) en vermeldt achter ‘kennis en inzicht’ eveneens tussen haakjes ‘werk- en denkniveau’.
Score 2 of score 3
4.7.
[eiser] stelt verder dat de vele aanvullende opleidingen die voor de functie van Gezagvoerder VWM. Binnenvaart en Kustvaart vereist zijn tot een 3-score moeten leiden. Het zou volgens [eiser] gaan om MBO+ opleidingen. [eiser] verwijst in dat verband naar de passage in de uitspraak van de Geschillencommissie (zie onder 2.16). De Staat heeft de juistheid van de overweging van de Geschillencommissie gemotiveerd weersproken. Volgens de Staat zijn de opleidingen geen factor die bij de waardering een rol spelen.
4.8.
De kantonrechter overweegt daarover het volgende.
In de kenmerktoelichting is te lezen dat ‘kennis en inzicht’ wordt gescoord door enerzijds de diepgang te meten van de kennis die nodig is voor het uitvoeren van de werkzaamheden en anderzijds de mate van inzicht in de samenhang tussen aspecten van het eigen vakgebied met aspecten daarbuiten. Een score 2 op dit kenmerk wordt (over het algemeen) behaald als er sprake is van vaktechnische of administratief-technische kennis én inzicht is vereist in daaraan verbonden organisatorische en functionele verhoudingen. In de toelichting bij deze score is te lezen dat vakkennis benodigd is alsmede inzicht is vereist in de voor de uitoefening van het vak relevante aangelegenheden in de organisatie. Een score 3 wordt volgens de handleiding Fuwasys (2007) behaald als er theoretische en toepassingsgerichte kennis van een vakgebied en inzicht is vereist in organisatorische, sociale, financiële, technische, economische of juridische samenhangen in relatie tot het eigen werkterrein. Het gaat er volgens de kenmerkscoretoelichting om dat voor het uitvoeren van de werkzaamheden algemene, maar nog geen gedetailleerde, kennis van een vakgebied nodig is. Veelal gaat het dan om kennis van methoden en technieken of van wet- en regelgeving binnen het vakgebied.
4.9.
Uit de tekst en de toelichting van het kenmerk ‘kennis en inzicht’ leidt de kantonrechter af dat het bij de waardering van de functie aan dit kenmerk niet zozeer gaat om de (hoogste) opleiding(en) die voor de functie vereist zijn, maar om het werk- en denkniveau dat nodig is om de werkzaamheden uit te voeren waardoor de genoten opleiding(en) slechts indirect van invloed is op het functieniveau. Er staat in de handleiding Fuwasys (2007) immers niet dat ‘kennis en inzicht’ van een functie wordt gemeten aan de hand van de hoogste opleiding of het aantal opleidingen dat een persoon dient te hebben afgerond om de werkzaamheden van een bepaalde functie te kunnen uitvoeren maar om ‘kennis en inzicht’. Blijkens de toelichting tussen haakjes moet daaronder worden verstaan ‘werk- en denkniveau’. Zoals hiervoor is overwogen sluit die lezing bovendien aan bij die in Fuwasys 2002, waarin expliciet stond dat het bij ‘kennis en inzicht’ niet ging om de vereiste opleidingen maar om
‘het werk- en denkniveau dat nodig is om de werkzaamheden uit te voeren’.
4.10.
De Staat heeft er in dit verband op gewezen dat de functiebeschrijvingen zijn opgebouwd aan de hand van de 14 kenmerken uit Fuwasys, waarbij het onderdeel ‘resultaatgebieden’ de basis is voor de Fuwasys-kenmerken 1 tot en met 5, het onderdeel ‘speelruimte en complexiteit’ de basis is voor de kenmerken 6 tot en met 10, het onderdeel ‘kennis’ de basis is voor kenmerk 11, het onderdeel ‘vaardigheden’ voor kenmerk 12 en het onderdeel ‘contacten’ voor de kenmerken 13 en 14. Het onderdeel ‘opleidingen’ in de functiebeschrijving maakt hiervan geen deel uit waaruit volgens de Staat eveneens blijkt dat dit geen rol speelt. De kantonrechter stelt vast dat de functiebeschrijving inderdaad de kenmerken uit Fuwasys naadloos volgt in de door de Staat gestelde zin, en dat het onderdeel ‘opleidingen’ daarin niet past. ‘Opleidingen’ is immers geen afzonderlijk kenmerk in Fuwasys. Ook uit die systematiek kan worden afgeleid dat de opleidingen niet afzonderlijk meewegen. Uit het rapport van Atos en HCG blijkt bovendien dat dit overzicht uitsluitend in de functiebeschrijving is opgenomen op verzoek van de Staat omdat medewerkers hieraan hechten en dat deze geen rol spelen bij de beoordeling (zie 2.8). Het argument, zoals dit door de Geschillencommissie is verwoord, dat de opleidingseisen wel relevant moeten zijn omdat ze anders niet in de functiebeschrijving zouden zijn opgenomen, moet dan ook worden verworpen.
4.11.
Het feit dat voor het verrichten van de functie Gezagvoerder VWM Binnenvaart en Kustvaart een (groot) aantal opleidingen dienen te zijn afgerond, leidt er dan ook niet toe dat – zoals [eiser] stelt – een hogere score wordt behaald op het kenmerk ‘kennis en inzicht’. Dit brengt met zich dat de vraag, of de betreffende opleidingen als MBO of als MBO+ moeten worden aangemerkt, onbesproken kan blijven. Daarbij komt dat door [eiser] weliswaar is gesteld maar niet is onderbouwd dat de verplichte opleidingen een MBO+ niveau zouden hebben en dit door de Staat gemotiveerd is weersproken. Ook heeft de Staat weersproken dat zij ter zitting van de Geschillencommissie zou hebben gezegd dat het om MBO+ opleidingen zou gaan.
4.12.
Los van het aantal opleidingen dat voor de functie van Gezagvoerder VWM Binnenvaart en Kustvaart nodig is, stelt [eiser] dat deze functie een score 3 op het kenmerk ‘kennis en inzicht’ dient te krijgen omdat voor deze functie inzicht is vereist in organisatorische, sociale, financiële, technische, economische of juridische samenhangen in relatie tot het eigen werkterrein. In dit verband heeft [eiser] gewezen op de verschillende wet- en regelgeving, de grote financiële belangen en de risico’s waarmee een Gezagvoerder VWM Binnenvaart en Kustvaart mee te maken krijgt.
4.13.
In de functiebeschrijving van de functie van Gezagvoerder VWM Binnenvaart en Kustvaart is onder het kopje ‘speelruimte’ opgenomen dat onder andere samenhangende richtlijnen, procedures en wet- en regelgeving de basis vormen voor de uitvoering van het werk en dat er regels voor de binnenvaart en kustvaart van toepassing zijn. Dat er bepaalde wet- en regelgeving van toepassing is binnen het vakgebied waarin de Gezagvoerder VWM Binnenvaart en Kustvaart werkzaam is en dat voor de uitvoering van de functie (logischerwijs) kennis van deze wet- en regelgeving vereist is, maakt echter niet dat de functie van Gezagvoerder VWM Binnenvaart en Kustvaart een score 3 dient te krijgen op het kenmerk ‘kennis en inzicht’. Uit de functiebeschrijving volgt niet dat er
‘theoretische en toepassingsgerichte kennis’van de toepasselijke wet- en regelgeving nodig is voor het uitvoeren van de werkzaamheden. Het lijkt dan ook te gaan om beperkte kennis van de geldende wet- en regelgeving die nodig is zodat de uitvoerder van de functie van Gezagvoerder VWM Binnenvaart en Kustvaart op de hoogte is van het kader waarbinnen de werkzaamheden uitgevoerd moeten worden. Dit leidt ertoe dat de functie een hogere score behaalt op het kenmerk ‘kader’ (kenmerk 9), maar niet op het kenmerk ‘kennis en inzicht’. Dat een Gezagvoerder VWM Binnenvaart en Kustvaart te maken krijgt met risico’s en er financieel gezien veel op het spel staat bij het uitvoeren van de werkzaamheden, lijken bovendien geen aspecten te zijn die bij het kenmerk ‘kennis en inzicht’ tot een hogere score kunnen leiden omdat deze niets zeggen over het werk- en denkniveau dat vereist is.
4.14.
Omdat het aantal opleidingen niet meeweegt bij de waardering van het kenmerk ‘kennis en inzicht’, slechts beperkte kennis vereist lijkt te zijn van de toepasselijke wet- en regelgeving en de financiële belangen en risico’s eveneens niet meewegen bij de waardering van het kenmerk ‘kennis en inzicht’, faalt ook deze stelling van [eiser] .
4.15.
Het voorgaande leidt tot het oordeel dat de Staat de functie van Gezagvoerder VWM Binnenvaart en Kustvaart in redelijkheid en in overeenstemming met Fuwasys (2007) heeft kunnen waarderen met score 2 op het kenmerk ‘kennis en inzicht’. Omdat dit in Fuwasys resulteert in een somscore 37 (met bijpassende salarisschaal 7), heeft de Staat in redelijkheid tot het besluit kunnen komen om de functie van Gezagvoerder VWM Binnenvaart en Kustvaart in te schalen in schaal 7.
4.16.
De kantonrechter begrijpt dat [eiser] de uitkomst van het functiewaarderingsonderzoek als enigszins teleurstellend heeft ervaren. Enerzijds omdat zijn functie dezelfde zwaarte heeft gekregen als die van Gezagvoerder VWM Binnenvaart terwijl [eiser] – onder meer vanwege het grote aantal verplichte opleidingen – zijn functie als zwaarder ervaart. Maar doordat ‘opleiding’ in Fuwasys, anders dan in sommige andere functiewaarderingssystemen, geen afzonderlijk waarderingskenmerk is, leidt dit voor de functie van [eiser] niet tot een hogere score dan voor Gezagvoerder VWM Binnenvaart. Anderzijds doordat de functie slechts één punt tekort komt voor de indeling in schaal 8. Dit brengt echter niet met zich dat de Staat in redelijkheid niet aan die uitkomst zou mogen vasthouden. De toekenning van een score en de indeling op basis daarvan in een salarisschaal zullen immers altijd tot grensgevallen leiden waarbij de functie net niet voor de volgende schaal in aanmerking komt.
Terugwerkende kracht
4.17.
[eiser] heeft tot slot gesteld dat zijn functie vanaf 1 augustus 2016 ingedeeld moet worden in salarisschaal 8 omdat hij zijn functie vanaf die datum uitoefent en deze sindsdien ongewijzigd is gebleven. De Staat heeft deze stelling betwist.
4.18.
In de Cao zijn geen regels opgenomen waaruit volgt in hoeverre terugwerkende kracht moet worden toegekend aan een schaalwijziging. De handleiding Fuwasys (2007) bevat evenmin aanknopingspunten. De onderzoekers van Atos en HCG hebben zich hierover ook niet uitgelaten. Op zichzelf is toekenning met terugwerkende kracht mogelijk mits de werknemer stelt en bij betwisting bewijst dat hij de hoger gewaardeerde functie feitelijk ook in het verleden al op het hogere niveau verrichtte. Gelet op de betwisting door de Staat, had het op de weg van [eiser] gelegen om met feiten en stukken te onderbouwen dat de feitelijke werkzaamheden van de functie van Gezagvoerder VWM Binnenvaart en Kustvaart vóór 1 april 2019 identiek waren aan de periode daarna. [eiser] heeft echter geen feiten en omstandigheden naar voren gebracht waaruit de kantonrechter dit kan afleiden. Omdat een (begin van) onderbouwing ontbreekt, wordt aan bewijslevering op dit punt niet toegekomen. Op grond daarvan moet worden aangenomen dat de Staat er in redelijkheid toe heeft kunnen besluiten de inschaling van de functie in schaal 7 op 1 april 2019 te laten ingaan.
4.19.
Dit leidt ertoe dat de vorderingen van [eiser] zullen worden afgewezen.
4.20.
[eiser] zal worden veroordeeld in de kosten van deze procedure omdat hij in het ongelijk is gesteld.

5.Beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt [eiser] in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van de Staat vastgesteld op € 498,- (2 punten ad € 249,-) als het aan de gemachtigde van de Staat toekomende salaris.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. D. Jongsma en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 maart 2022.