ECLI:NL:RBDHA:2022:2507

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 maart 2022
Publicatiedatum
23 maart 2022
Zaaknummer
09/183510-21
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijke geweldpleging met steekincident in Zoetermeer, vrijspraak voor poging tot moord en doodslag

Op 24 maart 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een steekincident op 5 juni 2021 in Zoetermeer. De verdachte, geboren in 2003, werd beschuldigd van meerdere ernstige misdrijven, waaronder poging tot moord, poging tot doodslag, zware mishandeling en openlijke geweldpleging. Tijdens de zittingen werd vastgesteld dat er geen aangifte was gedaan door de slachtoffers, die beiden verwondingen hadden opgelopen. De rechtbank heeft het bewijs tegen de verdachte zorgvuldig gewogen, waarbij onder andere Snapchat-berichten en getuigenverklaringen zijn betrokken. De officier van justitie eiste een veroordeling voor de poging tot moord en andere zware delicten, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de meest ernstige beschuldigingen.

De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor de poging tot moord en doodslag, en sprak de verdachte vrij van deze beschuldigingen. Wel werd de verdachte schuldig bevonden aan openlijke geweldpleging, waarbij hij in vereniging met anderen geweld had gepleegd tegen de slachtoffers. De rechtbank legde een jeugddetentie op van 360 dagen, waarvan 184 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht en deelname aan een coachingstraject. De rechtbank benadrukte de ernst van het geweld en de impact op de slachtoffers, en de noodzaak voor begeleiding en behandeling van de verdachte, gezien zijn jonge leeftijd en achtergrond.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Meervoudige kamer jeugdstrafzaken
Parketnummer 09-183510-21
Datum uitspraak 24 maart 2022
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
hierna te noemen: de verdachte,
[geboortedatum] 2003 [geboorteplaats] ,
[adres] ,
verblijvende te: [adres] .

1.Het onderzoek op de zitting

Het onderzoek is gehouden op de openbare zittingen van 2 september 2021 (regiezitting),
21 februari 2022 (inhoudelijke behandeling) en 10 maart 2022 (sluiting van het onderzoek ter terechtzitting).
De officier van justitie in deze zaak is mr. P. de Jonge en de advocaat van de verdachte is mr. B. Kuppens te Den Haag. De verdachte is ter zitting verschenen.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is, samengevat en na wijziging van de tenlastelegging op de zitting, ten laste gelegd dat:
1. hij op 5 juni 2021 te [pleegplaats] , samen met anderen en met voorbedachten rade geprobeerd heeft [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] van het leven te beroven (
primair), dan wel dat hij hier medeplichtig aan is geweest (
subsidiair), dan wel dat hij samen met anderen en met voorbedachten rade geprobeerd heeft [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen (
meer subsidiair), dan wel dat hij hier medeplichtig aan is geweest (
nog meer subsidiair), dan wel dat hij samen met anderen voorbereidingen heeft getroffen tot het plegen van een moord c.q doodslag of zware mishandeling met voorbedachten rade of openlijke geweldpleging (
nog meer subsidiair), dan wel dat hij hier medeplichtig aan is geweest (
meest subsidiair);
2. hij op 5 juni 2021 in Zoetermeer, openlijk geweld met zwaar lichamelijk letsel heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (
primair), dan wel dat hij hier medeplichtig aan is geweest (
subsidiair).
De volledige tekst van de tenlastelegging staat in bijlage I.

3.Bewijsoverwegingen

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat de rechtbank bewezen zal verklaren dat de verdachte de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan.
Daartoe heeft de officier van justitie – samengevat en zakelijk weergegeven – het volgende naar voren gebracht. Voorafgaand aan het feit op 5 juni 2021 zijn er door de verdachte en zijn medeverdachten in een Snapchatgroep berichten verstuurd om iemand of meerdere personen te grazen te nemen. Uit deze gesprekken valt te herleiden dat diverse personen voorafgaand aan het incident afspreken en bespreken dat ze messen met zich meenemen omdat er een ruzie is met ‘ [groep] ’. Naderhand worden, opnieuw in Snapchatgesprekken, daderwetenschappen benoemd. Het was dus een vooropgezet plan om de jongens uit de [wijk van groep] te grazen te nemen. Daarnaast is op de telefoon van de verdachte een video aangetroffen waarin de plek waar het slachtoffer van 5 juni 2021 op de grond heeft gebloed wordt gefilmd. In deze video is een silhouet van de filmer te zien dat op de verdachte lijkt. In de zoekgeschiedenis in de telefoon van de verdachte is bovendien te zien dat hij heeft gezocht naar de steekpartij en ook naar ‘wat de straf voor een poging doodslag voor 18’ is, hetgeen ook klopt met de leeftijd van de verdachte.
De verdachte heeft ook erkend dat hij op 5 juni 2021 in de buurt van het steekincident was. De officier van justitie is van mening dat, ook al is niet duidelijk wat het precieze aandeel van de verdachte is geweest, uit de bewijsmiddelen voldoende duidelijk is dat de verdachte zich wel schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van een poging moord en een openlijke geweldpleging met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft – samengevat en zakelijk weergegeven – bepleit dat de verdachte integraal moet worden vrijgesproken.
Volgens de verdediging is het in de buurt zijn van de plaats waar een incident heeft plaatsgevonden, het in een chatgroep zitten waarin wordt gesproken over het incident en het eerder aangetroffen zijn met een mes op zak onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om de verdachte te veroordelen voor het medeplegen van / medeplichtigheid aan de ten laste gelegde poging moord, het medeplegen van / medeplichtigheid aan zware mishandeling (met voorbedachten rade), of de voorbereidingshandelingen hiertoe.
Ditzelfde geldt voor de ten laste gelegde openlijke geweldpleging. Er is onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte hier enige bijdrage aan heeft geleverd.
3.3
De beoordeling van de tenlastelegging [1]
Feiten 1 en 2 – het steekincident op 5 juni 2021
Algemene inleiding
Op 5 juni 2021 omstreeks 23:00 uur zijn verbalisanten na een melding over een steekpartij naar het [plek van delict] te [pleegplaats] gegaan. Ter plaatse aangekomen zagen zij ter hoogte van het basketbalveldje/skatebaan twee personen op de stoeprand zitten met ongeveer vijf personen eromheen. De verbalisant zag op de doorgaande weg een grote hoeveelheid bloeddruppels liggen. De twee personen op de stoeprand, die later bleken te zijn [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ), zaten onder het bloed en hadden beiden verwondingen aan het lichaam, lijkend op steekverwondingen. De verbalisant hoorde [slachtoffer 1] verklaren dat zij gewoon aan het basketballen waren op het veldje en ineens door een groep werden aangevallen. Hij had niets gezien en wist ook niet met hoeveel mensen zij waren. [slachtoffer 2] verklaarde dat de aanval uit het niets kwam en dat hij verder niet kon vertellen wat er was gebeurd. Beide slachtoffers zijn meegenomen met de ambulance. [2]
Verklaringen van slachtoffers
Het [slachtoffer 1] is op 6 juni 2021 door de politie in het ziekenhuis gehoord, waarbij hij heeft verklaard dat hij zag dat iemand op hem af kwam lopen met een mes. Hij verklaarde ook dat hij geen aangifte wilde doen. [3] Op 22 november 2021 is [slachtoffer 1] als getuige gehoord; hij heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat hij zich niet meer kan herinneren wat hij heeft verklaard in het ziekenhuis, dat hij geen mes heeft gezien en dat hij dit in het ziekenhuis ook niet heeft verklaard. Hij weet niet meer met wie hij die avond was, behalve met [slachtoffer 2] . De namen van de verdachte en zijn medeverdachten zeggen hem niets. Ook [slachtoffer 2] is als getuige gehoord en heeft op 22 november 2021 bij de rechter-commissaris verklaard dat hij ‘gewoon’ geen aangifte wil doen en dat hij niet heeft gezien wie hem heeft gestoken. [4]
Verwondingen van slachtoffers
Verbalisant Elderkamp, die ter plaatste was vlak na het incident, heeft op 5 juni 2021 gezien dat [slachtoffer 1] een open wond had op zijn linker schouderblad, een wond aan zijn linker elleboog en aan zijn linker pols, een steekwond onder zijn linker tepel op zijn borst en een steekwond in de linkerzijde van zijn torso. De verbalisant zag dat [slachtoffer 2] een open wond had op zijn achterhoofd, lijkend op een steekwond. [5] [slachtoffer 2] heeft op
22 november 2021 bij de rechter-commissaris zelf ook verklaard dat hij een steekwond op zijn achterhoofd heeft opgelopen.
Getuigen
[getuige 1] heeft op 5 juni 2021 verklaard dat hij twee jongens onder het bloed zag zitten en hen tegen elkaar hoorde zeggen dat ze niks gingen vertellen en zouden zeggen dat er niets gebeurd was. Hij hoorde hen zeggen dat het ‘hun blok tegen ons blok’ was en iets met Syrië wat nu geen Syriërs meer waren. [6] Kort voor het incident had hij een groep van 20 à 30 man zien rennen. [7]
[getuige 2] heeft op 6 juni 2021 verklaard dat hij achter [plek van delict] met ongeveer vijf vrienden aan het basketballen was en er opeens een groep jongens schreeuwend op hen af kwam rennen. Hij zag dat één van deze jongens een mes in zijn handen had met een lengte van ongeveer 15 centimeter. [8]
Snapchatgesprek 5 juni 2021
Op de inbeslaggenomen telefoon van één van de medeverdachten is een Snapchatgesprek aangetroffen met 27 deelnemers, gevoerd op verschillende tijdstippen in de avond van
5 juni 2020, de dag van het steekincident. Uit enkele van de berichten in deze chat heeft de politie opgemaakt dat werd gesproken over het steekincident in [plek van delict] te [pleegplaats] , zowel voorafgaand aan het incident als daarna. [9]
Uit het dossier leidt de rechtbank af dat onder meer de volgende teksten zijn verzonden:
1
[gebuikersnaam 1]
Boys vandaag kaka
5-6-2021 16:14:10
2
[gebuikersnaam 1]
Iedereen black gedrest
5-6-2021 16:14:24
3
[gebuikersnaam 1]
Beetje spitten hier en daar
5-6-2021 16:14:34
68
[gebruikersnaam 2]
Wille jullie nog pb pakke
5-6-2021 22:39:44
69
[gebruikersnaam 2]
We gaan zo miss starten
5-6-2021 22:39:50
70
[gebruikersnaam 2]
We nog wille pakke kom skate
5-6-2021 22:40:05
73
[gebuikersnaam 1]
Waar
5-6-2021 22:41:04
74
[gebruikersnaam 2]
Skate
5-6-2021 22:41:07
75
[gebruikersnaam 3]
[naam]
5-6-2021 22:41:11
76
[gebruikersnaam 2]
Zijn juillie down
5-6-2021 22:41:12
77
[gebuikersnaam 1]
Wnr nu
5-6-2021 22:41:18
78
[gebruikersnaam 2]
Skatebaan
5-6-2021 22:41:22
79
[gebruikersnaam 2]
Nui gwn
5-6-2021 22:41:26
80
[gebruikersnaam 2]
Nuu
5-6-2021 22:41:28
81
[gebuikersnaam 1]
We mokken
5-6-2021 22:41:30
82
[gebruikersnaam 2]
[naam]
5-6-2021 22:41:35
83
[gebruikersnaam 2]
Neem
5-6-2021 22:41:36
84
[gebruikersnaam 2]
Dingge
5-6-2021 22:41:41
85
[gebruikersnaam 2]
Mee
5-6-2021 22:41:42
86
jmcc.036
Welk boys van pb?
5-6-2021 22:41:53
87
[gebruikersnaam 2]
We hbn nii genoeg
5-6-2021 22:41:54
88
[gebruikersnaam 2]
[naam]
5-6-2021 22:41:59
90
[gebuikersnaam 1]
We komen nu
5-6-2021 22:42:26
92
[gebruikersnaam 3]
Die soma
5-6-2021 22:42:55
93
[gebruikersnaam 3]
Enzo
5-6-2021 22:42:56
94
[gebruikersnaam 3]
Je had beef met zo toch
5-6-2021 22:42:59
98
[gebruikersnaam 2]
Gwn [naam] n die somas
5-6-2021 22:43:57
109
[gebruikersnaam 3]
Bro Julie moeten back
5-6-2021 23:04:31
131
[gebruikersnaam 3]
Wie is [slachtoffer 1]
5-6-2021 23:07:38
133
[gebruikersnaam 3]
Die man is 5 ofs gedipt
5-6-2021 23:08:27
147
[gebruikersnaam 3]
ze ging dashed
5-6-2021 23:10:17
148
[gebruikersnaam 3]
Toen wij trokken
5-6-2021 23:10:26
186
[gebruikersnaam 3]
[slachtoffer 1] is goed gepakt man
5-6-2021 23:16:34
197
[gebruikersnaam 3]
Kkr mijn machete
5-6-2021 23:21:44
Uit enkele van de berichten in deze chat heeft de politie opgemaakt dat werd gesproken over het steekincident in [plek van delict] te [pleegplaats] , zowel voorafgaand aan het incident als daarna. De politie heeft onder meer opgeschreven dat ‘spitten’ [10] duidt op rappen en uit het dossier volgt dat met ‘chefs’ [11] messen worden bedoeld.
Camerabeelden
Het dossier bevat meerdere camerabeelden, waaronder beelden van het [pleintje] gelegen aan de [straatnaam] en beelden van [straatnaam] in [pleegplaats] . [12] Het [pleintje] bevindt zich - hemelsbreed - op een afstand van 1,5 meter kilometer van de plaats van het steekincident. [straatnaam] is een weg die onder meer verbinding vormt tussen de plaats van het steekincident ( [wijk 1] ) en het [pleintje] aan de [straatnaam] ( [wijk 1] ). Op de plaats van het steekincident, nabij een basketbalveldje/skatebaan aan [plek van delict] – in het dossier ook aangeduid als de skatebaan aan [adres] –, hangen geen camera’s.
Tussenconclusie
Op basis van het dossier kan niet worden vastgesteld wat de aanleiding van het steekincident is geweest, nu de slachtoffers daar zowel bij de politie als bij de rechter-commissaris niet over hebben willen verklaren. De rechtbank ziet wel aanwijzingen in het dossier dat sprake zou zijn van een ruzie tussen jongens uit verschillende wijken in [pleegplaats] gelet op de hierboven genoemde verklaring van getuige [getuige 1] en het Snapchatgesprek waarin wordt gesproken over het ‘ [groep] ’ ( [wijk van groep] ) en een ‘beef’ (ruzie). Uit het dossier volgt verder dat bij meerdere verdachten drillrapteksten en beelden van drillrap-clips zijn aangetroffen op hun telefoons, maar de inhoud daarvan geeft onvoldoende aanleiding voor de gevolgtrekking dat het steekincident te maken had met een drillrap-gerelateerde ruzie.
De rechtbank leidt tot zover uit de stukken af dat sprake is geweest van een heftige confrontatie bij [plek van delict] te [pleegplaats] , waarbij een groep jongens op de slachtoffers is afgerend, waaronder in ieder geval één jongen met een mes, en de twee slachtoffers zijn gestoken. [slachtoffer 1] heeft daarbij vijf steekwonden opgelopen aan zijn lichaam en [slachtoffer 2] één steekwond op zijn achterhoofd.
De rechtbank ziet zich in de eerste plaats voor de vraag gesteld hoe dit geweld moet worden gekwalificeerd.
Het oordeel van de rechtbank ten aanzien van feit 1
Voorbedachte raad?
Voor bewezenverklaring van de onder 1 impliciet primair ten laste gelegde poging tot moord zal vast moeten komen te staan dat een verdachte zich op enig moment heeft kunnen beraden op het te nemen of genomen besluit en dat hij niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling. Hij moet de gelegenheid hebben gehad om na te denken over de betekenis en gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven. Het gaat daarbij om de weging en waardering van de omstandigheden van het concrete geval. Of voorbedachte raad bewezen kan worden, hangt dus sterk af van die gelegenheid en van de overige feitelijke omstandigheden van het geval waaronder de aard van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan alsmede de gedragingen van de verdachte voor en tijdens het begaan van het feit. De vaststelling dat de verdachte voldoende tijd had om zich te beraden op het te nemen of genomen besluit vormt weliswaar een belangrijke objectieve aanwijzing, maar hoeft de rechtbank er niet van te weerhouden aan contra-indicaties een zwaarder gewicht toe te kennen.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat bij de verdachten sprake was van voorbedachte raad en stoelt die overtuiging hoofdzakelijk op het Snapchatgesprek van
5 juni 2021. De verdachten hebben volgens de officier van justitie voldoende tijd gehad om zich te beraden op hun voorgenomen besluit en zich rekenschap te geven van de gevolgen. Van een ogenblikkelijke gemoedsopwelling is geen sprake geweest. De officier van justitie gaat uit van een tijdlijn op 5 juni 2021 die aanvangt om 16:14 uur, wanneer de deelnemer “ [gebuikersnaam 1] ” in het Snapchatgesprek zegt ‘Boys vandaag kaka, iedereen black gedrest, beetje spitten hier en daar’.
De rechtbank gaat in de eerste plaats uit van een andere lezing van de berichten in het Snapchatgesprek op 5 juni 2021. Zoals gerelateerd in eerdergenoemd proces-verbaal wordt met ‘spitten’ rappen bedoeld. Uit het voorstel van deelnemer “ [gebuikersnaam 1] ” om een beetje te gaan spitten hier en daar kan daarom niet worden afgeleid dat er vanaf 16:14 uur (al) sprake is van het opzetten van een plan om iemand te gaan steken. Eerst vanaf 22:39 uur, wanneer deelnemer “ [gebruikersnaam 2] ” in de Snapchatgroep zegt: ‘Wille jullie nog pb pakke’, ‘We gaan zo miss starten’, ‘We wille nog pakke kom skate’ en ‘We hbn nii genoeg chefs’, is sprake van een gesprek waarin de rechtbank een oproep ziet om mensen te verzamelen en messen mee te nemen. De rechtbank is evenwel van oordeel dat uit deze berichten niet volgt dat sprake is geweest van een vooropgezet plan maar eerder van een gemoedsopwelling, nu deze berichten slechts twintig minuten voordat de steekpartij plaatsvond zijn verstuurd. Verder kan uit de berichten weliswaar worden afgeleid dat er een voornemen was om ‘ [groep] ’ te gaan ‘pakken’, maar voor de conclusie dat daarmee concreet is bedoeld om een of meer anderen bewust van het leven te gaan beroven geven deze berichten onvoldoende grond, zelfs niet in het licht van de aansporing om messen mee te nemen. Van een moment van kalm beraad of rustig overleg zoals hierboven uiteengezet is de rechtbank uit deze berichten daarom niet gebleken. Uit de camerabeelden voorafgaand aan het incident kan, alleen al gelet op de plaats waar de beelden zijn gemaakt, evenmin worden afgeleid of de verdachten met elkaar hebben afgestemd wat er zou (moeten) gaan gebeuren. Andere omstandigheden in de aanloop naar of tijdens de steekpartij, waaruit kan worden afgeleid dat er bij één of meer verdachten sprake is geweest van een voornemen een ander van het leven te beroven en van kalm beraad of rustig overleg daartoe, heeft de rechtbank in het dossier niet aangetroffen. Dat betekent dat het geweld dat op 5 juni 2021 heeft plaatsgevonden niet kan worden gekwalificeerd als een poging tot moord.
Gelet hierop komt de rechtbank niet toe aan de vraag of de verdachte kan worden aangemerkt als medepleger van die poging tot moord of dat hij daaraan medeplichtig is geweest. De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van het onder 1 primair ten laste gelegde medeplegen van een poging tot moord en van de onder 1 subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid aan een poging tot moord.
Poging tot doodslag?
Daarmee ligt de vraag voor of sprake is van poging tot doodslag zoals primair (impliciet subsidiair) ten laste gelegd. Het steken met een mes in bepaalde delen van het lichaam van een persoon kan in bepaalde gevallen dodelijk zijn. Om te kunnen spreken van potentieel dodelijk letsel is van doorslaggevend belang dat wordt vastgesteld dat vitale delen in het lichaam zijn of hadden kunnen worden geraakt. In deze zaak is vast komen te staan dat [slachtoffer 1] in totaal vijf steekwonden heeft opgelopen, te weten bij zijn linker schouderblad, linker elleboog, linker pols, onder zijn linker tepel op zijn borst en in de linkerzijde van zijn bovenlichaam. [slachtoffer 2] heeft een steekwond opgelopen op zijn achterhoofd. De rechtbank stelt vast dat een medische verklaring over de aard en ernst van de verwondingen van beide slachtoffers ontbreekt. Nu niet is komen vast te staan dat met de messteken een of meer vitale delen van het lichaam zijn geraakt of konden worden geraakt en onduidelijk is gebleven wat de aard en ernst van het letsel was, of er een noodzaak tot medisch ingrijpen is geweest en in hoeverre er uitzicht is op (volledig) herstel, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat de door de slachtoffers opgelopen steekwonden potentieel dodelijk zijn geweest. Reeds daarom zal de verdachte, nog daargelaten dat uit de bewijsmiddelen evenmin kan worden afgeleid dat hij willens en wetens de aanmerkelijke kans op het intreden van de dood van de slachtoffers heeft aanvaard, ook worden vrijgesproken van de hem primair (impliciet subsidiair) ten laste gelegde poging tot doodslag.
Daar komt bij dat het voor de rechtbank op basis van het dossier op één verdachte na onduidelijk is gebleven door wie en onder welke omstandigheden er voorts is gestoken. Dat de rechtbank onvoldoende wetenschap heeft over de steekletsels en de omstandigheden waaronder deze zijn toegebracht is enerzijds gelegen in het uitblijven van een aangifte door de slachtoffers en anderzijds in het zwijgen dan wel zeer beperkt verklaren door alle betrokkenen waaronder de verdachten. Bij die stand van zaken concludeert de rechtbank dat niet kan worden vastgesteld dat sprake is van (het medeplegen van- dan wel de medeplichtigheid aan) een poging tot doodslag.
Zware mishandeling?
Vervolgens ligt de vraag voor of sprake is geweest van zware mishandeling.
Hiervoor is vastgesteld dat uit de bewijsmiddelen volgt dat de slachtoffers steekwonden hebben opgelopen. Vooropgesteld wordt dat de rechtbank dit ziet als ernstig letsel. Bij de beantwoording van de vraag of toegebracht letsel als zwaar lichamelijk letsel in de zin van artikel 302 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) moet worden aangemerkt dient echter de aard van het letsel, de eventuele noodzaak en aard van medisch ingrijpen en/of het uitzicht op (volledig) herstel in aanmerking te worden genomen. De rechtbank heeft hiervoor reeds geconstateerd dat het dossier geen objectieve bewijsmiddelen bevat op grond waarvan de aard en ernst van de steekverwondingen, de eventuele noodzaak en aard van medisch ingrijpen en het uitzicht op (volledig) herstel kan worden vastgesteld. De waarnemingen van de verbalisanten die het eerste ter plaatse waren en de beknopte verklaringen van de slachtoffers zelf zijn ontoereikend om het letsel van de beide slachtoffers aan te kunnen merken als zwaar lichamelijk letsel.
De verdachte zal daarom ook van dit deel van de tenlastelegging worden vrijgesproken. Daarmee komt de rechtbank evenmin toe aan de vraag of de verdachte kan worden aangemerkt als medepleger van zware mishandeling of dat hij daaraan medeplichtig is geweest. De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van het onder 1 meer subsidiair en nog meer subsidiair ten laste gelegde.
Voorbereidingshandelingen?
De rechtbank stelt voorop dat bij de beantwoording van de vraag of het onder 1 nog meer subsidiair tenlastegelegde feit is bewezen, moet komen vast te staan dat de in de tenlastelegging omschreven middelen bestemd waren tot het begaan van een misdrijf, zoals in de tenlastelegging omschreven en waarop een gevangenisstraf van acht jaar of meer is gesteld. Daartoe dient te worden beoordeeld of de middelen, afzonderlijk dan wel gezamenlijk, naar hun uiterlijke verschijningsvorm ten tijde van het handelen dienstig konden zijn voor het misdadige doel dat de verdachte met het gebruikt daarvan voor ogen had.
Van voorbereidingshandelingen is sprake wanneer de dader opzettelijk voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten of vervoermiddelen (samenvattend: middelen) bestemd tot het begaan van dat misdrijf verwerft, vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert of voorhanden heeft.
De rechtbank constateert dat de officier van justitie in dit verband onder de eerste twee gedachtestreepjes handelingen ten laste heeft gelegd, te weten – kort gezegd – het per telefoon en sociale media afspreken en oproepen om anderen te grazen te nemen en het verzamelen van een groep mensen om met dat doel samen naar het basketbalveldje aan het [plek van delict] te gaan. De rechtbank is van oordeel dat deze handelingen niet gekwalificeerd kunnen worden als middelen, bestemd tot het begaan van een misdrijf.
De rechtbank dient voorts de vraag te beantwoorden of de verdachte opzettelijk een mes voorhanden heeft gehad, zoals ten laste is gelegd onder het derde gedachtestreepje, bestemd ter voorbereiding van misdrijven als in de tenlastelegging omschreven, te weten poging tot moord, poging tot doodslag, zware mishandeling en openlijke geweldpleging met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg. De rechtbank is van oordeel dat op basis van het dossier en het verhandelde ter zitting niet kan worden vastgesteld dat de verdachte voorafgaand aan het steekincident een mes voorhanden heeft gehad én daarbij een van de misdrijven zoals voornoemd voor ogen had.
De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van het onder 1 nog meer subsidiair en meest subsidiair tenlastegelegde.
Eindconclusie
Het voorgaande, in samenhang bezien, leidt tot de conclusie dat de rechtbank de verdachte integraal zal vrijspreken van het onder 1 ten laste gelegde.
Het oordeel van de rechtbank ten aanzien van feit 2
De rechtbank stelt op basis van de bovengenoemde bewijsmiddelen vast dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] op 5 juni 2021 te [pleegplaats] op de openbare weg zijn aangevallen door een groep jongens waarbij zij zijn gestoken met een mes. Naar het oordeel van de rechtbank staat ook vast dat de slachtoffers zijn geschopt en geslagen. [13] De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat er openlijk en in vereniging geweld tegen de slachtoffers is gepleegd.
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of ook de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan dit geweld.
Juridisch kader
Met betrekking tot de ten laste gelegde openlijke geweldpleging stelt de rechtbank voorop dat blijkens de wetsgeschiedenis, zoals aangehaald in het arrest van de Hoge Raad van
11 november 2003, ECLI:NL:HR:AL6209, van het ‘in vereniging’ plegen van geweld in de zin van deze strafbaarstelling sprake is indien de betrokkene een voldoende significante of wezenlijke bijdrage levert aan het geweld, zij het dat deze bijdrage zelf niet van gewelddadige aard behoeft te zijn. De enkele omstandigheid dat iemand aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt, is dus niet zonder meer voldoende om hem te kunnen aanmerken als iemand die ‘in vereniging’ geweld pleegt.
De rechtbank zal aan de hand van voornoemde bewijsmiddelen beoordelen of sprake is van een voldoende significante en wezenlijke bijdrage van de verdachte.
Verklaring van de verdachteDe verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij het steekincident heeft zien gebeuren maar dat hij niets heeft gedaan. Hij heeft verklaard dat het is gebeurd bij de skatebaan bij [plek van delict] in [pleegplaats] . Hij was aan het bellen en liep richting de skatebaan. De verdachte zag een groep van twintig jongens rennen en zag dat er jongens werden geslagen. Daarna renden mensen weg en is de verdachte ook weggerend. De verdachte heeft verklaard dat de jongens uit [wijk 1] de jongens uit [wijk 2] sloegen en staken. Hij zag twee man geslagen worden. [14] De verdachte heeft tevens bij de politie en in raadkamer verklaard dat zijn Snapchataccount “ [gebruikersnaam 4] ” is. [15]
Snapchatgesprek 8 juni 2021
In de inbeslaggenomen telefoons van de [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] werd na onderzoek een gesprek van 8 juni 2021 aangetroffen met 11 deelnemers op Snapchat. [16] De rechtbank stelt vast dat de verdachte onder de accountnaam “ [gebruikersnaam 4] ” deelneemt aan het Snapchatgesprek van 8 juni 2021. [17]
De rechtbank haalt enkele teksten aan:
[gebruikersnaam 5]
8-6-2021 08:10:27
[gebruikersnaam 5]
3Als ze zeggen allebei ik weet nii ze gaan hun laten
8-6-2021 08:10:54
[gebruikersnaam 5]
GMaar sws 1van die 2 zei iets over die andere drm ze moeten naar rechter
8-6-2021 08:11:34
[gebruikersnaam 6]
!broer ze weten niet hoe ze praten
8-6-2021 08:12:08
[gebruikersnaam 6]
Van je naam moet je zwijgen
8-6-2021 08:12:14
[gebruikersnaam 6]
$Wat jij zegt word tegen jou gebruikt
8-6-2021 08:12:25
[gebruikersnaam 6]
0Als je zegt ik was skate ik ging om 10 naar huis
8-6-2021 08:12:49
[gebruikersnaam 6]
Dan gaan ze 100x vragen stelen
8-6-2021 08:12:57
[gebruikersnaam 4]
Wllh ga stuk door
8-6-2021 20:26:19
[gebruikersnaam 4]
[naam]
8-6-2021 20:26:20
[gebruikersnaam 4]
Ze gaan Lounge
8-6-2021 20:26:26
[gebruikersnaam 4]
[naam]
8-6-2021 20:26:28
[gebruikersnaam 4]
Hunnen
8-6-2021 20:26:29
[gebruikersnaam 7]
Ik weet g
8-6-2021 20:26:30
[gebruikersnaam 4]
Mattie
8-6-2021 20:26:31
[gebruikersnaam 7]
8-6-2021 20:26:34
[gebruikersnaam 4]
Zieken huis ver ligt
8-6-2021 20:26:38
[gebruikersnaam 4]
Niemand
8-6-2021 20:26:39
[gebruikersnaam 4]
Gaat langs hem
8-6-2021 20:26:42
[gebruikersnaam 4]
8-6-2021 20:26:45
[gebruikersnaam 7]
We maken skate kk heet g
8-6-2021 20:51:31
[gebruikersnaam 4]
Jaa
8-6-2021 20:51:35
[gebruikersnaam 4]
Maar niet gelijk
8-6-2021 21:14:29
[gebruikersnaam 4]
Steken
8-6-2021 21:14:30
[gebruikersnaam 4]
Snap je
8-6-2021 21:14:32
[gebruikersnaam 4]
Want zo maak we buurt heet
8-6-2021 21:14:39
[gebruikersnaam 4]
Dan maak sws geen doekoe
8-6-2021 21:14:44
[gebruikersnaam 4]
Want dan worden
8-6-2021 21:14:47
[gebruikersnaam 4]
We gepakt
8-6-2021 21:14:49
[gebruikersnaam 4]
Kijk zoetje gaat nu heet worden
8-6-2021 21:14:50
[gebruikersnaam 4]
Stapje
8-6-2021 21:14:50
[gebruikersnaam 4]
Ja
8-6-2021 21:14:54
[gebruikersnaam 4]
We staan kkkr hoog
8-6-2021 21:14:57
[gebruikersnaam 4]
Voor steekpartijen
8-6-2021 21:15:01
[gebruikersnaam 4]
En straatroof
8-6-2021 21:15:04
[gebruikersnaam 4]
#ik ga tegen die boys zeggen ik beef
8-6-2021 22:57:09
[gebruikersnaam 4]
Niet
8-6-2021 22:57:11
[gebruikersnaam 4]
Ik ben
8-6-2021 22:57:14
[gebruikersnaam 4]
Op doe koe
8-6-2021 22:57:15
[gebruikersnaam 4]
Maar
8-6-2021 22:57:16
[gebruikersnaam 8] .
Tegen wie
8-6-2021 22:57:18
[gebruikersnaam 4]
Ik back
8-6-2021 22:57:18
[gebruikersnaam 4]
We
8-6-2021 22:57:19
[gebruikersnaam 4]
L
8-6-2021 22:57:20
[gebruikersnaam 4]
Als iemand
8-6-2021 22:57:23
[gebruikersnaam 4]
Aan geraakt
8-6-2021 22:57:25
[gebruikersnaam 4]
Word
8-6-2021 22:57:27
[gebruikersnaam 4]
Want over wat gaat dit
8-6-2021 22:57:35
[gebruikersnaam 4]
#Dat ze daar niet mogen basketballen
8-6-2021 22:57:40
[gebruikersnaam 8] .
Ja man
8-6-2021 22:57:42
De rechtbank stelt vast dat de verdachte actief deelneemt aan het Snapchatgesprek van
8 juni 2021 waarin wordt gesproken over het steekincident. Op basis van de aangehaalde passages is de rechtbank er van overtuigd dat de verdachte wist van het steekincident en dat daar over werd gesproken. Zo blijkt dat de verdachte spreekt over [groep] die chillen terwijl het ziekenhuis ver ligt en niemand bij het slachtoffer langs gaat, zegt de verdachte dat ze enorm hoog staan voor steekpartijen en antwoordt hij bevestigend wanneer “ [gebruikersnaam 7] ”, welk account door de politie is toegeschreven aan [medeverdachte 1] , zegt dat ze de skatebaan onveilig maken. Ten slotte zegt de verdachte nog dat hij wel ‘backt’ als iemand geraakt wordt en dat het erover gaat dat ze daar niet mogen basketballen.
Hiervoor is reeds besproken dat uit het dossier blijkt dat het steekincident heeft plaatsgevonden nabij een basketbalveldje/skatebaan.
Tapgesprekken
Met ingang van 15 juni 2021 is de telecommunicatie van de telefoon van [medeverdachte 3] opgenomen en afgeluisterd. In een gesprek van 21 juni 2021 spreken [gebruikersnaam 10] - waarvan uit de bewijsmiddelen volgt dat dit nummer wordt gebruikt door [medeverdachte 3] - en [gebruikersnaam 9] - waarvan uit de bewijsmiddelen volgt dat dit nummer wordt gebruikt door [medeverdachte 4] - met elkaar. [18]
De rechtbank haalt enkele passages aan: [19]
[gebruikersnaam 9]
ja kankerhard ik heb gehoord dat hij zn (NTV) heeft gebruikt. Een van die
boys die niet naar het zieken,l....--huis moest. Hij had het uitgelegd. Hij zegt ik sprong over die ding...ik kan gewoon alles zeggen toch? Hij sprong over die hek, met shef in zijn hand maar hij wou niet echt prikken omdat het niet zijn bies (FON) echt toch? Dus hij doet hij trapt die boys (NTV) Die andere boy ging ook trappen en toen kwam die andere boys van dinges van NZ die zei moet ik hem prikken, moet ik hem prikken?
[gebruikersnaam 10]
ja dat zei [naam] !
[gebruikersnaam 9]
maar ik zie ook gewoon Boys die zijn geklemt die ook echt wat hebben
gedaan zijn gewoon allemaal vrij he??
[gebruikersnaam 10]
he??
[gebruikersnaam 9]
boys die zijn geklemt en ook echt wat hebben gedaan zijn gewoon vrij he?
[gebruikersnaam 10]
ja [naam] , [naam]
Uit dit tapgesprek leidt de rechtbank af dat de naam van de verdachte wordt genoemd als de persoon die tijdens de aanval en geweldpleging gezegd heeft ‘moet ik hem prikken, moet ik hem prikken’. Ook wordt de naam van de verdachte genoemd door [medeverdachte 3] wanneer [medeverdachte 4] zegt dat de jongens die echt wat hebben gedaan gewoon vrij zijn. De verdachte was op het moment van dit tapgesprek ook nog vrij, hij is pas op 11 juli 2021 aangehouden.
Zoekgeschiedenis
De telefoon van de verdachte is na zijn aanhouding op 11 juli 2021 in beslag genomen en onderzocht. Uit onderzoek is gebleken dat de verdachte zeer kort na het steekincident, op
6 juni 2021 van 00:31 uur tot 03:22 uur, heeft gezocht naar ‘steekpartij [pleegplaats] ’ en hij dit diezelfde dag vanaf 12:54 uur weer vervolgde. Op 7 juni 2021 zocht de verdachte naar ‘wat is de straf voor poging doodslag voor 18 jaar’. [20] De verdachte was op
5 juni 2021 al 18 jaar oud.
Conclusie
Naar het oordeel van de rechtbank is op grond van bovenstaande bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, vast komen te staan dat de verdachte bij het steekincident aanwezig was en een significant aandeel heeft gehad in het gepleegde geweld.
De verdachte zelf heeft verklaard bij het incident aanwezig te zijn geweest en gezien te hebben dat er geslagen en gestoken werd. De slachtoffers zijn ook daadwerkelijk gestoken.
Volgens een afgeluisterd telefoongesprek tussen twee medeverdachten heeft de verdachte ‘echt iets gedaan’ en stond hij zo dicht bij de slachtoffers, die op dat moment kennelijk werden geschopt, dat hij tegen die geweldplegers kon zeggen ‘moet ik hem prikken’. De rechtbank leidt hieruit ook af dat de verdachte een steekvoorwerp bij zich had. Dat niet duidelijk is geworden of de verdachte daarmee daadwerkelijk heeft gestoken doet aan het leveren van een significante bijdrage aan het gepleegde geweld niet af.
De conclusie van de rechtbank vindt steun in de omstandigheid dat de verdachte minder dan een half uur na het steekincident al op internet heeft gezocht naar ‘steekpartij [pleegplaats] ’ en op 7 juni 2021 naar ‘wat is de straf is voor poging tot doodslag voor een 18-jarige’, terwijl de verdachte als enige van de groep verdachten de leeftijd van 18 jaar had ten tijde van het steekincident.
Dit leidt tot het oordeel van de rechtbank dat de verdachte door zijn aanwezigheid en getoond gedrag een voldoende significante bijdrage heeft gehad aan het gepleegde geweld.
De rechtbank acht de onder 2 primair ten laste gelegde openlijke geweldpleging op grond van het voorgaande wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van de onder 2 ten laste gelegde gekwalificeerde
gevolgenvan de openlijke geweldpleging, namelijk dat het door de verdachte gepleegde geweld zwaar lichamelijk letsel, althans enig letsel ten gevolge heeft gehad, overweegt de rechtbank het volgende.
Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat de in artikel 141, tweede lid, Sr opgenomen zwaardere strafbedreigingen uitsluitend van toepassing zijn op de verdachte die
zelfhet bewezenverklaarde letsel heeft toegebracht, zodat de verdachte niet op grond van deze bepaling strafrechtelijk verantwoordelijk kan worden gehouden voor het door zijn mededaders in het kader van het openlijke geweld veroorzaakte letsel (HR 16 november 2004, ECLI:NL:HR:2004:AR3230, en HR 10 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1082).
Nog daargelaten dat – zoals hiervoor onder feit 1 is geoordeeld – van zwaar lichamelijk letsel onvoldoende is gebleken, brengt het voorgaande mee dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van de ten laste gelegde gekwalificeerde gevolgen van de openlijke geweldpleging. Uit de bewijsvoering kan naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende worden afgeleid dat de verdachte met zijn
eigenhandelen het bewezenverklaarde letsel, te weten de steekwonden en/of enig ander letsel heeft toegebracht.

4.De bewezenverklaring

De rechtbank verklaart, op grond van het bovenstaande, wettig en overtuigend bewezen dat
Feit 2 primair
hij op 5 juni 2021 te [pleegplaats] , openlijk, te weten op of aan de openbare weg, aan
[plek van delict], te weten op of nabij het basketbalveldje/pleintje aldaar, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , welk geweld bestond uit:
- met een mes te steken van deze [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en het slaan en schoppen van deze [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] .
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het bewezenverklaarde feit levert het volgende strafbare feit op:
Feit 2 primair
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen

6.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, nu er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

7.De straf

7.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat de verdachte wordt veroordeeld tot een jeugddetentie van 12 maanden, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft gezeten, te weten 176 dagen, waarvan 184 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich houdt aan een meldplicht, hij meewerkt een coachingstraject, dat de verdachte naar school gaat en zorgt voor een zinvolle dagbesteding, dat hij meewerkt aan het vinden van een woonvoorziening en zich daarvoor inzet en zich houdt aan de afspraken, dat de verdachte meewerkt aan behandeling, ook als blijkt dat daartoe een psycholoog ingeschakeld moet worden, en dat de verdachte zich onthoudt van middelengebruik, met handhaving door middel van periodieke controle; met opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van de voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden. Ten slotte eist de officier van justitie de dadelijke uitvoerbaarheid van de op te leggen bijzondere voorwaarden.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De advocaat heeft verzocht het jeugdstrafrecht toe te passen en daarbij rekening te houden met de jonge leeftijd van de verdachte en zijn blanco strafblad. De advocaat heeft verzocht om in het geval van een veroordeling een jeugddetentie op te leggen gelijk aan de duur van de voorlopige hechtenis, met eventueel een extra deel voorwaardelijk. De verdachte is bereid om zich aan bijzondere voorwaarden te houden.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank houdt bij het bepalen van de strafmaat rekening met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit feit is gepleegd en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
7.3.1
De ernst van het feit
De verdachte heeft zich samen met zijn mededaders op 5 juni 2021 schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging. De slachtoffers zijn geslagen, geschopt en gestoken. De verdachte heeft door zijn handelen een forse inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers. Ook moet dit voor de slachtoffers een zeer angstige ervaring zijn geweest. Feiten als deze dragen bij aan de in de maatschappij heersende gevoelens van angst en onveiligheid.
7.3.2
De persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Justitiële documentatie
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
1 februari 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Rapportages en verklaringen van deskundigen ter zitting
De rechtbank heeft verder het navolgende recente rapport ten aanzien van de persoon van de verdachte bij haar overwegingen betrokken.
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 5 oktober 2021. De reclassering adviseert het jeugdstrafrecht toe te passen. De verdachte heeft niet eerder begeleiding gehad vanuit jeugdreclassering en interventies vanuit het jeugdstrafrecht zijn passend. De verdachte is gemotiveerd om de voorgestelde bijzondere voorwaarden tot een succes te volbrengen.
De [deskundige] , werkzaam bij de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, heeft ter zitting aangevuld dat er zorgen zijn over de veiligheid van de verdachte. Het netwerk waarin de verdachte zich begeeft is zorgelijk. Het is belangrijk dat er zo spoedig mogelijk een goede woonplek voor de verdachte wordt gevonden. De verdachte is daartoe bij verschillende instanties aangemeld. Er is bij de verdachte sprake van LVB-problematiek, veel trauma en een belaste jeugd. Daar heeft de verdachte volgens de deskundige langdurige behandeling en begeleiding voor nodig. De deskundige adviseert om, indien de verdachte wordt veroordeeld, het jeugdstrafrecht toe te passen en bij een voorwaardelijke straf de bijzondere voorwaarden op te leggen: meewerken aan verblijf in een woonvoorziening en het houden aan regels in die voorziening, geen middelengebruik, meewerken aan behandeling, meewerken met een coach en het hebben en houden van een dagbesteding in de vorm van school en/of werk. Reclassering Nederland dient daar toezicht op te houden.
7.3.3
Toepasselijk recht
De vraag die de rechtbank eerst moet beantwoorden is of de verdachte volgens het jeugdstrafrecht of het gewone strafrecht bestraft moet worden. De verdachte was tijdens het plegen van de feiten 18 jaar oud. Het uitgangspunt is dan dat het strafrecht voor volwassenen aan de orde is. De rechtbank heeft bij jongvolwassenen van 18 tot 23 jaar echter de mogelijkheid om het jeugdstrafrecht toe te passen. Dat kan de rechtbank doen wanneer de persoon van de verdachte of de omstandigheden waaronder het feit is begaan daar aanleiding voor geven.
De rechtbank ziet, gelet op de persoon van de verdachte en het advies van de reclassering en de deskundige ter zitting in deze zaak aanleiding om het jeugdstrafrecht toe te passen, nu er nog mogelijkheid en meerwaarde wordt gezien in pedagogische beïnvloeding.
7.3.4
De strafoplegging
De rechtbank heeft bij de bepaling van de strafmodaliteit en strafmaat tot uitgangspunt genomen de informatie over de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals die uit het rapport en ter zitting naar voren is gekomen, als ook de straffen die in soortgelijke zaken gewoonlijk worden opgelegd, zoals vermeld in de door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) vastgestelde oriëntatiepunten voor de straftoemeting voor minderjarigen.
De rechtbank neemt ook in aanmerking dat strafrechtelijke sancties ten aanzien van jeugdigen op grond van artikel 40 lid 1 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) primair beogen dat de jeugdige een constructieve rol in de samenleving aanvaardt en in de toekomst niet opnieuw strafbare feiten pleegt. Dit dient zowel het belang van de jeugdige als het belang van de samenleving.
De verdachte heeft zich als jongvolwassene (18 jaar) schuldig gemaakt aan een zeer ernstig strafbaar feit. De verdachte is, samen met anderen, betrokken geweest bij ernstig openlijk geweld tegen twee jonge slachtoffers (15 en 16 jaar). [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zijn op een basketbalveldje aangevallen door een groep jongens en daarbij geschopt, geslagen en meerdere malen met een mes gestoken. Alle daders zijn direct weggerend. Geen van hen heeft op enig moment nadien verantwoordelijkheid genomen voor de aanval, of voor een eigen aandeel daarin. Ook zonder dat er helderheid is gekomen over de aanleiding voor de vechtpartij kan voor een dergelijke uitbarsting van buitensporig geweld geen enkele rechtvaardiging worden gevonden. De verdachte heeft een wezenlijke bijdrage geleverd aan dit geweld en de rechtbank rekent hem dat ernstig aan.
De rechtbank maakt zich grote zorgen over het messenbezit onder jongeren en daarmee samenhangend de toename van steekpartijen onder jongeren op straat. Ook in deze omvangrijke strafzaak van de verdachte en zijn medeverdachten blijkt eens te meer dat jongeren op straat regelmatig messen bij zich dragen en het gebruik van deze wapens niet schuwen op het moment dat er – in hun beleving – een ruzie met leeftijdsgenoten moet worden uitgevochten. Dit zorgt voor veel onrust in de betreffende wijken en meer algemeen in de maatschappij. Het voorhanden hebben van een mes vergroot het risico op daadwerkelijk gebruik daarvan aanzienlijk, en dit leidt tot steeds meer steekincidenten met vaak een zeer ernstige afloop. De rechtbank vindt dit een uiterst zorgelijke ontwikkeling en een groot maatschappelijk probleem. Mede in het licht van deze ontwikkelingen zal een strafoplegging voor iedere individuele verdachte, maar ook voor de samenleving, een signaalfunctie hebben.
De rechtbank vindt een aanzienlijke jeugddetentie op zijn plaats, waarvan een gedeelte voorwaardelijk zal worden opgelegd.
Met de Raad is de rechtbank van oordeel dat het, gelet op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, aangewezen is dat de verdachte op verschillende gebieden ondersteund en waar nodig gestuurd wordt en zal daarom aan het voorwaardelijk deel van de straf bijzondere voorwaarden verbinden, die hierna zullen worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel heeft ook als doel de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. De verdachte heeft het onvoorwaardelijke deel van zijn straf al in voorarrest doorgebracht. De rechtbank zal een voorwaardelijk deel van de jeugddetentie opleggen dat lager is dan door de officier van justitie geëist, omdat de rechtbank de verdachte van het onder 1 ten laste gelegde feit heeft vrijgesproken en daarmee tot een andere bewezenverklaring komt dan de officier van justitie.
Anders dan in de zaken van de medeverdachten waarin de rechtbank tot een veroordeling komt, zal naast een deels voorwaardelijke jeugddetentie geen onvoorwaardelijke werkstraf aan de verdachte worden opgelegd. De verdachte heeft reeds geruime tijd in voorlopige hechtenis doorgebracht en de rechtbank is van oordeel dat voorts een fors voorwaardelijk strafdeel noodzakelijk is. Uit de rapportage en het verhandelde ter zitting is gebleken dat er grote zorgen zijn over de persoon van de verdachte. Langdurige behandeling en begeleiding is noodzakelijk, onder meer gelet op zijn belaste verleden en LVB-problematiek. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de focus de komende periode dient te liggen op begeleiding en behandeling. De rechtbank weegt in dat verband mee dat de verdachte gedurende zijn schorsingsperiode de aan hem opgelegde voorwaarden meerdere malen niet heeft nageleefd, als gevolg waarvan de schorsing van de voorlopige hechtenis ook gedurende enige tijd is opgeheven. Dat leidt tot reële vrees dat het voor de verdachte opnieuw lastig zal blijken om zich te houden aan bijzondere voorwaarden die hem worden opgelegd. Nu eerder – bij het overtreden van voorwaarden tijdens een schorsing – is gebleken dat middelengebruik de verdachte negatief heeft beïnvloed, neemt de rechtbank als bijzondere voorwaarde op dat de verdachte zich hiervan dient te onthouden, waarbij controle daarop middels bloed- en urineonderzoek proportioneel en noodzakelijk wordt geacht. Gelet op al het voorgaande zal een forse voorwaardelijke jeugddetentie als stok achter de deur worden opgelegd om te zorgen dat de verdachte zijn afspraken zal nakomen en zich zal blijven inzetten voor de noodzakelijke behandeling.
Dadelijke uitvoerbaarheid
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan misdrijven die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten openlijke geweldpleging tegen personen met enig lichamelijk letsel tot gevolg. Gelet op de ernst van het feit en het rapport omtrent zijn persoon, waaruit naar voren komt dat de verdachte hulpverlening en begeleiding nodig heeft, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan zonder inzet en voortzetting van passende hulp. Daarom zal de rechtbank bevelen dat de hierna op grond van art. 77z Sr te stellen voorwaarden en het op grond van art. 77aa Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Beslag

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de bij de verdachte(vul de feitaanduidingen in) in beslag genomen messen dienen te worden onttrokken aan het verkeer.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft ter zitting geen standpunt ingenomen over het beslag.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Hoewel de rechtbank geen lijst van inbeslaggenomen goederen in het dossier heeft aangetroffen, stelt zij vast dat het dossier wel aanwijzingen bevat dat in deze zaak messen van de verdachte in beslag zijn genomen, gelet op het proces-verbaal van bevindingen van
30 juli 2021 op pagina 137 van het procesdossier en het proces-verbaal van bevindingen van 24 augustus 2021 op pagina 103 van het procesdossier, te weten twee messen.
De rechtbank zal de twee messen onttrekken aan het verkeer, aangezien deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.

9.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
36b, 36d, 63, 77c, 77g, 77i, 77x, 77y, 77z, 77aa, 141 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze artikelen zijn toegepast zoals zij rechtens golden op het moment van het plegen van het strafbare feit dan wel zoals zij rechtens gelden op het moment van de uitspraak.

10.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 ten laste gelegde feiten heeft gepleegd en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder 2 primair ten laste gelegde feit heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
Feit 2 primair
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
jeugddetentie voor de duur van 360 dagen;
bepaalt dat de tijd die de veroordeelde al in voorarrest heeft doorgebracht, te weten
176 dagen, hier vanaf getrokken moet worden;
bepaalt dat een deel van de jeugddetentie, te weten
184 dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd als de veroordeelde zich tot het einde van de proeftijd, die wordt vastgesteld op
twee jaren, houdt aan de volgende voorwaarden:
1. dat hij zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
2. dat hij zich gedurende de proeftijd zal houden aan de aanwijzingen van Reclassering Nederland en zich zal melden bij de reclassering, op momenten waarop zij dat willen en zo lang zij dat willen;
3. dat hij gedurende de proeftijd zal verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, te weten Vast en Verder of een soortgelijke instelling, en zich zal houden aan het (dag-)programma dat deze instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld, zo lang de reclassering dat noodzakelijk acht;
4. dat hij gedurende de proeftijd zal meewerken aan behandeling bij de Waag of een soortgelijke instelling, zo lang de reclassering dit nodig acht;
5. dat hij gedurende de proeftijd zal blijven meewerken aan de begeleiding van een coach vanuit Coach E25 en zich zal houden aan de afspraken die daarbij met hem worden gemaakt;
6. dat hij gedurende de proeftijd onderwijs zal volgen of andere zinvolle en door de reclassering goedgekeurde dagbesteding zal hebben;
7. dat hij zich gedurende de proeftijd zal onthouden van middelengebruik en zich verplicht ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan bloed- of urineonderzoek, zo frequent en zo lang de reclassering dat noodzakelijk acht;
geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
wijst de veroordeelde op de overigens geldende voorwaarden dat hij gedurende de proeftijd:
8. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
9. zijn medewerking zal verlenen aan het door Reclassering Nederland te houden toezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering, zo vaak en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
dadelijke uitvoerbaarheid
beveelt dat de gestelde voorwaarden en het aan Reclassering Nederland opgedragen toezicht,
dadelijk uitvoerbaarzijn;
de inbeslaggenomen goederen
verklaart onttrokken aan het verkeer de messen zoals geverbaliseerd op pagina 103 en 137 van het procesdossier, te weten twee messen;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de veroordeelde.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.H. Rochat, kinderrechter, voorzitter,
mr. H.J.M. Smid-Verhage, kinderrechter,
en mr. B. Martinez-Hammer, kinderrechter,
in tegenwoordigheid van mr. M.M. Leurs, griffier.
Het is uitgesproken op de openbare zitting van deze rechtbank van 24 maart 2022.
Bijlage:
I. De tenlastelegging

Bijlage I: de tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:

1.

(primair): medeplegen van poging tot moord
hij op of omstreeks 5 juni 2021 te [pleegplaats] , in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven,
immers heeft hij, verdachte, (tezamen met -die- medeverdachte(n) met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg:
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen (en ontvangen) van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken en/of afgestemd en/of opgedragen en/of uitgenodigd en/of uitgedaagd/verleid/opgejut om (later die avond en/of binnen enkele dagen/ enige tijd hierna )(tezamen) naar het basketbalveldje/pleintje (aan [plek van delict] ) (en/of nabij het pleintje) te gaan en/of om (vervolgens) (daar) een of meer anderen (van een ander ‘blok’/andere wijk/ [groep] /tegenstanders/concurrenten) te grazen te nemen en/of te slaan en/of te steken en/of te vermoorden en/of te ‘dippen’en/of heeft hij (tezamen met zijn mededaders) (hiertoe):
- ( een groep mensen) verzameld (althans, is samen met anderen -met dat doel- (op)gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van het basketbalveldje (aan [plek van delict] ) en/of;
- een of meerdere mes(sen) en/of machettes (althans (een of meer) scherp(e) of puntig(e) voorwerp(en) meegenomen/bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen) en/of;
- [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) ingesloten en/of klemgezet en/of vastgezet en/of tegengehouden en/of ingeklemd en/of;
- het weglopen en/of vluchten onmogelijk gemaakt en/of (in ieder geval) bemoeilijkt en/of;
- geslagen en/of geschopt/getrapt (terwijl [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of een of meer anderen werden gestoken (althans gewond waren);
- ( vervolgens) met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) eenmaal of meerdere malen in het (boven)lichaam gestoken
- en/of met een mes gedreigd en/of gezwaaid en/of getoond (zodat anderen, medeverdachten, konden steken),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden: medeplegen van medeplichtigheid tot medeplegen van poging tot
moord
(hij tezamen en in vereniging met) een of meer (onbekend gebleven) personen/anderen, op of omstreeks 5 juni 2021 te [pleegplaats] , in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte (en/of zijn mededaders) voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) opzettelijk (en met voorbedachten rade) van het leven te beroven, immers heeft/hebben hij en/of die medeverdachten/anderen met opzet en na kalm beraad en rustig overleg,
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen (en ontvangen) van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken en/of afgestemd en/of opgedragen en/of uitgenodigd en/of uitgedaagd/verleid om (later die avond en/of binnen enkele dagen/ enige tijd hierna) (tezamen) naar het basketbalveldje/pleintje (aan [plek van delict] ) (en/of nabij het pleintje) te gaan en/of om (vervolgens) (daar) een of meer anderen (van een ander ‘blok’/andere wijk/ [groep] /tegenstanders/concurrenten) te grazen te nemen en/of te slaan en/of te steken en/of te vermoorden en/of (hiertoe);
- ( een groep mensen) verzameld (althans, is samen met anderen –met dat doel- (op)gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van het basketbalveldje (aan [plek van delict] ) en/of;
- een of meerdere mes(sen) en/of machettes (althans (een of meer) scherp of puntig(e) voorwerp(en) meegenomen/bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen) en/of;
- [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) ingesloten en/of klemgezet en/of vastgezet en/of tegengehouden en/of ingeklemd en/of het weglopen en/of vluchten onmogelijk gemaakt (althans: bemoeilijkt) en/of;
- geslagen en/of geschopt/getrapt (terwijl [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of een of meer anderen werden gestoken (althans gewond waren) ;
- ( vervolgens) met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) eenmaal of meerdere malen in het (boven)lichaam gestoken
- en/of met een mes gedreigd en/of gezwaaid en/of getoond (zodat anderen, medeverdachten, konden steken),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte (en/of zijn mededaders) op of omstreeks 5 juni 2021 (en/of enige dagen daarvoor) te [pleegplaats] , in ieder geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- te laten weten/communiceren/berichten dat mensen/derden zich moesten verzamelen en/of;
- ( vervolgens) te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen/deelgenoten op Snapchat en/of een andere social media-account) waar de anderen (tegenpartij en/of mensen van het andere ‘blok’) aanwezig was/waren en/of -deze- anderen aan te wijzen en/of;
- te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen) dat ze (de mensen van het andere blok en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of vrienden/kennissen van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ) gepakt/gestoken moesten (gaan) worden en/of;
- te laten weten/communiceren dat er messen (en/of andere wapens) meegenomen moesten worden (door zijn/hun vrienden/bekenden) en/of;
- een mes bij zich te dragen en/of te tonen en/of;
- aan te moedigen dat zijn mededaders iemand/derden zouden (moeten) steken (en/of aan te wijzen/duiden wie gestoken zou moeten worden) en/of;
- richting anderen ( [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of een of meer anderen) te dreigen om te steken/snijden;
- [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) in te sluiten en/of klem te zetten en/of vast te zetten en/of tegen te houden en/of (het) weglopen en/of vluchten onmogelijk te maken en/of;
- te slaan en/of schoppen en/of trappen;
(meer) subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden: medeplegen van zware mishandeling (met voorbedachten
rade)
hij op of omstreeks 5 juni 2021 te [pleegplaats] , in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) opzettelijk en met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, immers heeft hij (tezamen met zijn mededaders) na kalm beraad en rustig overleg:
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen (en ontvangen) van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken en/of afgestemd en/of opgedragen en/of uitgenodigd en/of uitgedaagd/verleid/opgejut om (later die avond en/of binnen enkele dagen/ enige tijd hierna)(tezamen) naar het basketbalveldje/pleintje (aan [plek van delict] ) (en/of nabij het pleintje) te gaan en/of om (vervolgens) (daar) een of meer anderen (van een ander ‘blok’/andere wijk/ [groep] /tegenstanders/concurrenten) te grazen te nemen en/of te slaan en/of te steken en/of te vermoorden en/of heeft hij (tezamen met zijn mededaders) (hiertoe):
- ( een groep mensen) verzameld (althans, is -hij- samen met anderen -met dat doel- (op)gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van het basketbalveldje (aan [plek van delict] ) en/of;
- een of meerdere mes(sen) en/of machettes (althans (een of meer) scherp(e) of puntig(e) voorwerp(en) meegenomen/bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen) en/of;
- [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) ingesloten en/of klemgezet en/of vastgezet en/of tegengehouden en/of ingeklemd en/of;
- het weglopen en/of (het) vluchten onmogelijk gemaakt (althans: bemoeilijkt) en/of;
- geslagen en/of geschopt/getrapt (terwijl [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of een of meer anderen werden gestoken (althans gewond waren);
- ( vervolgens) met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) eenmaal of meerdere malen in het (boven)lichaam gestoken
- en/of met een mes gedreigd en/of gezwaaid en/of getoond (zodat anderen, medeverdachten, konden steken),
(nog) meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden: (medeplegen van) medeplichtigheid aan
medeplegen van zware mishandeling met voorbedachten rade
hij tezamen en in vereniging met een of meer (onbekend gebleven) personen/anderen, op of omstreeks 5 juni 2021 te [pleegplaats] , in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] opzettelijk (en met voorbedachten rade) zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen (en ontvangen) van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken en/of afgestemd en/of opgedragen en/of uitgenodigd en/of uitgedaagd/verleid/opgejut om (later die avond en/of binnen enkele dagen/ enige tijd hierna )(tezamen) naar het basketbalveldje/pleintje (aan [plek van delict] ) (en/of nabij het pleintje) te gaan en/of om (vervolgens) (daar) een of meer anderen (van een ander ‘blok’/andere wijk/ [groep] /tegenstanders/concurrenten) te grazen te nemen en/of te slaan en/of te steken en/of te vermoorden en/of heeft hij (tezamen met zijn mededaders) (hiertoe):
- ( een groep mensen) verzameld (althans, is samen met anderen –met dat doel- (op)gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van het basketbalveldje (aan [plek van delict] ) en/of;
- een of meerdere mes(sen) en/of machettes (althans (een of meer) scherp(e) of puntig(e) voorwerp(en) meegenomen/bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen) en/of;
- [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) ingesloten en/of klemgezet en/of vastgezet en/of tegengehouden en/of ingeklemd en/of;
- het weglopen en/of vluchten onmogelijk gemaakt (althans: bemoeilijkt) en/of;
- geslagen en/of geschopt/getrapt (terwijl [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of een of meer anderen werden gestoken (althans gewond waren);
- ( vervolgens) met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) eenmaal of meerdere malen in het (boven)lichaam gestoken
- en/of met een mes gedreigd en/of gezwaaid en/of getoond (zodat anderen, medeverdachten, konden steken),
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte (met zijn mededaders) op of omstreeks 5 juni 2021 te [pleegplaats] , in elk geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- te laten weten/communiceren/berichten dat mensen/derden zich moesten verzamelen en/of;
- ( vervolgens) te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen/deelgenoten op Snapchat en/of een andere social media-account) waar de anderen (tegenpartij en/of mensen van het andere ‘blok’) aanwezig was/waren en/of -deze- anderen aan te wijzen en/of;
- te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen) dat ze (de mensen van het andere blok en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of vrienden/kennissen van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ) gepakt/gestoken moesten (gaan) worden en/of;
- te laten weten/communiceren dat er messen (en/of andere wapens) meegenomen moesten worden (door zijn vrienden/bekenden) en/of;
- een mes bij zich te dragen en/of te tonen en/of;
- aan te moedigen dat zijn/hun mededaders iemand/derden zouden (moeten) steken (en/of aan te wijzen/duiden wie gestoken zou moeten worden) en/of;
- richting anderen ( [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of een of meer anderen) te dreigen om te steken/snijden;
- [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) in te sluiten en/of klem te zetten en/of vast te zetten en/of tegen te houden en/of (het) weglopen en/of vluchten onmogelijk te maken en/of;
- te slaan en/of schoppen en/of trappen;
(Nog) meer subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden: medeplegen van voorbereidingshandelingen tot het
medeplegen van een of meer strafbare feiten (genoemd in artt. 289 c.q. 287 en/of 302
cq. 303 en/of 141 (onder 2 en/of 3) Wetboek van Strafrecht
(hij tezamen en in vereniging met) een of meer (onbekend gebleven) personen/anderen dan verdachte (en/of zijn mededaders), althans alleen, op een of meer tijdstip(pen) gelegen op of omstreeks 5 juni 2021 te [pleegplaats] , in elk geval in Nederland,
ter voorbereiding van een/het met (een) ander(en) te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten moord c.q. doodslag en/of zware mishandeling (met voorbedachten rade en in vereniging) en/of openlijke geweldpleging (met de dood en/of zwaar lichamelijk letsel ten gevolge), als bedoeld in de artikelen 289 c.q. 287 en/of 302 cq. 303 en/of 141 (onder 2 en/of 3) Wetboek van Strafrecht, opzettelijk:
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen (en ontvangen) van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken en/of afgestemd en/of opgedragen en/of uitgenodigd en/of uitgedaagd/verleid/opgejut om (later die avond en/of binnen enkele dagen/ enige tijd hierna)(tezamen) naar het basketbalveldje/pleintje (aan [plek van delict] ) (en/of nabij het pleintje) te gaan en/of om (vervolgens) (daar) een of meer anderen (van een ander ‘blok’/andere wijk/ [groep] /tegenstanders/concurrenten) te grazen te nemen en/of te slaan en/of te steken en/of te vermoorden en/of heeft hij (tezamen met zijn mededaders) (hiertoe):
- ( een groep mensen) verzameld (althans, is samen met anderen –met dat doel- (op)gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van het basketbalveldje (aan [plek van delict] ) en/of;
- een of meerdere mes(sen) en/of machettes (althans (een of meer) scherp(e) of puntig(e) voorwerp(en) meegenomen/bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen)
meest subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden: medeplegen van medeplichtigheid van medeplegen van
voorbereidingshandelingen tot het plegen van een of meer strafbare feiten (genoemd in
artt. 289 c.q. 287 en/of 302 cq. 303 en/of 141 (onder 2 en/of 3) Wetboek van Strafrecht
(hij tezamen en in vereniging met) een of meer (onbekend gebleven) personen/anderen dan verdachte (en/of zijn mededaders) op een of meer tijdstip(pen) gelegen op of omstreeks 5 juni 2021 [pleegplaats] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, ter voorbereiding van een/het met (een) ander(en) te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten moord c.q. doodslag en/of zware mishandeling (met voorbedachten rade en in vereniging) en/of openlijke geweldpleging (met de dood en/of zwaar lichamelijk letsel ten gevolge): als bedoeld in de artikelen 289 c.q. 287 en/of 302 cq. 303 en/of 141 (onder 2 en/of 3) Wetboek van Strafrecht
opzettelijk
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken/afgestemd om naar het basketbalveldje/pleintje ( [plek van delict] ) te gaan en/of om (vervolgens) daar een of meer anderen te grazen te nemen (van een ander ‘blok’) en/of
- mensen/vrienden/anderen verzameld (althans, is samen gelopen/opgetrokken) om naar/in de richting van het basketbalveldje (aan [plek van delict] ) te komen/gaan en/of
- ( daartoe/daarbij) een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) meegenomen/ bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen en/of andere wapens (door hemzelf en/of anderen) en/of
- met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of een of meer anderen eenmaal of meerdere malen in het (boven)lichaam gestoken en/of gesneden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer tijdstip(pen) gelegen op of omstreeks 5 juni 2021 te [pleegplaats] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- te laten weten/communiceren/berichten dat mensen/derden zich moesten verzamelen en/of;
- ( vervolgens) te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen/deelgenoten op Snapchat en/of een andere social media-account) waar de anderen (tegenpartij en/of mensen van het andere ‘blok’) aanwezig was/waren en/of -deze- anderen aan te wijzen en/of;
- te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen) dat ze (de mensen van het andere blok en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of vrienden/kennissen van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ) gepakt/gestoken moesten (gaan) worden en/of;
- te laten weten/communiceren dat er messen (en/of andere wapens) meegenomen moesten worden (door zijn vrienden/bekenden) en/of;
- een mes bij zich te dragen en/of te tonen en/of;
- aan te moedigen dat zijn mededaders iemand/derden zouden (moeten) steken (en/of aan te wijzen/duiden wie gestoken zou moeten worden) en/of;
- richting anderen ( [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of een of meer anderen) te dreigen om te steken/snijden;
- [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) in te sluiten en/of klem te zetten en/of vast te zetten en/of tegen te houden en/of (het) weglopen en/of vluchten onmogelijk te maken en/of;
- te slaan en/of schoppen en/of trappen;

2.

(openlijke geweldpleging, met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg)
hij op of omstreeks 5 juni 2021 te [pleegplaats] , in elk geval in Nederland, openlijk, te weten op of aan de openbare weg, aan [plek van delict] , in elk geval op of aan een openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten op of nabij het basketbalveldje/pleintje aldaar, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een of meer personen, te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen), welk geweld bestond uit:
- met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) te steken en/of snijden van deze [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of een of meer anderen en/of
- het slaan/stompen en/of schoppen van deze [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen)
terwijl dit door hem gepleegde geweld zwaar lichamelijk letsel (althans enig -lichamelijk- letsel), te weten een of meer steek- en/of snijwonden en/of wonden en/of schaafplekken en/of enig ander letsel voor [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (en/of een of meer anderen) ten gevolge heeft gehad;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden: opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen
verschaffen tot het plegen van openlijke geweldpleging
hij op of omstreeks 5 juni 2021 te [pleegplaats] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft tot het plegen van geweld tegen personen en/of goederen, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s);
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken/afgestemd om naar het basketbalveldje/pleintje ( [plek van delict] ) te gaan en/of om (vervolgens) daar een of meer anderen te grazen te nemen (van een ander ‘blok’) en/of;
- verzameld (althans, is/zijn samen gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van het basketbalveldje (aan [plek van delict] ) en/of
- een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) meegenomen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen), om hiermee/hiertoe/hierdoor:
[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of (een of meer anderen) te (kunnen) steken en/of snijden en/of slaan/stompen en/of trappen en/of (ander/overig) -fysiek- geweld toe te kunnen (laten) passen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het [nummer] , van de politie eenheid Den Haag, districtsrecherche Zoetermeer – Leidschendam-Voorburg, onderzoek [nummer] , met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 2212).
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1294-1295.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1317-1319.
4.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] d.d. 22 november 2021 bij de rechter-commissaris.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1294-1295.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1294-1295.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1320-1321.
8.Proces-verbaal van verhoor [getuige 2] , p. 1413-1416.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1449-1460 en proces-verbaal van bevindingen, p. 1461-1469.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1461.
11.Onder meer: proces-verbaal van bevindingen, p. 78; proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 5] p. 697; proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 4] p. 835.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1394-1399.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1500 en proces-verbaal van verhoor van de verdachte, p. 1056.
14.Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 6] , p. 1056.
15.Proces- verbaal van bevindingen, p. 1058 en proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 6] van de raadkamer van deze rechtbank d.d. 24 augustus 2021.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1852-1866.
17.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1748.
18.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1486-1490.
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1500 en 1502.
20.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1755-1760.