Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser, V-nummer [V-nummer]
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
5. Op 11 juli 2020 is de Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND (Tijdelijke wet) in werking getreden. In artikel 1 van deze wet is bepaald dat artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb niet van toepassing is op besluiten op aanvragen tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Artikel 1 blijft op grond van artikel 3 van de Tijdelijke wet buiten toepassing, indien verweerder vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet niet binnen de wettelijke termijn heeft beslist op een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd en hij vóór die datum van de aanvrager een schriftelijke ingebrekestelling als bedoeld in artikel 6:12, tweede lid, onder b, van de Awb heeft ontvangen. [2] 6. Eiser heeft eerder beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag. Dit beroep is gegrond verklaard. [3] 7. De hoogste bestuursrechter heeft geoordeeld dat een ingebrekestelling zijn werking verliest wanneer de rechtbank naar aanleiding van deze ingebrekestelling beslist op het beroep tegen het niet tijdig beslissen en vaststelt dat verweerder in verzuim is en verweerder opdraagt een besluit te nemen op de asielaanvraag. [4]