ECLI:NL:RBDHA:2022:2634

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 maart 2022
Publicatiedatum
24 maart 2022
Zaaknummer
09-149924-21
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugdstrafrecht. Steekincident, straatroof en openlijk geweld in Zoetermeer.

Op 24 maart 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een jeugdstrafzaak betreffende een steekincident en openlijk geweld in Zoetermeer. De verdachte, geboren in 2005, werd beschuldigd van meerdere ernstige feiten, waaronder poging tot moord, zware mishandeling en openlijke geweldpleging. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de poging tot moord en doodslag, en sprak de verdachte vrij van deze beschuldigingen. Wel werd de verdachte schuldig bevonden aan openlijke geweldpleging tegen twee slachtoffers, [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6], die op 5 juni 2021 in een park werden aangevallen door een groep jongeren, waarbij zij werden gestoken en geslagen. De rechtbank legde een jeugddetentie op van 300 dagen, waarvan 213 dagen voorwaardelijk, en een onvoorwaardelijke werkstraf van 80 uur. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, en stelde bijzondere voorwaarden voor de proeftijd, waaronder begeleiding door de jeugdreclassering en een contactverbod met de slachtoffers.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Meervoudige kamer jeugdstrafzaken
Parketnummer 09-149924-21
Datum uitspraak 24 maart 2022
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
hierna te noemen: de verdachte,
geboren op [geboortedag 1] 2005 te [geboorteplaats] ,
[adres] .

1.Het onderzoek op de zitting

Het onderzoek is gehouden op de besloten zittingen van 2 september 2021 (regiezitting),
25 februari 2022 (inhoudelijke behandeling) en 10 maart 2022 (sluiting van het onderzoek ter terechtzitting).
De officier van justitie in deze zaak is mr. P. de Jonge en de advocaat van de verdachte is mr. T. Kocabas te Zoetermeer. De verdachte is ter zitting verschenen.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is, samengevat en na wijziging van de tenlastelegging op de zitting, ten laste gelegd dat:
1. hij op 5 juni 2021 te Zoetermeer, samen met anderen en met voorbedachten rade geprobeerd heeft [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] van het leven te beroven (
primair), dan wel dat hij hier medeplichtig aan is geweest (
subsidiair), dan wel dat hij samen met anderen en met voorbedachten rade geprobeerd heeft [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen (
meer subsidiair), dan wel dat hij hier medeplichtig aan is geweest (
nog meer subsidiair), dan wel dat hij samen met anderen voorbereidingen heeft getroffen tot het plegen van een moord c.q doodslag of zware mishandeling met voorbedachten rade of openlijke geweldpleging (
nog meer subsidiair), dan wel dat hij hier medeplichtig aan is geweest (
meest subsidiair);
2. hij op 5 juni 2021 in Zoetermeer, openlijk geweld met zwaar lichamelijk letsel heeft gepleegd tegen [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] (
primair), dan wel dat hij hier medeplichtig aan is geweest (
subsidiair).
3. hij op 29 mei 2021 in Zoetermeer, samen met anderen door middel van geweld [slachtoffer 3] heeft beroofd;
4. hij op 29 mei 2021 in Zoetermeer, openlijk geweld met zwaar lichamelijk letsel heeft gepleegd tegen [slachtoffer 4] (
primair), dan wel dat hij hier medeplichtig aan is geweest (
subsidiair).
De volledige tekst van de tenlastelegging staat in bijlage I.

3.Bewijsoverwegingen

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat de rechtbank bewezen zal verklaren dat de verdachte de onder 1 primair, 2 primair, 3 en 4 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan.
Daartoe heeft de officier van justitie – samengevat en zakelijk weergegeven – het volgende naar voren gebracht.
Voorafgaand aan het feit op 5 juni 2021 zijn er door de verdachte en zijn medeverdachten in een Snapchat-groep berichten verstuurd om iemand of meerdere personen te grazen te nemen. Uit de gesprekken valt te herleiden dat diverse personen voor het incident afspreken en bespreken dat ze messen met zich meenemen omdat er een ruzie is met ‘Palenstein Boys’. Naderhand worden, opnieuw in Snapchatgesprekken, daderwetenschappen benoemd. Het was dus een vooropgezet plan om de jongens uit de wijk Palenstein te grazen te nemen. De verdachte heeft concrete daderkennis en hij is zelf bijna geraakt omdat iemand dacht hij iemand van de andere partij was. De officier van justitie is daarom van mening dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van een poging moord en een openlijke geweldpleging.
Op 29 mei 2021 heeft de verdachte zich ook samen met zijn medeverdachten schuldig gemaakt aan de beroving van de aangever [slachtoffer 3] en openlijke geweldpleging tegen de beide aangevers. De verdachte is met zijn medeverdachten achter de aangevers aangerend. Zij hebben vervolgens eerst de aangever [slachtoffer 4] geslagen en geschopt totdat deze kon ontkomen. Vervolgens heeft de hele groep verdachten zich gekeerd tegen de aangever [slachtoffer 3] . Hij is geschopt en geslagen waarna hij van zijn tas is beroofd.
3.2
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft de verdediging bepleit dat de verdachte moet worden vrijgesproken. Het dossier bevat onvoldoende aanknopingspunten om de verdachte te veroordelen voor het medeplegen van het steekincident, dan wel de medeplichtigheid daarbij.
De verdediging heeft ten aanzien van het onder 3 en 4 ten laste gelegde bepleit dat de verdachte slechts voor de openlijke geweldpleging kan worden veroordeeld. Het toegepaste geweld zag niet op het stelen van een heuptas. De verdachte wist ook niet dat de tas van aangever [slachtoffer 3] was gestolen.
3.3
De beoordeling van de tenlastelegging [1]
Feiten 1 en 2 – het steekincident op 5 juni 2021
Algemene inleiding
Op 5 juni 2021 omstreeks 23:00 uur zijn verbalisanten na een melding over een steekpartij naar het Fonteinbos te Zoetermeer gegaan. Ter plaatse aangekomen zagen zij ter hoogte van het basketbalveldje/skatebaan twee personen op de stoeprand zitten met ongeveer vijf personen eromheen. De verbalisant zag op de doorgaande weg een grote hoeveelheid bloeddruppels liggen. De twee personen op de stoeprand, die later bleken te zijn [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] , zaten onder het bloed en hadden beiden verwondingen aan het lichaam, lijkend op steekverwondingen. De verbalisant hoorde [slachtoffer 5] verklaren dat zij gewoon aan het basketballen waren op het veldje en ineens door een groep werden aangevallen. Hij had niets gezien en wist ook niet met hoeveel mensen zij waren. [slachtoffer 6] verklaarde dat de aanval uit het niets kwam en dat hij verder niet kon vertellen wat er was gebeurd. Beide slachtoffers zijn meegenomen met de ambulance. [2]
Verklaringen van slachtoffers
Het [slachtoffer 5] is op 6 juni 2021 door de politie in het ziekenhuis gehoord, waarbij hij heeft verklaard dat hij zag dat iemand op hem af kwam lopen met een mes. Hij verklaarde ook dat hij geen aangifte wilde doen. [3] Op 22 november 2021 is [slachtoffer 5] als getuige gehoord; hij heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat hij zich niet meer kan herinneren wat hij heeft verklaard in het ziekenhuis, dat hij geen mes heeft gezien en dat hij dit in het ziekenhuis ook niet heeft verklaard. Hij weet niet meer met wie hij die avond was, behalve met [slachtoffer 6] . De namen van de verdachte en zijn medeverdachten zeggen hem niets. Ook [slachtoffer 6] is als getuige gehoord en heeft op 22 november 2021 bij de rechter-commissaris verklaard dat hij ‘gewoon’ geen aangifte wil doen en dat hij niet heeft gezien wie hem heeft gestoken. [4]
Verwondingen van slachtoffers
[verbalisant 1] , die ter plaatste was vlak na het incident, heeft op 5 juni 2021 gezien dat [slachtoffer 5] een open wond had op zijn linker schouderblad, een wond aan zijn linker elleboog en aan zijn linker pols, een steekwond onder zijn linker tepel op zijn borst en een steekwond in de linkerzijde van zijn torso. De verbalisant zag dat [slachtoffer 6] een open wond had op zijn achterhoofd, lijkend op een steekwond. [5] [slachtoffer 6] heeft op
22 november 2021 bij de rechter-commissaris zelf ook verklaard dat hij een steekwond op zijn achterhoofd heeft opgelopen.
Getuigen
[getuige 1] heeft op 5 juni 2021 verklaard dat hij twee jongens onder het bloed zag zitten en hen tegen elkaar hoorde zeggen dat ze niks gingen vertellen en zouden zeggen dat er niets gebeurd was. Hij hoorde hen zeggen dat het ‘hun blok tegen ons blok’ was en iets met Syrië wat nu geen Syriërs meer waren. [6] Kort voor het incident had hij een groep van 20 à 30 man zien rennen. [7]
[getuige 2] heeft op 6 juni 2021 verklaard dat hij achter het Fonteinbos met ongeveer vijf vrienden aan het basketballen was en er opeens een groep jongens schreeuwend op hen af kwam rennen. Hij zag dat één van deze jongens een mes in zijn handen had met een lengte van ongeveer 15 centimeter. [8]
Snapchatgesprek 5 juni 2021
Op de inbeslaggenomen telefoon van één van de medeverdachten is een Snapchatgesprek aangetroffen met 27 deelnemers, gevoerd op verschillende tijdstippen in de avond van
5 juni 2020, de dag van het steekincident. Uit enkele van de berichten in deze chat heeft de politie opgemaakt dat werd gesproken over het steekincident in het Fonteinbos te Zoetermeer, zowel voorafgaand aan het incident als daarna. [9]
Uit het dossier leidt de rechtbank af dat onder meer de volgende teksten zijn verzonden:
1
[account naam 1]
Boys vandaag kaka
5-6-2021 16:14:10
2
[account naam 1]
Iedereen black gedrest
5-6-2021 16:14:24
3
[account naam 1]
Beetje spitten hier en daar
5-6-2021 16:14:34
68
[account naam 2]
Wille jullie nog pb pakke
5-6-2021 22:39:44
69
[account naam 2]
We gaan zo miss starten
5-6-2021 22:39:50
70
[account naam 2]
We nog wille pakke kom skate
5-6-2021 22:40:05
73
[account naam 1]
Waar
5-6-2021 22:41:04
74
[account naam 2]
Skate
5-6-2021 22:41:07
75
[account naam 3]
Yusu
5-6-2021 22:41:11
76
[account naam 2]
Zijn juillie down
5-6-2021 22:41:12
77
[account naam 1]
Wnr nu
5-6-2021 22:41:18
78
[account naam 2]
Skatebaan
5-6-2021 22:41:22
79
[account naam 2]
Nui gwn
5-6-2021 22:41:26
80
[account naam 2]
Nuu
5-6-2021 22:41:28
81
[account naam 1]
We mokken
5-6-2021 22:41:30
82
[account naam 2]
Jahtoxh
5-6-2021 22:41:35
83
[account naam 2]
Neem
5-6-2021 22:41:36
84
[account naam 2]
Dingge
5-6-2021 22:41:41
85
[account naam 2]
Mee
5-6-2021 22:41:42
86
[account naam 4]
Welk boys van pb?
5-6-2021 22:41:53
87
[account naam 2]
We hbn nii genoeg
5-6-2021 22:41:54
88
[account naam 2]
Chefs
5-6-2021 22:41:59
90
[account naam 1]
We komen nu
5-6-2021 22:42:26
92
[account naam 3]
Die soma
5-6-2021 22:42:55
93
[account naam 3]
Enzo
5-6-2021 22:42:56
94
[account naam 3]
Je had beef met zo toch
5-6-2021 22:42:59
98
[account naam 2]
Gwn Chris n die somas
5-6-2021 22:43:57
109
[account naam 3]
Bro Julie moeten back
5-6-2021 23:04:31
131
[account naam 3]
Wie is [slachtoffer 5]
5-6-2021 23:07:38
133
[account naam 3]
Die man is 5 ofs gedipt
5-6-2021 23:08:27
147
[account naam 3]
ze ging dashed
5-6-2021 23:10:17
148
[account naam 3]
Toen wij trokken
5-6-2021 23:10:26
186
[account naam 3]
[slachtoffer 5] is goed gepakt man
5-6-2021 23:16:34
197
[account naam 3]
Kkr mijn machete
5-6-2021 23:21:44
Uit enkele van de berichten in deze chat heeft de politie opgemaakt dat werd gesproken over het steekincident in het Fonteinbos te Zoetermeer, zowel voorafgaand aan het incident als daarna. De politie heeft onder meer opgeschreven dat ‘spitten’ [10] .
Camerabeelden
Het dossier bevat meerdere camerabeelden, waaronder beelden van het blauwe pleintje gelegen aan de Carry van Bruggenhove en beelden van het Panamapad in Zoetermeer. [11] Het blauwe pleintje bevindt zich - hemelsbreed - op een afstand van 1,5 meter kilometer van de plaats van het steekincident. Het Panamapad is een weg die onder meer verbinding vormt tussen de plaats van het steekincident (in de wijk Meerzicht) en het blauwe pleintje aan de Carry van Bruggenhove (in de wijk Buytenwegh). Op de plaats van het steekincident, nabij een basketbalveldje/skatebaan aan het Fonteinbos – in het dossier ook aangeduid als de skatebaan aan het Abdissenbos –, hangen geen camera’s.
Tussenconclusie
Op basis van het dossier kan niet worden vastgesteld wat de aanleiding van het steekincident is geweest, nu de slachtoffers daar zowel bij de politie als bij de rechter-commissaris niet over hebben willen verklaren. De rechtbank ziet wel aanwijzingen in het dossier dat sprake zou zijn van een ruzie tussen jongens uit verschillende wijken in Zoetermeer gelet op de hierboven genoemde verklaring van [getuige 1] en het Snapchatgesprek waarin wordt gesproken over het ‘pakken van PB boys’ (jongens uit de wijk Palenstein) en een ‘beef’ (ruzie). Uit het dossier volgt verder dat bij meerdere verdachten drillrapteksten en beelden van drillrap-clips zijn aangetroffen op hun telefoons, maar de inhoud daarvan geeft onvoldoende aanleiding voor de gevolgtrekking dat het steekincident te maken had met een drillrap-gerelateerde ruzie.
De rechtbank leidt tot zover uit de stukken af dat sprake is geweest van een heftige confrontatie bij het Fonteinbos te Zoetermeer, waarbij een groep jongens op de slachtoffers is afgerend, waaronder in ieder geval één jongen met een mes, en de twee slachtoffers zijn gestoken. [slachtoffer 5] heeft daarbij vijf steekwonden opgelopen aan zijn lichaam en [slachtoffer 6] één steekwond op zijn achterhoofd.
De rechtbank ziet zich in de eerste plaats voor de vraag gesteld hoe dit geweld moet worden gekwalificeerd.
Het oordeel van de rechtbank ten aanzien van feit 1
Voorbedachte raad?
Voor bewezenverklaring van de onder 1 impliciet primair ten laste gelegde poging tot moord zal vast moeten komen te staan dat een verdachte zich op enig moment heeft kunnen beraden op het te nemen of genomen besluit en dat hij niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling. Hij moet de gelegenheid hebben gehad om na te denken over de betekenis en gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven. Het gaat daarbij om de weging en waardering van de omstandigheden van het concrete geval. Of voorbedachte raad bewezen kan worden, hangt dus sterk af van die gelegenheid en van de overige feitelijke omstandigheden van het geval waaronder de aard van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan alsmede de gedragingen van de verdachte voor en tijdens het begaan van het feit. De vaststelling dat de verdachte voldoende tijd had om zich te beraden op het te nemen of genomen besluit vormt weliswaar een belangrijke objectieve aanwijzing, maar hoeft de rechtbank er niet van te weerhouden aan contra-indicaties een zwaarder gewicht toe te kennen.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat bij de verdachten sprake was van voorbedachte raad en stoelt die overtuiging hoofdzakelijk op het Snapchatgesprek van
5 juni 2021. De verdachten hebben volgens de officier van justitie voldoende tijd gehad om zich te beraden op hun voorgenomen besluit en zich rekenschap te geven van de gevolgen. Van een ogenblikkelijke gemoedsopwelling is geen sprake geweest. De officier van justitie gaat uit van een tijdlijn op 5 juni 2021 die aanvangt om 16:14 uur, wanneer de deelnemer “ [account naam 1] ” in het Snapchatgesprek zegt ‘Boys vandaag kaka, iedereen black gedrest, beetje spitten hier en daar’.
De rechtbank gaat in de eerste plaats uit van een andere lezing van de berichten in het Snapchatgesprek op 5 juni 2021. Zoals gerelateerd in eerdergenoemd proces-verbaal wordt met ‘spitten’ rappen bedoeld. Uit het voorstel van deelnemer “ [account naam 1] ” om een beetje te gaan spitten hier en daar kan daarom niet worden afgeleid dat er vanaf 16:14 uur (al) sprake is van het opzetten van een plan om iemand te gaan steken. Eerst vanaf 22:39 uur, wanneer deelnemer “ [account naam 2] ” in de Snapchatgroep zegt: ‘Wille jullie nog pb pakke’, ‘We gaan zo miss starten’, ‘We wille nog pakke kom skate’ en ‘We hbn nii genoeg chefs’, is sprake van een gesprek waarin de rechtbank een oproep ziet om mensen te verzamelen en messen mee te nemen. De rechtbank is evenwel van oordeel dat uit deze berichten niet volgt dat sprake is geweest van een vooropgezet plan maar eerder van een gemoedsopwelling, nu deze berichten slechts twintig minuten voordat de steekpartij plaatsvond zijn verstuurd. Verder kan uit de berichten weliswaar worden afgeleid dat er een voornemen was om ‘PB boys’ te gaan ‘pakken’, maar voor de conclusie dat daarmee concreet is bedoeld om een of meer anderen bewust van het leven te gaan beroven geven deze berichten onvoldoende grond, zelfs niet in het licht van de aansporing om messen mee te nemen. Van een moment van kalm beraad of rustig overleg zoals hierboven uiteengezet is de rechtbank uit deze berichten daarom niet gebleken. Uit de camerabeelden voorafgaand aan het incident kan, alleen al gelet op de plaats waar de beelden zijn gemaakt, evenmin worden afgeleid of de verdachten met elkaar hebben afgestemd wat er zou (moeten) gaan gebeuren. Andere omstandigheden in de aanloop naar of tijdens de steekpartij, waaruit kan worden afgeleid dat er bij één of meer verdachten sprake is geweest van een voornemen een ander van het leven te beroven en van kalm beraad of rustig overleg daartoe, heeft de rechtbank in het dossier niet aangetroffen. Dat betekent dat het geweld dat op 5 juni 2021 heeft plaatsgevonden niet kan worden gekwalificeerd als een poging tot moord.
Gelet hierop komt de rechtbank niet toe aan de vraag of de verdachte kan worden aangemerkt als medepleger van die poging tot moord of dat hij daaraan medeplichtig is geweest. De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van het onder 1 primair ten laste gelegde medeplegen van een poging tot moord en van de onder 1 subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid aan een poging tot moord.
Poging tot doodslag?
Daarmee ligt de vraag voor of sprake is van poging tot doodslag zoals primair (impliciet subsidiair) ten laste gelegd. Het steken met een mes in bepaalde delen van het lichaam van een persoon kan in bepaalde gevallen dodelijk zijn. Om te kunnen spreken van potentieel dodelijk letsel is van doorslaggevend belang dat wordt vastgesteld dat vitale delen in het lichaam zijn of hadden kunnen worden geraakt. In deze zaak is vast komen te staan dat het [slachtoffer 5] in totaal vijf steekwonden heeft opgelopen, te weten bij zijn linker schouderblad, linker elleboog, linker pols, onder zijn linker tepel op zijn borst en in de linkerzijde van zijn bovenlichaam. Het [slachtoffer 6] heeft een steekwond opgelopen op zijn achterhoofd. De rechtbank stelt vast dat een medische verklaring over de aard en ernst van de verwondingen van beide slachtoffers ontbreekt. Nu niet is komen vast te staan dat met de messteken een of meer vitale delen van het lichaam zijn geraakt of konden worden geraakt en onduidelijk is gebleven wat de aard en ernst van het letsel was, of er een noodzaak tot medisch ingrijpen is geweest en in hoeverre er uitzicht is op (volledig) herstel, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat de door de slachtoffers opgelopen steekwonden potentieel dodelijk zijn geweest. Reeds daarom zal de verdachte, nog daargelaten dat uit de bewijsmiddelen evenmin kan worden afgeleid dat hij willens en wetens de aanmerkelijke kans op het intreden van de dood van de slachtoffers heeft aanvaard, ook worden vrijgesproken van de hem primair (impliciet subsidiair) ten laste gelegde poging tot doodslag.
Daar komt bij dat het voor de rechtbank op basis van het dossier op één verdachte na onduidelijk is gebleven door wie en onder welke omstandigheden er voorts is gestoken. Dat de rechtbank onvoldoende wetenschap heeft over de steekletsels en de omstandigheden waaronder deze zijn toegebracht is enerzijds gelegen in het uitblijven van een aangifte door de slachtoffers en anderzijds in het zwijgen dan wel zeer beperkt verklaren door alle betrokkenen waaronder de verdachten. Bij die stand van zaken concludeert de rechtbank dat niet kan worden vastgesteld dat sprake is van (het medeplegen van- dan wel de medeplichtigheid aan) een poging tot doodslag.
Zware mishandeling?
Vervolgens ligt de vraag voor of sprake is geweest van zware mishandeling.
Hiervoor is vastgesteld dat uit de bewijsmiddelen volgt dat de slachtoffers steekwonden hebben opgelopen. Vooropgesteld wordt dat de rechtbank dit ziet als ernstig letsel. Bij de beantwoording van de vraag of toegebracht letsel als zwaar lichamelijk letsel in de zin van artikel 302 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) moet worden aangemerkt dient echter de aard van het letsel, de eventuele noodzaak en aard van medisch ingrijpen en/of het uitzicht op (volledig) herstel in aanmerking te worden genomen. De rechtbank heeft hiervoor reeds geconstateerd dat het dossier geen objectieve bewijsmiddelen bevat op grond waarvan de aard en ernst van de steekverwondingen, de eventuele noodzaak en aard van medisch ingrijpen en het uitzicht op (volledig) herstel kan worden vastgesteld. De waarnemingen van de verbalisanten die het eerste ter plaatse waren en de beknopte verklaringen van de slachtoffers zelf zijn ontoereikend om het letsel van de beide slachtoffers aan te kunnen merken als zwaar lichamelijk letsel.
De verdachte zal daarom ook van dit deel van de tenlastelegging worden vrijgesproken. Daarmee komt de rechtbank evenmin toe aan de vraag of de verdachte kan worden aangemerkt als medepleger van zware mishandeling of dat hij daaraan medeplichtig is geweest. De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van het onder 1 meer subsidiair en nog meer subsidiair ten laste gelegde.
Voorbereidingshandelingen?
De rechtbank stelt voorop dat bij de beantwoording van de vraag of het onder 1 nog meer subsidiair tenlastegelegde feit is bewezen, moet komen vast te staan dat de in de tenlastelegging omschreven middelen bestemd waren tot het begaan van een misdrijf, zoals in de tenlastelegging omschreven en waarop een gevangenisstraf van acht jaar of meer is gesteld. Daartoe dient te worden beoordeeld of de middelen, afzonderlijk dan wel gezamenlijk, naar hun uiterlijke verschijningsvorm ten tijde van het handelen dienstig konden zijn voor het misdadige doel dat de verdachte met het gebruikt daarvan voor ogen had.
Van voorbereidingshandelingen is sprake wanneer de dader opzettelijk voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten of vervoermiddelen (samenvattend: middelen) bestemd tot het begaan van dat misdrijf verwerft, vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert of voorhanden heeft.
De rechtbank constateert dat de officier van justitie in dit verband onder de eerste twee gedachtestreepjes handelingen ten laste heeft gelegd, te weten – kort gezegd – het per telefoon en sociale media afspreken en oproepen om anderen te grazen te nemen en het verzamelen van een groep mensen om met dat doel samen naar het basketbalveldje aan het Abdissenbos te gaan. De rechtbank is van oordeel dat deze handelingen niet gekwalificeerd kunnen worden als middelen, bestemd tot het begaan van een misdrijf.
De rechtbank dient voorts de vraag te beantwoorden of de verdachte opzettelijk een mes voorhanden heeft gehad, zoals ten laste is gelegd onder het derde gedachtestreepje, bestemd ter voorbereiding van misdrijven als in de tenlastelegging omschreven, te weten poging tot moord, poging tot doodslag, zware mishandeling en openlijke geweldpleging met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg. De rechtbank is van oordeel dat op basis van het dossier en het verhandelde ter zitting niet kan worden vastgesteld dat de verdachte voorafgaand aan het steekincident een mes voorhanden heeft gehad én daarbij een van de misdrijven zoals voornoemd voor ogen had.
De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van het onder 1 nog meer subsidiair en meest subsidiair tenlastegelegde.
Eindconclusie
Het voorgaande, in samenhang bezien, leidt tot de conclusie dat de rechtbank de verdachte integraal zal vrijspreken van het onder 1 ten laste gelegde.
Het oordeel van de rechtbank ten aanzien van feit 2
De rechtbank stelt op basis van de bovengenoemde bewijsmiddelen vast dat [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] op 5 juni 2021 te Zoetermeer op de openbare weg zijn aangevallen door een groep jongens waarbij zij zijn gestoken met een mes. Naar het oordeel van de rechtbank staat ook vast dat de slachtoffers zijn geschopt en geslagen. [12] De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat er openlijk en in vereniging geweld tegen de slachtoffers is gepleegd.
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of ook de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan dit geweld.
Juridisch kader
Met betrekking tot de ten laste gelegde openlijke geweldpleging stelt de rechtbank voorop dat blijkens de wetsgeschiedenis, zoals aangehaald in het arrest van de Hoge Raad van
11 november 2003, ECLI:NL:HR:AL6209, van het ‘in vereniging’ plegen van geweld in de zin van deze strafbaarstelling sprake is indien de betrokkene een voldoende significante of wezenlijke bijdrage levert aan het geweld, zij het dat deze bijdrage zelf niet van gewelddadige aard behoeft te zijn. De enkele omstandigheid dat iemand aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt, is dus niet zonder meer voldoende om hem te kunnen aanmerken als iemand die ‘in vereniging’ geweld pleegt.
De rechtbank zal aan de hand van voornoemde bewijsmiddelen beoordelen of sprake is van een voldoende significante en wezenlijke bijdrage van de verdachte.
De verklaring van de verdachte
De verdachte heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat er een ruzie was en dat hij zich met anderen heeft verzameld. Hij heeft op Snapchat de berichten gestuurd met de naam ‘ [account naam 2] ’. Op het moment dat het zou gebeuren is hij met drie anderen weggegaan en toen hoorde hij geschreeuw maar hij kon het niet zien. Andere jongens hebben gestoken maar dat was niet de bedoeling. De verdachte heeft voorts verklaard dat hij één mes heeft gezien, een soort aardappelmesje. [13] De verdachte heeft ter zitting verklaard dat er voorafgaand aan de steekpartij rond 20:00/21:00 uur op het blauwe pleintje ruzie was met de slachtoffers [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en met [naam 1] .
Camerabeelden
Door [verbalisant 2] zijn de camerabeelden van het blauwe pleintje gelegen aan de Carry van Bruggenhove uitgekeken. Om 23:33 uur is te zien dat verdachte en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] aan komen lopen vanuit de Datheenhove en dat de verdachte van kleding is gewisseld. Er staat een groep bij de ingang van de school ’t Schrijverke aan de zijde van de Busken Huethove. Te zien is dat de verdachte en de [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] bij het hek van ’t Schrijverke staan. De verbalisant beschrijft dat om 23:24 uur te zien is dat de verdachte een stekende beweging maakt, waarschijnlijk tijdens het vertellen van zijn verhaal aan de groep. Opvallend was dat de verdachten veel om zich heen keken en veel op hun telefoon zaten te bellen of te berichten. Om 23:36 uur is te zien dat de [medeverdachte 1] een stekende beweging maakt in de groep, lijkend alsof hij zijn gesproken woorden visueel wilde maken. [14]
Ter zitting zijn de beelden getoond en heeft de verdachte desgevraagd verklaard dat hij zichzelf herkent op de beelden van het blauwe pleintje gelegen aan de Carry van Bruggenhove en dat hij de jongen is aan wie de verbalisant de eerste steekbeweging toeschrijft.
Snapchatgesprek 5 juni 2021
De rechtbank stelt vast dat de Snapchat accountnaam van de verdachte “ [account naam 2] ” is. [15]
De rechtbank stelt vast dat de verdachte onder die accountnaam deelneemt aan het Snapchatgesprek van 5 juni 2021. De rechtbank haalt enkele teksten aan. [16]
68
[account naam 2]
Wille jullie nog pb pakke
5-6-2021 22:39:44
69
[account naam 2]
We gaan zo miss starten
5-6-2021 22:39:50
70
[account naam 2]
We nog wille pakke kom skate
5-6-2021 22:40:05
73
[account naam 1]
Waar
5-6-2021 22:41:04
74
[account naam 2]
Skate
5-6-2021 22:41:07
75
[account naam 3]
Yusu
5-6-2021 22:41:11
76
[account naam 2]
Zijn juillie down
5-6-2021 22:41:12
77
[account naam 1]
Wnr nu
5-6-2021 22:41:18
78
[account naam 2]
Skatebaan
5-6-2021 22:41:22
79
[account naam 2]
Nui gwn
5-6-2021 22:41:26
80
[account naam 2]
Nuu
5-6-2021 22:41:28
81
[account naam 1]
We mokken
5-6-2021 22:41:30
82
[account naam 2]
Jahtoxh
5-6-2021 22:41:35
83
[account naam 2]
Neem
5-6-2021 22:41:36
84
[account naam 2]
Dingge
5-6-2021 22:41:41
85
[account naam 2]
Mee
5-6-2021 22:41:42
86
[account naam 4]
Welke boys van pb
5-6-2021 22:41:53
87
[account naam 2]
We hbn nii genoeg
5-6-2021 22:41:54
88
[account naam 2]
Chefs
5-6-2021 22:41:59
90
[account naam 1]
We komen nu
5-6-2021 22:42:26
92
[account naam 3]
Die soma
5-6-2021 22:42:55
93
[account naam 3]
Enzo
5-6-2021 22:42:56
94
[account naam 3]
Je had beef met zo toch
5-6-2021 22:42:59
98
[account naam 2]
Gwn [naam 1] n die somas
5-6-2021 22:43:57
182
[account naam 5] _
[account naam 6] was je daar
5-6-2021 23:16:18
183
[account naam 3]
5-6-2021 23:16:20
184
[account naam 6]
Eentje was geclamt in die goal
5-6-2021 23:16:24
185
[account naam 6]
[slachtoffer 6] volgens mij
5-6-2021 23:16:27
186
[account naam 3]
[slachtoffer 5] is goed gepakt man
5-6-2021 23:16:34
200
[account naam 6]
Ik liep nog langs 3
5-6-2021 23:22:15
201
[account naam 7]
Ben bijna o
5-6-2021 23:22:24
202
[account naam 6]
[account naam 2] trok nog bijna op mij hij dacht ik was een van hun
5-6-2021 23:23:13
203
[account naam 6]
5-6-2021 23:23:18
De rechtbank stelt vast dat de verdachte voorafgaand aan het steekincident actief deelneemt aan het Snapchatgesprek van 5 juni 2021 en dat hij de persoon is die begint over het ‘pakken van de Palenstein boys’ en oproept om nu naar de skatebaan te komen en ‘dingen’ mee te nemen omdat er niet genoeg ‘chefs’ zijn. Uit het dossier wordt duidelijk dat met ‘chefs’ messen wordt bedoeld. [17] De verklaring van de verdachte ter zitting dat hij met het meenemen van ‘chefs’ bedoelde dat er meer mensen moesten komen, acht de rechtbank dan ook niet aannemelijk.
Voorts wordt er gesproken over een ‘beef’ met [naam 1] en die ‘soma’s’. Hiervoor is reeds besproken dat uit het dossier blijkt dat het steekincident heeft plaatsgevonden nabij een skatebaan/basketbalveldje rond 23:00 uur.
De rechtbank leidt voorts uit het Snapchatgesprek af dat [account naam 6] ”, welk account door de politie is toegeschreven aan de [medeverdachte 3] , zegt dat hij langs drie Palenstein boys liep en dat [account naam 2] nog bijna op hem trok omdat hij dacht dat hij een van hun was.
Tapgesprekken
Met ingang van 15 juni 2021 is de telecommunicatie van de telefoon van de [medeverdachte 4] opgenomen en afgeluisterd. In een gesprek van 21 juni 2021 spreken [nummer 1] - waarvan uit de bewijsmiddelen volgt dat dit nummer wordt gebruikt door [medeverdachte 4] - en [nummer 2] - waarvan uit de bewijsmiddelen volgt dat dit nummer wordt gebruikt door [medeverdachte 5] - met elkaar. [18]
De rechtbank haalt een passage aan. [19]
[nummer 2]
jawel zeker, [account naam 2] !! [account naam 2] was de hele tijd over [medeverdachte 3] en [naam 2] aan het takken dus zal mij niet verbazen als hij had gesproken. Want hij zei, ik had bijna [medeverdachte 3] geshapt, [naam 2] is echt een soort sol....-daat dat hij jullie naar ons hebt laten komen. Hel de tijd zei hij dat op het plein. Hij zei ,IK HAD [medeverdachte 3] BIJNA GESHAFT, IK HAD [medeverdachte 3] BIJNA GESHAFT. Snap je? Dat zal mij echt niet verbazen.
Uit dit tapgesprek leidt de rechtbank opnieuw af dat de naam van de verdachte wordt genoemd als de persoon die [medeverdachte 3] nog bijna ‘geshaft’ (fonetisch) zou hebben.
Conclusie
Naar het oordeel van de rechtbank is op grond van bovenstaande bewijsmiddelen, in onderling verband en in samenhang bezien, vast komen te staan dat de verdachte bij het steekincident aanwezig was en een significant aandeel heeft gehad in het gepleegde geweld.
De verdachte heeft zelf verklaard dat er een ruzie was en dat hij via Snapchat jongens heeft gevraagd om te komen, dat hij in de buurt van het steekincident aanwezig was en dat hij een mes heeft gezien. De slachtoffers zijn ook daadwerkelijk gestoken.
Uit het Snapchatgesprek van 5 juni 2021 blijkt inderdaad dat de verdachte mensen heeft opgeroepen om naar de skatebaan te komen omdat er ruzie was en ook dat zij messen mee moeten nemen, omdat er niet genoeg waren. In datzelfde Snapchatgesprek wordt bovendien gezegd dat de verdachte nog bijna de [medeverdachte 3] had ‘gecheft’ omdat hij dacht dat hij één van de Palenstein Boys was. Dit wordt nogmaals besproken in het tapgesprek tussen twee medeverdachten. Voorts is op de camerabeelden van het blauwe pleintje aan de Carry van Bruggenhove te zien dat de verdachte kort na het steekincident in een groepje aan het praten is en daarbij een steekbeweging maakt.
De rechtbank leidt uit het bovenstaande af dat de verdachte het geweld heeft bevorderd en wellicht zelfs uitgelokt door wat hij in het Snapchatgesprek heeft gezegd voorafgaand aan het steekincident, dat hij zo dicht in de buurt was bij het steekincident dat hij daarbij bijna een medeverdachte heeft gestoken en voorts dat hij dus een steekvoorwerp bij zich had. Dat niet duidelijk is geworden of de verdachte daarmee daadwerkelijk heeft gestoken doet aan het leveren van een significante bijdrage aan het gepleegde geweld niet af.
Dit leidt tot het oordeel van de rechtbank dat de verdachte door zijn aanwezigheid bij het steekincident en het door hem vertoonde gedrag een voldoende significante bijdrage heeft gehad aan het gepleegde openlijke geweld.
De rechtbank acht de onder 2 primair ten laste gelegde openlijke geweldpleging op grond van het voorgaande wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van de onder 2 ten laste gelegde gekwalificeerde
gevolgenvan de openlijke geweldpleging, namelijk dat het door de verdachte gepleegde geweld zwaar lichamelijk letsel, althans enig letsel ten gevolge heeft gehad, overweegt de rechtbank het volgende.
Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat de in artikel 141, tweede lid, Sr opgenomen zwaardere strafbedreigingen uitsluitend van toepassing zijn op de verdachte die
zelfhet bewezenverklaarde letsel heeft toegebracht, zodat de verdachte niet op grond van deze bepaling strafrechtelijk verantwoordelijk kan worden gehouden voor het door zijn mededaders in het kader van het openlijke geweld veroorzaakte letsel (HR 16 november 2004, ECLI:NL:HR:2004:AR3230, en HR 10 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1082).
Nog daargelaten dat – zoals hiervoor onder feit 1 is geoordeeld – van zwaar lichamelijk letsel onvoldoende is gebleken, brengt het voorgaande mee dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van de ten laste gelegde gekwalificeerde gevolgen van de openlijke geweldpleging. Uit de bewijsvoering kan naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende worden afgeleid dat de verdachte met zijn
eigenhandelen het bewezenverklaarde letsel, te weten de steekwonden en/of enig ander letsel heeft toegebracht.
3.3.2
Feiten 3 en 4 – de diefstal met geweld en het openlijk geweld op 29 mei 2021
Inleiding
Op 29 mei 2021 bevonden de aangevers [slachtoffer 3] (hierna: [slachtoffer 3] ) en [slachtoffer 4] (hierna: [slachtoffer 4] ) zich in Albert Heijn in het winkelcentrum Meerzicht in Zoetermeer. Toen zij Albert Heijn uitliepen zijn zij door een groep jongens achterna gerend en mishandeld en is [slachtoffer 3] van zijn tas beroofd.
De rechtbank ziet zich voor de vragen gesteld wat er die dag met [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] is gebeurd en welke betrokkenheid de verdachte daarbij had.
De bewijsmiddelen
De verklaring van aangevers
[slachtoffer 3] heeft bij de politie verklaard dat hij op 29 mei 2021 met [slachtoffer 4] en zijn vriendin in Albert Heijn in Meerzicht te Zoetermeer was. Toen zij bij Albert Heijn naar binnen liepen zag [slachtoffer 3] twee jongens de winkel uitlopen. Deze jongens waren later ook bij de beroving. De jongens zeiden op agressieve toon ‘wat is er dan’. [slachtoffer 4] liep naar de jongens toe en zei ook ‘wat is er dan’. [slachtoffer 3] hoorde niet wat de jongens verder tegen elkaar hebben gezegd. [slachtoffer 4] en [slachtoffer 3] liepen vervolgens Albert Heijn in. Toen zij de winkel uitliepen richting de auto hoorde [slachtoffer 3] achter hen mensen roepen. Hij hoorde dat ze schreeuwden: ‘Wat doen jullie stoer?’ Dit was een groep van 9 à 10 personen. De groep liep 2 à 3 meter achter hen. De groep rende op [slachtoffer 4] af. [20] [slachtoffer 4] rende weg naar het einde van de parkeerplaats. [slachtoffer 3] zag vervolgens dat de groep op hem af kwam rennen en op hem in begon te slaan. Hij voelde verschillende malen vuistslagen tegen zijn hoofd. Door de klappen op zijn hoofd is hij op de grond gevallen. Toen [slachtoffer 3] op de grond lag is hij ook geschopt in zijn zij en tegen zijn hoofd. Ondanks dat [slachtoffer 3] ‘stop’ riep, gingen de jongens door met slaan en schoppen. [slachtoffer 3] hoorde dat een jongen zei: ‘Pak zijn tas, pak zijn tas’. [slachtoffer 3] lag op dat moment op de grond met zijn ogen dicht en handen voor zijn gezicht om zichzelf te beschermen. [slachtoffer 3] voelde dat er aan zijn tasje werd getrokken. Uiteindelijk is het de daders toch gelukt om het tasje af te pakken. De daders renden daarna met zijn allen weg. Toen durfde hij pas zijn ogen open te doen.
[slachtoffer 4] heeft bij de politie verklaard dat hij op 29 mei 2021 samen met zijn vriendin [naam 3] en [slachtoffer 3] naar Albert Heijn aan de Middelwaard in Zoetermeer ging. Toen zij de winkel binnen liepen, zongen zij een liedje. Daar reageerde een jongen op met ‘Wat is er’. Deze jongen was met een andere jongen. Toen [slachtoffer 4] met [slachtoffer 3] bij de kassa stond zag [slachtoffer 4] de eerder genoemde jongens buiten staat bij het raam. De jongens keken [slachtoffer 4] aan en maakten vechtgebaren door middel van het slaan met de vuist in de hand. [slachtoffer 4] liep vervolgens naar buiten. Op dat moment kwamen de jongens samen met nog meer jongens, een stuk of 10-12, naar hen toe gerend. De hele groep kwam ineens op [slachtoffer 4] af gerend. [slachtoffer 4] kreeg een blikje energy drink op zijn achterhoofd gegooid. Wieser werd op een gegeven moment omsingeld door allemaal jongens. Toen begonnen ze ineens allemaal op hem in te slaan. Hij weet niet wie en met welke hand ze hem allemaal sloegen. Terwijl de jongens [slachtoffer 4] sloegen, is hij gaan rennen. [slachtoffer 4] zag nog dat een van de jongens aan kwam rennen met een rood witte afzetketting. Deze heeft [slachtoffer 4] één keer op zijn linker kuit en één keer op zijn linker elleboog geslagen met de ketting. [slachtoffer 4] is vervolgens weer weg gerend en heeft de politie kunnen bellen. [21]
Bij [slachtoffer 4] was er geen uitwendig letsel zichtbaar, maar er is wel een vermoeden van oorsuizen in het rechteroor (tinnitus).
De getuigen
De getuige/aangeefster [naam 3] heeft bij de politie verklaard dat zij die dag met [slachtoffer 4] en [slachtoffer 3] was. Zij liepen de Albert Heijn uit richting de auto van [slachtoffer 4] . Zij hoorde dat er mensen op hen af kwamen rennen en dat deze aan het schreeuwen waren. Er werd geschreeuwd ‘is dit die jongen, is dit die jongen’. Zij keek om en zag dat ongeveer vijf of zes jongens op hen af kwamen. Zij renden richting [slachtoffer 4] . [naam 3] zag dat alle jongens [slachtoffer 4] tegen zijn gezicht en hoofd sloegen. Ze zag dat [slachtoffer 4] zich beschermde en weg rende van de groep. Zij zag dat er drie jongens achter [slachtoffer 4] aan gingen, dat [slachtoffer 4] verderop tegenover een van de jongens stond en dat ze beiden een gevechtshouding hadden. Twee andere jongens renden ook richting [slachtoffer 4] . Een van deze jongens had iets in zijn hand. Het was rood en wit van kleur en het waren rondjes die aan elkaar vast zaten. De jongen probeerde [slachtoffer 4] met deze ketting te raken op zijn rug. Dit lukt niet omdat [slachtoffer 4] wegrende. De jongen sloeg opnieuw en raakte [slachtoffer 4] op zijn been. [slachtoffer 4] rende vervolgens weg en de jongens gingen achter hem aan. [22] Drie jongens kwamen vervolgens weer terug richting [naam 3] en [slachtoffer 3] . De drie jongens en de andere jongens van de groep pakten hierna [slachtoffer 3] . [naam 3] zag dat de jongens hem sloegen en schopten, ook toen [slachtoffer 3] op de grond lag. De jongen liep toen weer richting [slachtoffer 3] . De andere jongens waren [slachtoffer 3] nog steeds aan het slaan. [naam 3] hoorde iemand roepen ‘pak zijn tasje’. Zij zag dat de jongens het tasje van [slachtoffer 3] probeerden te pakken. Het was de jongens gelukt om de tas te pakken en [naam 3] zag dat de jongens hierna met zijn allen wegrenden.
De [getuige 3] heeft bij de politie verklaard dat zij op 29 mei 2021 bij haar nichtje in de flat op het Savelbos in Zoetermeer was. Op een bepaald moment zag zij allemaal onrust en mensen op de parkeerplaats. Haar dochter is gaan filmen en de getuige is naar het balkon gerend. De getuige zag een groep jongens op de parkeerplaats en zij zag dat de jongens achter een blanke jongen aan renden. De groep bestond uit acht of negen jongens. De blanke jongen rende weg van de groep en werd geslagen door een andere jongen. De jongen had een soort riem in zijn hand en daar sloeg hij die blanke jongen mee. [23]
Camerabeelden
Door de [verbalisant 3] zijn de camerabeelden van Albert Heijn, de camerabeelden van het winkelcentrum Meerzicht en de camerabeelden van twee particulieren uitgekeken. [24]
Aan de hand van getoonde foto’s van de beelden van 29 mei 2021 hebben verschillende verbalisanten daarop de navolgende verdachten herkend: [verdachte] , [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] , [25] alsmede [medeverdachte 1] , [26] [medeverdachte 8] , [27] [medeverdachte 2] [28] en [medeverdachte 9] . [29]
De eigen waarneming van de rechtbank op basis van de camerabeelden
In het dossier bevinden zich camerabeelden van het winkelcentrum Meerzicht (voor Albert Heijn) en door de getuige gefilmde beelden. Ter zitting zijn deze bewegende beelden getoond.
De rechtbank heeft op deze beelden waargenomen dat [slachtoffer 4] voor Albert Heijn een woordenwisseling krijgt met de [medeverdachte 1] en [medeverdachte 9] , waarna [slachtoffer 4] Albert Heijn in loopt, dat de medeverdachten daarna in de weer zijn met hun telefoon en dat na ongeveer vijf minuten 7 andere jongens, waaronder de verdachte, het winkelcentrum binnenkomen. Op enig moment is te zien dat [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en zijn vriendin uit Albert Heijn komen en het winkelcentrum verlaten. Enkele seconden later is te zien dat alle jongens, waaronder de verdachte, naar de uitgang rennen waardoor aangevers het winkelcentrum net hebben verlaten.
Op de door de getuige gefilmde beelden heeft de rechtbank waargenomen dat de verdachte op de beelden te zien is en met anderen geweld pleegt tegen [slachtoffer 3] .
De verklaring van de verdachte
Ter zitting zijn de beelden getoond en heeft de verdachte desgevraagd verklaard dat hij een van de jongens is die het winkelcentrum binnenkomt en ook later het winkelcentrum uitrent in de richting van aangevers. Ook heeft de verdachte zichzelf herkend als een van de jongens op de door de getuige gefilmde beelden. Ter zitting heeft de verdachte verklaard dat hij trappende bewegingen heeft gemaakt richting [slachtoffer 3] .
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak diefstal met geweld tegen [slachtoffer 3] (feit 1)
De rechtbank is op grond van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen van oordeel dat vast is komen te staan dat tegen [slachtoffer 3] geweld is gepleegd en dat hij van zijn tas is beroofd, terwijl hij geslagen en geschopt werd. Het door de groep jongens gepleegde geweld tegen [slachtoffer 3] heeft de diefstal van zijn tas vergemakkelijkt. Uit de voorliggende bewijsmiddelen volgt echter niet wie van de verdachten het oogmerk had op het stelen van de tas, dan wel op het plegen van het geweld om de diefstal van de tas te vergemakkelijken. Onvoldoende duidelijk is immers welke jongen ‘pak zijn tas’ riep, wie van de jongens toen nog geweld tegen [slachtoffer 3] pleegden en door welke jongen of jongens de tas vervolgens is weggenomen.
Zowel [slachtoffer 3] als getuige [naam 3] hebben verklaard dat ‘pak zijn tas’ werd geroepen, toen er al geweld tegen [slachtoffer 3] werd gebruikt. [naam 3] noemt daarbij dat dit werd geroepen toen de verdachte bij haar weg liep. Op de beelden is te zien dat op dat moment reeds een aantal jongens bij [slachtoffer 3] wegliep. Gelet hierop kan naar het oordeel van de rechtbank niet vastgesteld worden wie van de verdachten de diefstal met geweld heeft gepleegd en moet de verdachte van dit feit worden vrijgesproken.
Het openlijk geweld tegen [slachtoffer 4] (feit 2)
De verdachte is op de camerabeelden van het winkelcentrum te zien als één van de jongens die het winkelcentrum binnenkomt nadat er een woordenwisseling is geweest tussen de aangever [slachtoffer 4] en de [medeverdachte 1] en [medeverdachte 9] . Nadat [slachtoffer 4] en zijn vrienden naar buiten gaan is te zien dat deze jongens, als groep, aangevers achterna rennen. Op de camerabeelden die zijn gefilmd door getuigen (en die slechts enkele momenten laten zien van hetgeen zich buiten heeft afgespeeld) is te zien dat de verdachte zich ook buiten bevindt en daar geweld pleegt tegen de andere aangever, [slachtoffer 3] .
[slachtoffer 4] heeft verklaard dat de hele groep op hem af kwam rennen, dat hij een blikje Energy drink tegen zijn achterhoofd kreeg gegooid, dat hij door allemaal jongens is omsingeld en dat de jongens op hem insloegen, waarna hij kon wegrennen. Hij is toen nog geslagen door een jongen met een ketting. [naam 3] heeft verklaard dat er vijf of zes jongens op [slachtoffer 4] afrenden en dat hij door al deze jongens werd geslagen op zijn gezicht en hoofd, totdat hij wegrende. Hij werd toen door verschillende jongens achterna gezeten, waaronder een jongen met een ketting die hem op zijn been raakte.
De rechtbank is van oordeel dat uit het bovenstaande volgt dat verdachte niet alleen een aandeel heeft gehad in het tegen [slachtoffer 3] gepleegde geweld (dat niet ten laste is gelegd onder feit 2), maar ook een aandeel heeft gehad in het tegen [slachtoffer 4] gepleegde openlijk geweld: hij was onderdeel van de groep die [slachtoffer 4] achterna rende en belaagde en gelet op de aangifte en de getuigenverklaring hebben al deze jongens [slachtoffer 4] geslagen. Op de beelden van de getuige is bovendien te zien dat hij zich buiten bevond en geweld pleegde tegen [slachtoffer 3] , op de parkeerplaats waar het geweld tegen [slachtoffer 4] net had plaatsgevonden.
Uit de uiterlijke verschijningsvorm van de hiervoor beschreven gedragingen kan verder worden afgeleid dat de verdachte en de medeverdachten – na de woordenwisseling met [slachtoffer 4] door twee van hen – verzamelen in het winkelcentrum, als groep achter [slachtoffer 4] aan gaan en als groep geweld tegen [slachtoffer 4] plegen, waarbij kan worden gesproken van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, waarbij ook verdachte een significante rol heeft gehad in het gepleegde geweld door te slaan.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 2 primair ten laste gelegde openlijke geweldpleging tegen [slachtoffer 4] . Wel zal de verdachte partieel worden vrijgesproken van de ten laste gelegde gekwalificeerde
gevolgenvan de openlijke geweldpleging, namelijk dat het door de verdachte gepleegde geweld zwaar lichamelijk letsel, althans enig letsel ten gevolge heeft gehad. Nog daargelaten dat van zwaar lichamelijk letsel niet is gebleken, kan uit de bewijsvoering naar het oordeel van de rechtbank niet worden afgeleid dat de verdachte met zijn
eigenhandelen het letsel, te weten tinnitus (oorsuizen) heeft toegebracht.

4.De bewezenverklaring

De rechtbank verklaart, op grond van het bovenstaande, ten aanzien van de verdachte wettig en overtuigend bewezen dat
Feit 2 primair
hij op 5 juni 2021 te Zoetermeer, openlijk, te weten op of aan de openbare weg, aan
het Abdissenbos, te weten op of nabij het basketbalveldje/pleintje aldaar, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] , welk geweld bestond uit:
- met een mes te steken van deze [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en het slaan en schoppen van deze [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] .
Feit 4 primair
hij op 29 mei 2021 te Zoetermeer met anderen, op de openbare weg, te weten aan het Middelwaard nabij winkelcentrum Meerzicht, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer 4] , welk geweld bestond uit
- het gooien van een blikje drinken tegen het hoofd van voornoemde [slachtoffer 4] en
- meerdere malen slaan op/tegen het hoofd en het lichaam van voornoemde [slachtoffer 4] en
- het malen slaan met een ketting op het lichaam van voornoemde [slachtoffer 4] .
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De bewezenverklaarde feiten leveren de volgende strafbare feiten op:
Feit 2 primair
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen
Feit 4 primair
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen

6.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, nu er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

7.De straf

7.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat de verdachte wordt veroordeeld tot een jeugddetentie van 15 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich moet melden bij de jeugdreclassering, dat de verdachte meewerkt aan behandeling indien dat nodig blijkt te zijn, dat de verdachte meewerkt aan het voortzetten van het coachingstraject, dat de verdachte naar school gaat en zorgt voor een nuttige dagbesteding, dat de verdachte zich houdt aan een contactverbod met de medeverdachten en dat de verdachte zich houdt aan een avondklok. De officier van justitie heeft verder geëist dat deze bijzondere voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De advocaat heeft bepleit dat er, indien tot een bewezenverklaring wordt gekomen, een onvoorwaardelijke jeugddetentie gelijk aan het voorarrest moet worden opgelegd, met daarnaast nog een voorwaardelijk deel. De verdachte is er niet bij gebaat om terug te moeten keren naar de justitiële jeugdinrichting. Ten aanzien van de op te leggen bijzondere voorwaarden heeft hij zich gerefereerd.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank houdt bij het bepalen van de strafmaat rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder zij zijn gepleegd en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
7.3.1
De ernst van de feiten
De verdachte heeft zich samen met zijn mededaders op 29 mei 2021 schuldig gemaakt aan de openlijke geweldpleging tegen het [slachtoffer 4] . De verdachte en zijn mededaders hebben zich verzameld nadat met twee van hen een woordenwisseling had plaatsgevonden, hebben gewacht totdat het slachtoffer uit Albert Heijn kwam en zijn hem achterna gerend Zij hebben eerst een blikje tegen het hoofd van het slachtoffer gegooid en daarna hebben zij hem omsingeld en geslagen. Ook is het slachtoffer nog met een ketting geslagen. De groep was veruit in de meerderheid en heeft bewust samengewerkt om de twee slachtoffers aan te vallen; de rechtbank vindt dit laf en intimiderend handelen.
Ook heeft de verdachte zich samen met zijn mededaders op 5 juni 2021 schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging. De slachtoffers zijn geslagen, geschopt en gestoken. De verdachte heeft door zijn handelen een forse inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers. Ook moet dit voor de slachtoffers een zeer angstige ervaring zijn geweest. Feiten als deze dragen bij aan de in de maatschappij heersende gevoelens van angst en onveiligheid.
7.3.2
De persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Justitiële documentatie
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
1 februari 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
Rapportages en verklaringen van deskundigen ter zitting
De rechtbank heeft voorts acht geslagen op de navolgende recente rapportages ten aanzien
van de persoon van de verdachte.
GZ-psycholoog drs. M. de Bree heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 21 september 2021. Dit rapport houdt voor zover van belang het volgende in.
Bij de verdachte is geen stoornis en/of verstandelijke handicap vastgesteld. Vanwege het feit dat de verdachte grotendeels ontkent, heeft de psycholoog geen delictscenario kunnen opstellen. In het algemeen ziet de psycholoog, bij bewezenverklaring, gezien het cognitieve, emotionele en sociale functioneren van de verdachte geen redenen om hem het bewezenverklaard handelen in verminderde mate toe te rekenen. Het recidiverisico wordt ingeschat als laag/matig. Ter vermindering van het recidiverisico en ter bevordering van een gunstige ontwikkeling adviseert de psycholoog de inzet van een coach. Deze coach kan het gedrag van de verdachte buitenshuis monitoren en daar aansluiten bij zijn leefwereld, waar de ouders dat, passend bij de puberteit, onvoldoende kunnen. Een coach kan ook het opstarten van zijn nieuwe opleiding op de voet volgen en vrijetijdsbesteding realiseren en monitoren. De verdachte staat hier voor open en wordt als goed te begeleiden gezien, waarbij aandachtspunt is zijn gedrag zonder toezicht van volwassenen. Gezien de ernst van de feiten en ter bevordering van de motivatie het vol te houden is bij bewezenverklaring een kader met toezicht en begeleiding door de jeugdreclassering aangewezen. De geadviseerde begeleiding door een coach kan worden opgelegd als bijzondere voorwaarde bij een (deels) voorwaardelijke straf.
De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 17 februari 2022. Dit rapport houdt voor zover van belang het volgende in.
De Raad ziet in de verdachte een jongen die twee gezichten lijkt te hebben. Enerzijds is hij een vrolijke jongen die respectvol en beleefd kan zijn. Aan de andere kant ziet de Raad een jongen die selectief kan zijn in het tonen van sociaal wenselijk gedrag. Dit beeld komt overeen met de uitkomsten van het Dynamisch Risico Profiel waarin de beschermende factoren grotendeels gelijk opgaan met de risicofactoren die de kans op herhaling van
strafbaar gedrag doen vergroten. Het is een grote zorg van de Raad dat, indien de verdachte schuldig wordt bevonden, hij als first offender gelijk zulke ernstige feiten heeft gepleegd en dat hij door te ontkennen niet alleen een straf probeert te ontlopen, maar ook blijkbaar berekenend kan zijn en dan kennelijk actief bezig is om middels sociaal wenselijk gedrag zijn omgeving te overtuigen van zijn onschuld. In dat geval maakt de Raad zich zorgen om zijn morele ontwikkeling en zijn toekomst.
De Raad kan zich vinden in de uitkomsten van het persoonlijkheidsonderzoek en sluit
zich hierbij aan. Indien de verdachte schuldig wordt bevonden dan vindt de Raad vanuit
pedagogisch oogpunt het van belang dat de begeleiding die er nu is nog een periode doorloopt. De jeugdreclassering kan dan samen met de coaches nog beter inzicht proberen te krijgen in het doen en laten van de verdachte buiten de deur en zijn omgang met leeftijdsgenoten. Een werkstraf lijkt pedagogisch gezien weinig meerwaarde te hebben omdat de verdachte al consequenties heeft ervaren met zijn voorlopige hechtenis en zich goed heeft gehouden aan de strikte schorsende voorwaarden.
De deskundige M.M.M. Holtus, werkzaam bij de Raad, heeft ter zitting het advies nader toegelicht. Indien de verdachte wordt veroordeeld, is het raadzaam om een delict analyse te laten plaatsvinden om te kijken of er mogelijk behandeling nodig is. De deskundige adviseert tevens om de avondklok te verlengen.
De deskundige J. Kick, werkzaam bij Coach 25, heeft ter zitting naar voren gebracht dat de verdachte zich begeleidbaar heeft opgesteld. Hij maakt goed contact en komt afspraken na.
7.3.3
De strafoplegging
De rechtbank heeft bij de bepaling van de strafmodaliteit en strafmaat tot uitgangspunt genomen de informatie over de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals die uit de rapporten en ter zitting naar voren is gekomen, als ook de straffen die in soortgelijke zaken gewoonlijk worden opgelegd, zoals vermeld in de door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) vastgestelde oriëntatiepunten voor de straftoemeting voor minderjarigen.
De rechtbank neemt ook in aanmerking dat strafrechtelijke sancties ten aanzien van jeugdigen op grond van artikel 40 lid 1 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) primair beogen dat de jeugdige een constructieve rol in de samenleving aanvaardt en in de toekomst niet opnieuw strafbare feiten pleegt. Dit dient zowel het belang van de jeugdige als het belang van de samenleving.
De verdachte heeft zich op jonge leeftijd (15/16 jaar) schuldig gemaakt aan twee zeer ernstige strafbare feiten. De verdachte is onder meer, samen met anderen, betrokken geweest bij ernstig openlijk geweld tegen twee jonge slachtoffers (15 en 16 jaar). [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] zijn op een basketbalveldje aangevallen door een groep jongens en daarbij geschopt, geslagen en meerdere malen met een mes gestoken. Alle daders zijn direct weggerend. Geen van hen heeft op enig moment nadien verantwoordelijkheid genomen voor de aanval, of voor een eigen aandeel daarin. Ook zonder dat er helderheid is gekomen over de aanleiding voor de vechtpartij kan voor een dergelijke uitbarsting van buitensporig geweld geen enkele rechtvaardiging worden gevonden. De verdachte heeft een wezenlijke bijdrage geleverd aan dit geweld en de rechtbank rekent hem dat ernstig aan.
De rechtbank maakt zich grote zorgen over het messenbezit onder jongeren en daarmee samenhangend de toename van steekpartijen onder jongeren op straat. Ook in deze omvangrijke strafzaak van de verdachte en zijn medeverdachten blijkt eens te meer dat jongeren op straat regelmatig messen bij zich dragen en het gebruik van deze wapens niet schuwen op het moment dat er – in hun beleving – een ruzie met leeftijdsgenoten moet worden uitgevochten. Dit zorgt voor veel onrust in de betreffende wijken en meer algemeen in de maatschappij. Het voorhanden hebben van een mes vergroot het risico op daadwerkelijk gebruik daarvan aanzienlijk, en dit leidt tot steeds meer steekincidenten met vaak een zeer ernstige afloop. De rechtbank vindt dit een uiterst zorgelijke ontwikkeling en een groot maatschappelijk probleem. Mede in het licht van deze ontwikkelingen zal een strafoplegging voor iedere individuele verdachte, maar ook voor de samenleving, een signaalfunctie hebben.
De rechtbank vindt een aanzienlijke jeugddetentie op zijn plaats, waarvan een gedeelte voorwaardelijk zal worden opgelegd. In de hierboven besproken omstandigheden ziet de rechtbank bovendien aanleiding om de verdachte daarnaast een onvoorwaardelijke werkstraf op te leggen.
Met de Raad is de rechtbank van oordeel dat het, gelet op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, aangewezen is dat de verdachte op verschillende gebieden ondersteund en waar nodig gestuurd wordt en zal daarom aan het voorwaardelijk deel van de straf bijzondere voorwaarden verbinden, die hierna zullen worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel heeft ook als doel de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. De verdachte heeft het onvoorwaardelijke deel van zijn straf al in voorarrest doorgebracht. De rechtbank zal een voorwaardelijk deel van de jeugddetentie opleggen dat lager is dan door de officier van justitie geëist, omdat de rechtbank de verdachte van het onder 1 ten laste gelegde feit heeft vrijgesproken en daarmee tot een andere bewezenverklaring komt dan de officier van justitie.
Hoewel de rechtbank met de officier van justitie en de deskundigen van oordeel is dat passende behandeling wenselijk is voor de verdachte, kan de rechtbank, gelet op vaste jurisprudentie van de Hoge Raad (zie HR 12 juli 2011, ECLI:NL:PHR:2011:BQ4676 en HR 8 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:1957) het meewerken aan behandeling niet als bijzondere voorwaarde opleggen nu tot op heden niet duidelijk is bij welke behandeling de verdachte gebaat is en waar die behandeling zou moeten plaatsvinden.
Dadelijke uitvoerbaarheid
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan misdrijven die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten openlijke geweldpleging tegen personen met enig lichamelijk letsel tot gevolg. Gelet op de ernst van het feit en de rapporten omtrent zijn persoon, waaruit naar voren komt dat de verdachte hulpverlening en begeleiding nodig heeft, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan zonder inzet en voortzetting van passende hulp. Daarom zal de rechtbank bevelen dat de hierna op grond van art. 77z Sr te stellen voorwaarden en het op grond van art. 77aa Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen passend en geboden.

8.Beslag

8.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de in beslag genomen kleding teruggegeven kan worden (vul de feitaanduidingen in)aan de verdachte en dat het inbeslaggenomen luchtdrukwapen onttrokken wordt aan het verkeer.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft ter zitting aangegeven zich te kunnen vinden in het voorstel van de officier van justitie.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Hoewel de rechtbank geen lijst van inbeslaggenomen goederen in het dossier heeft aangetroffen, stelt zij vast dat het dossier wel aanwijzingen bevat dat in deze zaak goederen van de verdachte in beslag zijn genomen gelet op het proces-verbaal van bevindingen van 30 juli 2021 op pagina 134 van het procesdossier, te weten:
- een paar Nike schoenen;
- een luchtdrukwapen, Cal177.
Schoenen
Nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet, zal de rechtbank de teruggave aan de verdachte gelasten van het paar Nike schoenen.
Wapen
De rechtbank zal het luchtdrukwapen onttrekken aan het verkeer, aangezien dit voorwerp van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.

9.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen:
36b, 36d, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg en 141 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze artikelen zijn toegepast zoals zij rechtens golden op het moment van het plegen van het strafbare feit dan wel zoals zij rechtens gelden op het moment van de uitspraak.

10.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten heeft gepleegd en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 2 primair en 4 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
Feit 2 primair
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
Feit 4 primair
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
jeugddetentie voor de duur van 300 dagen (10 maanden);
bepaalt dat de tijd die de veroordeelde al in voorarrest heeft doorgebracht, te weten
87 dagenhier vanaf getrokken moet worden;
bepaalt dat een deel van de jeugddetentie, te weten
213 dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd als de veroordeelde zich tot het einde van de proeftijd, die wordt vastgesteld op
twee jaren, houdt aan de volgende voorwaarden:
1. dat hij zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
2. dat hij zich gedurende de proeftijd zal houden aan de aanwijzingen van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering en zich zal melden bij de jeugdreclassering, op momenten waarop zij dat willen en zo lang zij dat willen;
3. dat hij gedurende maximaal 6 maanden van de proeftijd tussen 19:00 uur en 07:00 uur aanwezig zal zijn op het adres [adres] , tenzij onder begeleiding van een door de jeugdreclassering goedgekeurde volwassene en waar van de tijdstippen kan worden afgeweken in overleg met de jeugdreclassering, zo lang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
4. dat hij gedurende de proeftijd zal blijven meewerken aan de begeleiding van een coach vanuit Coach E25 en zich zal houden aan de afspraken die daarbij met hem worden gemaakt;
5. dat hij gedurende de proeftijd onderwijs zal volgen of andere zinvolle en door de jeugdreclassering goedgekeurde dagbesteding zal hebben;
6. dat hij gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect en ook niet via sociale media – contact zal opnemen, zoeken of hebben met de slachtoffers:
- [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedag 2] 2001;
- [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedag 3] 2005;
- [slachtoffer 6] , geboren op [geboortedag 4] 2004,
en met de medeverdachten:
- [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedag 5] 2005;
- [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedag 6] 2005;
- [medeverdachte 10] , geboren op [geboortedag 7] 2005;
- [medeverdachte 11] , geboren op [geboortedag 8] 2003;
- [medeverdachte 7] , geboren op [geboortedag 9] 2005;
- [medeverdachte 3] , geboren op [geboortedag 10] 2006;
- [medeverdachte 5] , geboren op [geboortedag 11] 2005;
- [medeverdachte 12] , geboren op [geboortedag 12] 2014;
- [medeverdachte 4] , geboren op [geboortedag 13] 2005;
- [medeverdachte 13] , geboren op [geboortedag 14] 2003;
-
[medeverdachte 9] , geboren op [geboortedag 15] 2003;
-
[medeverdachte 6] , geboren op [geboortedag 15] 2003,
zo lang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht.
geeft opdracht aan de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering te Amsterdam tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
wijst de veroordeelde op de overigens geldende voorwaarden dat hij gedurende de proeftijd:
7. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
8. zijn medewerking zal verlenen aan het door de jeugdreclassering te houden toezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de jeugdreclassering, zo vaak en zo lang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
dadelijke uitvoerbaarheid
beveelt dat de gestelde voorwaarden en het aan genoemde jeugdreclasseringsinstelling opgedragen toezicht,
dadelijk uitvoerbaarzijn;
veroordeelt de verdachte voorts tot:
een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, zijnde het verrichten van onbetaalde arbeid, voor de duur van
80 UREN;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van
40 DAGEN;
de inbeslaggenomen goederen
gelast de teruggave aan de verdachte van de in beslag genomen kleding zoals geverbaliseerd op pagina 134 van het procesdossier, te weten:
- een paar Nike schoenen;
verklaart onttrokken aan het verkeer de goederen zoals geverbaliseerd op pagina 134 van het procesdossier, te weten:
- een luchtdrukwapen, Cal177.
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de veroordeelde.
Dit vonnis is gewezen door
mr. H.J.M. Smid-Verhage, kinderrechter, voorzitter,
mr. M.H. Rochat, kinderrechter,
en mr. B. Martinez-Hammer, kinderrechter,
in tegenwoordigheid van mr. M.M. Leurs, griffier.
Het is uitgesproken op de openbare zitting van deze rechtbank van 24 maart 2022.
Bijlage:
I. De tenlastelegging

Bijlage I: de tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

1.

(primair): medeplegen van poging tot moord
hij op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] (en/of een of meer anderen) opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven,
immers heeft hij, verdachte, (tezamen met -die- medeverdachte(n) met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg:
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen (en ontvangen) van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken en/of afgestemd en/of opgedragen en/of uitgenodigd en/of uitgedaagd/verleid/opgejut om (later die avond en/of binnen enkele dagen/ enige tijd hierna )(tezamen) naar het basketbalveldje/pleintje (aan het Abdissenbos) (en/of nabij het pleintje) te gaan en/of om (vervolgens) (daar) een of meer anderen (van een ander ‘blok’/andere wijk/Palensteijn/tegenstanders/concurrenten) te grazen te nemen en/of te slaan en/of te steken en/of te vermoorden en/of te ‘dippen’en/of heeft hij (tezamen met zijn mededaders) (hiertoe):
- ( een groep mensen) verzameld (althans, is samen met anderen -met dat doel- (op)gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van het basketbalveldje (aan het Abdissenbos) en/of;
- een of meerdere mes(sen) en/of machettes (althans (een of meer) scherp(e) of puntig(e) voorwerp(en) meegenomen/bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen) en/of;
- [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] (en/of een of meer anderen) ingesloten en/of klemgezet en/of vastgezet en/of tegengehouden en/of ingeklemd en/of;
- het weglopen en/of vluchten onmogelijk gemaakt en/of (in ieder geval) bemoeilijkt en/of;
- geslagen en/of geschopt/getrapt (terwijl [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of een of meer anderen werden gestoken (althans gewond waren);
- ( vervolgens) met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] (en/of een of meer anderen) eenmaal of meerdere malen in het (boven)lichaam gestoken
- en/of met een mes gedreigd en/of gezwaaid en/of getoond (zodat anderen, medeverdachten, konden steken),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden: medeplegen van medeplichtigheid tot medeplegen van poging tot
moord
(hij tezamen en in vereniging met) een of meer (onbekend gebleven) personen/anderen, op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte (en/of zijn mededaders) voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] (en/of een of meer anderen) opzettelijk (en met voorbedachten rade) van het leven te beroven, immers heeft/hebben hij en/of die medeverdachten/anderen met opzet en na kalm beraad en rustig overleg,
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen (en ontvangen) van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken en/of afgestemd en/of opgedragen en/of uitgenodigd en/of uitgedaagd/verleid om (later die avond en/of binnen enkele dagen/ enige tijd hierna) (tezamen) naar het basketbalveldje/pleintje (aan het Abdissenbos) (en/of nabij het pleintje) te gaan en/of om (vervolgens) (daar) een of meer anderen (van een ander ‘blok’/andere wijk/Palensteijn/tegenstanders/concurrenten) te grazen te nemen en/of te slaan en/of te steken en/of te vermoorden en/of (hiertoe);
- ( een groep mensen) verzameld (althans, is samen met anderen –met dat doel- (op)gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van het basketbalveldje (aan het Abdissenbos) en/of;
- een of meerdere mes(sen) en/of machettes (althans (een of meer) scherp of puntig(e) voorwerp(en) meegenomen/bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen) en/of;
- [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] (en/of een of meer anderen) ingesloten en/of klemgezet en/of vastgezet en/of tegengehouden en/of ingeklemd en/of het weglopen en/of vluchten onmogelijk gemaakt (althans: bemoeilijkt) en/of;
- geslagen en/of geschopt/getrapt (terwijl [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of een of meer anderen werden gestoken (althans gewond waren) ;
- ( vervolgens) met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] (en/of een of meer anderen) eenmaal of meerdere malen in het (boven)lichaam gestoken
- en/of met een mes gedreigd en/of gezwaaid en/of getoond (zodat anderen, medeverdachten, konden steken),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte (en/of zijn mededaders) op of omstreeks 5 juni 2021 (en/of enige dagen daarvoor) te Zoetermeer, in ieder geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- te laten weten/communiceren/berichten dat mensen/derden zich moesten verzamelen en/of;
- ( vervolgens) te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen/deelgenoten op Snapchat en/of een andere social media-account) waar de anderen (tegenpartij en/of mensen van het andere ‘blok’) aanwezig was/waren en/of -deze- anderen aan te wijzen en/of;
- te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen) dat ze (de mensen van het andere blok en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of vrienden/kennissen van [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] ) gepakt/gestoken moesten (gaan) worden en/of;
- te laten weten/communiceren dat er messen (en/of andere wapens) meegenomen moesten worden (door zijn/hun vrienden/bekenden) en/of;
- een mes bij zich te dragen en/of te tonen en/of;
- aan te moedigen dat zijn mededaders iemand/derden zouden (moeten) steken (en/of aan te wijzen/duiden wie gestoken zou moeten worden) en/of;
- richting anderen ( [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of een of meer anderen) te dreigen om te steken/snijden;
- [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] (en/of een of meer anderen) in te sluiten en/of klem te zetten en/of vast te zetten en/of tegen te houden en/of (het) weglopen en/of vluchten onmogelijk te maken en/of;
- te slaan en/of schoppen en/of trappen;
(meer) subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden: medeplegen van zware mishandeling (met voorbedachten
rade)
hij op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, aan [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] (en/of een of meer anderen) opzettelijk en met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, immers heeft hij (tezamen met zijn mededaders) na kalm beraad en rustig overleg:
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen (en ontvangen) van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken en/of afgestemd en/of opgedragen en/of uitgenodigd en/of uitgedaagd/verleid/opgejut om (later die avond en/of binnen enkele dagen/ enige tijd hierna)(tezamen) naar het basketbalveldje/pleintje (aan het Abdissenbos) (en/of nabij het pleintje) te gaan en/of om (vervolgens) (daar) een of meer anderen (van een ander ‘blok’/andere wijk/Palensteijn/tegenstanders/concurrenten) te grazen te nemen en/of te slaan en/of te steken en/of te vermoorden en/of heeft hij (tezamen met zijn mededaders) (hiertoe):
- ( een groep mensen) verzameld (althans, is -hij- samen met anderen -met dat doel- (op)gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van het basketbalveldje (aan het Abdissenbos) en/of;
- een of meerdere mes(sen) en/of machettes (althans (een of meer) scherp(e) of puntig(e) voorwerp(en) meegenomen/bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen) en/of;
- [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] (en/of een of meer anderen) ingesloten en/of klemgezet en/of vastgezet en/of tegengehouden en/of ingeklemd en/of;
- het weglopen en/of (het) vluchten onmogelijk gemaakt (althans: bemoeilijkt) en/of;
- geslagen en/of geschopt/getrapt (terwijl [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of een of meer anderen werden gestoken (althans gewond waren);
- ( vervolgens) met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] (en/of een of meer anderen) eenmaal of meerdere malen in het (boven)lichaam gestoken
- en/of met een mes gedreigd en/of gezwaaid en/of getoond (zodat anderen, medeverdachten, konden steken),
(nog) meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden: (medeplegen van) medeplichtigheid aan
medeplegen van zware mishandeling met voorbedachten rade
hij tezamen en in vereniging met een of meer (onbekend gebleven) personen/anderen, op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] opzettelijk (en met voorbedachten rade) zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen (en ontvangen) van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken en/of afgestemd en/of opgedragen en/of uitgenodigd en/of uitgedaagd/verleid/opgejut om (later die avond en/of binnen enkele dagen/ enige tijd hierna )(tezamen) naar het basketbalveldje/pleintje (aan het Abdissenbos) (en/of nabij het pleintje) te gaan en/of om (vervolgens) (daar) een of meer anderen (van een ander ‘blok’/andere wijk/Palensteijn/tegenstanders/concurrenten) te grazen te nemen en/of te slaan en/of te steken en/of te vermoorden en/of heeft hij (tezamen met zijn mededaders) (hiertoe):
- ( een groep mensen) verzameld (althans, is samen met anderen –met dat doel- (op)gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van het basketbalveldje (aan het Abdissenbos) en/of;
- een of meerdere mes(sen) en/of machettes (althans (een of meer) scherp(e) of puntig(e) voorwerp(en) meegenomen/bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen) en/of;
- [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] (en/of een of meer anderen) ingesloten en/of klemgezet en/of vastgezet en/of tegengehouden en/of ingeklemd en/of;
- het weglopen en/of vluchten onmogelijk gemaakt (althans: bemoeilijkt) en/of;
- geslagen en/of geschopt/getrapt (terwijl [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 5] en/of een of meer anderen werden gestoken (althans gewond waren);
- ( vervolgens) met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] (en/of een of meer anderen) eenmaal of meerdere malen in het (boven)lichaam gestoken
- en/of met een mes gedreigd en/of gezwaaid en/of getoond (zodat anderen, medeverdachten, konden steken),
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte (met zijn mededaders) op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- te laten weten/communiceren/berichten dat mensen/derden zich moesten verzamelen en/of;
- ( vervolgens) te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen/deelgenoten op Snapchat en/of een andere social media-account) waar de anderen (tegenpartij en/of mensen van het andere ‘blok’) aanwezig was/waren en/of -deze- anderen aan te wijzen en/of;
- te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen) dat ze (de mensen van het andere blok en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of vrienden/kennissen van [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] ) gepakt/gestoken moesten (gaan) worden en/of;
- te laten weten/communiceren dat er messen (en/of andere wapens) meegenomen moesten worden (door zijn vrienden/bekenden) en/of;
- een mes bij zich te dragen en/of te tonen en/of;
- aan te moedigen dat zijn/hun mededaders iemand/derden zouden (moeten) steken (en/of aan te wijzen/duiden wie gestoken zou moeten worden) en/of;
- richting anderen ( [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of een of meer anderen) te dreigen om te steken/snijden;
- [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] (en/of een of meer anderen) in te sluiten en/of klem te zetten en/of vast te zetten en/of tegen te houden en/of (het) weglopen en/of vluchten onmogelijk te maken en/of;
- te slaan en/of schoppen en/of trappen;
(Nog) meer subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden: medeplegen van voorbereidingshandelingen tot het
medeplegen van een of meer strafbare feiten (genoemd in artt. 289 c.q. 287 en/of 302
cq. 303 en/of 141 (onder 2 en/of 3) Wetboek van Strafrecht
(hij tezamen en in vereniging met) een of meer (onbekend gebleven) personen/anderen dan verdachte (en/of zijn mededaders), althans alleen, op een of meer tijdstip(pen) gelegen op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland,
ter voorbereiding van een/het met (een) ander(en) te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten moord c.q. doodslag en/of zware mishandeling (met voorbedachten rade en in vereniging) en/of openlijke geweldpleging (met de dood en/of zwaar lichamelijk letsel ten gevolge), als bedoeld in de artikelen 289 c.q. 287 en/of 302 cq. 303 en/of 141 (onder 2 en/of 3) Wetboek van Strafrecht, opzettelijk:
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen (en ontvangen) van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken en/of afgestemd en/of opgedragen en/of uitgenodigd en/of uitgedaagd/verleid/opgejut om (later die avond en/of binnen enkele dagen/ enige tijd hierna)(tezamen) naar het basketbalveldje/pleintje (aan het Abdissenbos) (en/of nabij het pleintje) te gaan en/of om (vervolgens) (daar) een of meer anderen (van een ander ‘blok’/andere wijk/Palensteijn/tegenstanders/concurrenten) te grazen te nemen en/of te slaan en/of te steken en/of te vermoorden en/of heeft hij (tezamen met zijn mededaders) (hiertoe):
- ( een groep mensen) verzameld (althans, is samen met anderen –met dat doel- (op)gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van het basketbalveldje (aan het Abdissenbos) en/of;
- een of meerdere mes(sen) en/of machettes (althans (een of meer) scherp(e) of puntig(e) voorwerp(en) meegenomen/bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen)
meest subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden: medeplegen van medeplichtigheid van medeplegen van
voorbereidingshandelingen tot het plegen van een of meer strafbare feiten (genoemd in
artt. 289 c.q. 287 en/of 302 cq. 303 en/of 141 (onder 2 en/of 3) Wetboek van Strafrecht
(hij tezamen en in vereniging met) een of meer (onbekend gebleven) personen/anderen dan verdachte (en/of zijn mededaders) op een of meer tijdstip(pen) gelegen op of omstreeks 5 juni 2021 Zoetermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, ter voorbereiding van een/het met (een) ander(en) te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten moord c.q. doodslag en/of zware mishandeling (met voorbedachten rade en in vereniging) en/of openlijke geweldpleging (met de dood en/of zwaar lichamelijk letsel ten gevolge): als bedoeld in de artikelen 289 c.q. 287 en/of 302 cq. 303 en/of 141 (onder 2 en/of 3) Wetboek van Strafrecht
opzettelijk
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken/afgestemd om naar het basketbalveldje/pleintje (Abdissenbos) te gaan en/of om (vervolgens) daar een of meer anderen te grazen te nemen (van een ander ‘blok’) en/of
- mensen/vrienden/anderen verzameld (althans, is samen gelopen/opgetrokken) om naar/in de richting van het basketbalveldje (aan het Abdissenbos) te komen/gaan en/of
- ( daartoe/daarbij) een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) meegenomen/ bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen en/of andere wapens (door hemzelf en/of anderen) en/of
- met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of een of meer anderen eenmaal of meerdere malen in het (boven)lichaam gestoken en/of gesneden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer tijdstip(pen) gelegen op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- te laten weten/communiceren/berichten dat mensen/derden zich moesten verzamelen en/of;
- ( vervolgens) te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen/deelgenoten op Snapchat en/of een andere social media-account) waar de anderen (tegenpartij en/of mensen van het andere ‘blok’) aanwezig was/waren en/of -deze- anderen aan te wijzen en/of;
- te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen) dat ze (de mensen van het andere blok en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of vrienden/kennissen van [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] ) gepakt/gestoken moesten (gaan) worden en/of;
- te laten weten/communiceren dat er messen (en/of andere wapens) meegenomen moesten worden (door zijn vrienden/bekenden) en/of;
- een mes bij zich te dragen en/of te tonen en/of;
- aan te moedigen dat zijn mededaders iemand/derden zouden (moeten) steken (en/of aan te wijzen/duiden wie gestoken zou moeten worden) en/of;
- richting anderen ( [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of een of meer anderen) te dreigen om te steken/snijden;
- [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] (en/of een of meer anderen) in te sluiten en/of klem te zetten en/of vast te zetten en/of tegen te houden en/of (het) weglopen en/of vluchten onmogelijk te maken en/of;
- te slaan en/of schoppen en/of trappen;

2.

(openlijke geweldpleging, met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg)
hij op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, openlijk, te weten op of aan de openbare weg, aan de Abdissenhof, in elk geval op of aan een openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten op of nabij het basketbalveldje/pleintje aldaar, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een of meer personen, te weten [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] (en/of een of meer anderen), welk geweld bestond uit:
- met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) te steken en/of snijden van deze [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of een of meer anderen en/of
- het slaan/stompen en/of schoppen van deze [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] (en/of een of meer anderen)
terwijl dit door hem gepleegde geweld zwaar lichamelijk letsel (althans enig -lichamelijk- letsel), te weten een of meer steek- en/of snijwonden en/of wonden en/of schaafplekken en/of enig ander letsel voor [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] (en/of een of meer anderen) ten gevolge heeft gehad;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden: opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen
verschaffen tot het plegen van openlijke geweldpleging
hij op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft tot het plegen van geweld tegen personen en/of goederen, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s);
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken/afgestemd om naar het basketbalveldje/pleintje (Abdissenbos) te gaan en/of om (vervolgens) daar een of meer anderen te grazen te nemen (van een ander ‘blok’) en/of;
- verzameld (althans, is/zijn samen gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van het basketbalveldje (aan het Abdissenbos) en/of
- een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) meegenomen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen), om hiermee/hiertoe/hierdoor:
[slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of (een of meer anderen) te (kunnen) steken en/of snijden en/of slaan/stompen en/of trappen en/of (ander/overig) -fysiek- geweld toe te kunnen (laten) passen;
3.
hij op of omstreeks 29 mei 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een heuptasje en/of een portemonnee (met inhoud), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- op voornoemde [slachtoffer 3] af te lopen en/of (vervolgens) naar voornoemde [slachtoffer 3] te roepen en/of
- ( vervolgens) eenmaal of meerdere malen in/op/tegen het gezicht van voornoemde [slachtoffer 3] te slaan en/of te stompen (waardoor voornoemde [slachtoffer 3] op de grond viel) en/of
- ( vervolgens) (terwijl voornoemde [slachtoffer 3] op de grond lag) eenmaal of meerdere malen op/tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer 3] te slaan en/of te schoppen;
4.
hij op of omstreeks 29 mei 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, te weten aan het Middelwaard nabij winkelcentrum Meerzicht, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer 4] , welk geweld bestond uit
- het gooien van een blikje drinken tegen het hoofd van voornoemde [slachtoffer 4] en/of
- het eenmaal of meerdere malen slaan en/of stompen op/tegen het hoofd en/of het lichaam van voornoemde [slachtoffer 4] en/of
- het eenmaal of meerdere malen slaan met een ketting op/tegen de rug en/of het lichaam van voornoemde [slachtoffer 4] ,
terwijl dit door hem gepleegde geweld zwaar lichamelijk letsel, althans enig lichamelijk letsel, te weten tinnitus (oorsuizen) voor voornoemde [slachtoffer 4] ten gevolge heeft gehad;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 29 mei 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft tot het plegen van geweld tegen personen en/of goederen, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
- zich verzameld bij winkelcentrum Meerzicht en/of
- ( vervolgens) [slachtoffer 4] omsingeld
- een ketting meegenomen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van een ketting (door hemzelf en/of anderen), om hiermee/hiertoe/hierdoor [slachtoffer 4] te (kunnen) laten slaan en/of te stompen en/of te trappen en/of (ander/overig) fysiek geweld toe te passen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2021159275, van de politie eenheid Den Haag, districtsrecherche Zoetermeer – Leidschendam-Voorburg, onderzoek DH4R021046 / Ronin, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 2212).
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1294-1295.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1317-1319.
4.Proces-verbaal van verhoor van getuigen [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] d.d. 22 november 2021 bij de rechter-commissaris.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1294-1295.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1294-1295.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1320-1321.
8.Proces-verbaal van verhoor [getuige 2] , p. 1413-1416.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1449-1460 en proces-verbaal van bevindingen, p. 1461-1469.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1461.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1394-1399.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1500 en proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 13] ,
13.Verklaring van de verdachte bij de rechter-commissaris d.d. 11 juni 2021.
14.Proces-verbaal van bevindingen p. 1377.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1572-1577.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1449-1460.
17.Onder meer: proces-verbaal van bevindingen, p. 78; proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 3] , p. 697; proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 5] p. 835.
18.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1486-1490.
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1501.
20.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , p. 1081-1090.
21.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] , p. 1094-1099.
22.Proces-verbaal van aangifte van [naam 3] , p. 1103-1105.
23.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1106-1107.
24.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1112-1130.
25.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1172-1174, met fotoblad p. 1175-1190; proces-verbaal van bevindingen, p. 1191-1193, met fotoblad p. 1194-1206.
26.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1224-1225, met fotoblad p. 1226-1227; proces-verbaal van bevindingen, p. 1228-1229 met fotoblad p. 1230-1231.
27.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1232-1233; proces-verbaal van bevindingen, p. 1234-1235.
28.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1236-1237, met fotoblad p. 1238 en bijlage p. 1239-1240; proces-verbaal van bevindingen, p. 1241, met fotoblad p. 1242 en bijlage p. 1243-1244.
29.Proces-verbaal van bevindingen p. 1245-1248.