Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 november 2020, met producties 1 t/m 5;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 t/m 16;
- het tussenvonnis van 10 november 2021 waarbij een mondelinge behandeling is gelast;
- het B8-formulier van [eiser] van 24 januari 2022, waarbij aanvullende producties 6 t/m 11 zijn overgelegd;
- de akte overlegging producties van [gedaagden] waarbij ten behoeve van de mondelinge behandeling op 3 februari 2022 aanvullende producties 17 en 18 zijn overgelegd;
- het B16 formulier van [eiser] , waarbij bezwaar is gemaakt tegen de door [gedaagden] overgelegde producties;
- het B16 formulier van [gedaagden] , waarin een reactie is vervat op het B16 formulier van [eiser] ;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van de zaak op 3 februari 2022, waarbij de door [gedaagden] overgelegde producties 17 en 18 zijn toegestaan.
2.De feiten
€ 550.000,-(…) alsmede financiering voor de overbrugging van
€ 400.000,-(…) geen bindend aanbod tot een hypothecaire geldlening van een erkende geldverstrekkende bankinstelling heeft verkregen, zulks tegen de dan geldende normale voorwaarden en tarieven. Onder bankinstelling wordt in dit artikel begrepen een bank of verzekeraar in de zin van artikel 1:1 Wet op het financieel toezicht;
aanvulling hierop/In afwijking hiervankomen partijen overeen dat koper de/het navolgende stuk(ken) dient over te leggen om te voldoen aan het vereiste van ‘goed gedocumenteerd’:
minimaal een kopie hypotheekaanvraag en gemotiveerde afwijzing. (…) Alsdan zijn beide partijen van deze koopovereenkomst bevrijd. De door koper reeds gedane stortingen worden vervolgens gerestitueerd. Degenen die deze stortingen onder zich hebben worden daartoe bij deze verplicht, en voor zover nodig onherroepelijk gemachtigd.
3.Het geschil
4.De beoordeling
De ontvankelijkheid van [eiser]
2.228,00(2 punten × tarief IV € 1.114)