Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 15 oktober 2020;
- de conclusie van antwoord tevens houdende voorwaardelijke eis in reconventie van Spijkerboor;
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie van [eiser] ;
- het tussenvonnis van 15 december 2021 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte na conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie houdende update recente ontwikkelingen, aan de zijde van [eiser] , met productie;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 5 januari 2022;
- de akten uitlaten voortprocederen van partijen van 19 januari 2022;
- de akte uitlaten proces-verbaal zitting 5 januari 2022 aan de zijde van [eiser] van 28 februari 2022;
- de rolbeslissing van 2 maart 2022.
2.De feiten
de huur voor het perceel op locatie nummer [perceelnr.] wordt bij dezen opgezegd per 31 oktober 2019;
wij zijn bereid uw zomerhuisje over te nemen voor de waarde, zoals deze getaxeerd wordt door een makelaar;
wij geven de opdracht aan een door de RECRON erkende makelaar om op niet al te lange termijn een taxatie te doen van de waarde van uw zomerhuisje. Hierbij wordt uitgegaan van "sec" de waarde van het huisje (i.e. zonder rekening te houden met de waarde van de grond of omgeving);
de waarde, die door de makelaar bepaald wordt en die wordt weergegeven in een taxatierapport, zal door beide partijen geaccepteerd worden als een bindende adviesprijs voor overname;”
5. Waardering
3.Het geschil
In conventie
4.De beoordeling
In conventie
“tegemoetkoming”blijkt dat de correctie van 75% op de nieuwbouwwaarde is toegepast, vanwege – kort gezegd – de verouderde bouwkundige staat van het zomerhuis. De rechtbank acht dit, mede gelet op het bouwjaar van het zomerhuis (volgens het taxatierapport 1978), niet onbegrijpelijk. Dat door [eiser] in de loop der jaren vernieuwingen/verbeteringen zijn aangebracht, maakt dit niet anders. Uit het taxatierapport blijkt immers dat deze omstandigheden door zijn meegewogen bij de waardebepaling.
“correctie wegens technische en functionele veroudering”. In die zin ziet de rechtbank in de tegentaxatie dus eerder een bevestiging van de redelijkheid van het in het taxatierapport gehanteerde afschrijvingspercentage van 75%, dan een omstandigheid die noopt tot vernietiging daarvan. Dat het afschrijvingspercentage uit de tegentaxatie lager is dan het percentage dat in het taxatierapport wordt gehanteerd, acht de rechtbank niet doorslaggevend. Hetzelfde geldt voor de stelling van [eiser] dat het zomerhuis op het moment van de tegentaxatie al deels zou zijn gedemonteerd. Een taxatie heeft naar zijn aard een intuïtief karakter wat een zekere mate van (schattings-)onzekerheid met zich brengt, zodat terughoudendheid geboden is bij een oordeel over de aanvaardbaarheid daarvan.
1.442,00(2,0 punt × tarief III)