ECLI:NL:RBDHA:2022:2081

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 maart 2022
Publicatiedatum
14 maart 2022
Zaaknummer
C/09/599530 / FA RK 20-6476
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging geboortegegevens en voornaamswijziging van een geadopteerd kind na vaststelling biologische ouders

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 maart 2022 een beschikking gegeven inzake de wijziging van de geboortegegevens van een geadopteerd Chinees meisje, dat te vondeling was gelegd. De verzoekers, de adoptieouders van het meisje, hebben verzocht om aanpassing van de geboorteplaats en de vermelding van de biologische ouders, die middels DNA-onderzoek zijn teruggevonden. De rechtbank heeft kennisgenomen van diverse stukken, waaronder verzoekschriften en DNA-rapporten, en heeft de zaak op 24 september 2021 ter zitting behandeld.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de biologische ouders van het meisje, [va van mj] en [moe van mj], met meer dan 99,999% zekerheid zijn geïdentificeerd als de ouders. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat de biologische vader ten tijde van de geboorte ook de juridische vader was, aangezien er vraagtekens zijn bij de rechtsgeldigheid van het huwelijk tussen de biologische ouders. De rechtbank heeft de wijziging van de geboorteplaats en de toevoeging van de biologische ouders aan de geboorteakte toegewezen, maar de opname van de biologische vader als juridische vader afgewezen.

Daarnaast heeft de rechtbank het verzoek tot voornaamswijziging van het meisje toegewezen, waarbij de nieuwe voornamen zijn vastgesteld. De rechtbank heeft benadrukt dat de registers van de burgerlijke stand van openbare orde zijn en dat de juiste gegevens dienen te worden opgenomen. De beschikking is gegeven door rechter J.M. Vink, bijgestaan door griffier J.H. van Berkel, en is uitgesproken ter openbare zitting op 14 maart 2022.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 20-6476
Zaaknummer: C/09/599530
Datum beschikking: 14 maart 2022
Wijziging vastgestelde geboortegevens ex artikel 1:25d van het Burgerlijk Wetboek en voornaamswijziging

Beschikking op het op 17 september 2020 ingekomen verzoekschrift van:

[Y] ,

en
[X],
verzoekers en ouders van de ten tijde van indiening nog minderjarige [minderjarige] ,
wonende te [woonplaats 1] ,
advocaat mr. A.F. Braun te Den Haag.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:

[minderjarige] ,

[minderjarige] ,
wonende te [woonplaats 2] ,
advocaat: --,
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage,
zetelend te ’s-Gravenhage,
de ambtenaar.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift en bijbehorende stukken;
- de brief van 1 december 2020 van de ambtenaar met bijlage;
- het F9-Formulier van 4 januari 2021 van de zijde van verzoekers met bijlage;
- het F9-Formulier van 12 [geboortedatum 2] 2021 van de zijde van verzoekers;
- de brief van 25 [geboortedatum 2] 2021 van de zijde van de ambtenaar met bijlagen;
- de brief van 25 maart 2021 van de ambtenaar;
- het F9-Formulier van 27 april 2021 van de zijde van verzoekers met bijlage;
- het F9-Formulier van 16 juni 2021 van de zijde van verzoekers met bijlagen;
- het F9-Formulier van 20 juli 2021 van de zijde van verzoekers;
- het F9-Formulier van 12 augustus 2021 van de zijde van verzoekers met bijlagen.
Op 24 september 2021 is de zaak ter zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: verzoekers met hun advocaat, [minderjarige] en de heer [ambtenaar] in zijn hoedanigheid van ambtenaar van de burgerlijke stand. Ter zitting is inzage gegeven in het hierna te melden originele DNA-rapport van het [naam ziekenhuis] Ziekenhuis.
Na de zitting heeft de rechtbank ontvangen:
- het F9-formulier van 4 november 2021 van de zijde van verzoekers met bijlagen;
- de brief van 2 december 2021 van de zijde van de ambtenaar met bijlagen;
- het F9-formulier van 23 december 2021 van de zijde van verzoekers.

Verzoek en verweer

Het verzoek zoals dat thans (ook na wijziging ter zitting) luidt strekt tot:
Wijziging van na te melden beschikking van 19 januari 2005
en daarmee de ‘akte van inschrijving van rechterlijke uitspraak’ nummer [nr. 1] van het jaar 2005, ingeschreven in het register van geboorten van de gemeente ’s-Gravenhage in die zin dat:
o als geboorteplaats wordt vastgesteld [geboorteplaats 1] te China;
Wijziging van na te melden beschikking van 19 januari 2005
en daarmee de ‘akte van inschrijving van rechterlijke uitspraak’ nummer [nr. 1] van het jaar 2005, ingeschreven in het register van geboorten van de gemeente ’s-Gravenhage in die zin dat:
o de geboortegegevens/ de akte wordt aangevuld met de gegevens van de biologische ouders en wel als volgt:
 Geslachtsnaam moeder: [geslachtsnaam moe mj]
 Voornamen moeder: [voornaam 1]
 Geslachtsnaam vader: [geslachtsnaam 2]
 Voornamen vader: [voornaam 2]
Wijziging van de voornamen van [minderjarige] in die zin dat haar voornamen komen te luiden “ [minderjarige] [tweede voornaam] [derde voornaam] [geslachtsnaam va] ”.
[minderjarige] heeft ter zitting aangegeven dat de verzoeken overeenkomstig haar wens is.
De ambtenaar heeft verweer gevoerd welke hierna zal worden besproken.

Feiten

 Bij beschikking van 19 januari 2005 van deze rechtbank is – voor zover hier van belang -:
o voor recht verklaard dat de in China tot stand gekomen adoptie van [minderjarige] (destijds [voornaam mj bij geboorte] , [geslachtsnaam bij geboorte] , van het vrouwelijk geslacht, geboren op [geboortedatum 1] 2003), door verzoekers, aan de voorwaarden voor erkenning in Nederland is voldaan;
o de ambtenaar gelast een latere vermelding van de adoptie aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen;
o de wijziging van de voornaam “ [voornaam bij geboorte] ” gelast in dier voege dat de voornamen “ [minderjarige] [tweede voornaam] [derde voornaam] ” zullen luiden.
En zijn bij afzonderlijke beschikking van dezelfde datum en rechtbank (ex artikel 1:25c van het Burgerlijk Wetboek) de geboortegegevens van [minderjarige] vastgesteld als:
o op [geboortedatum 1] tweeduizenddrie is geboren te [geboorteplaats 2] Volksrepubkiek China, van het vrouwelijk geslacht:
[voornaam mj bij geboorte] , [geslachtsnaam bij geboorte] , dochter van onbekende ouders.
 Bij ‘akte van inschrijving van rechterlijke uitspraak’ met nummer [nr. 1] van het jaar 2005 zijn door de ambtenaar van de burgerlijke stand te ’s-Gravenhage voornoemde geboortegegevens vastgesteld, waaraan voornoemde adoptie en de voornaamswijziging als latere vermeldingen zijn aangehecht.
Daarnaast is aangehecht een latere vermelding van naamskeuze van 2 juni 2005 waarbij is gekozen voor de geslachtsnaam ‘ [geslachtsnaam Y] .
  • [minderjarige] heeft de Nederlandse nationaliteit.
  • Uit een rapport van DNA-onderzoek van het [naam ziekenhuis] Ziekenhuis blijkt met meer dan 99,999% zekerheid dat [va van mj] , geboren op 8 [geboortedatum 2] 1971 en [moe van mj] , geboren op [geboortedatum moe van mj] 1972 respectievelijk de biologische vader en moeder zijn van [minderjarige] .
  • Uit de vertaling van de kopie van de huwelijksakte, volgnummer [nr. 2] , nummer [nr. 3] van de gestelde biologische ouders van [minderjarige] staat dat [moe van mj] geboren in [geboortemaand 1] 1970 en [va van mj] geboren in [geboortemaand 2] 1968 een huwelijksaanvraag hebben ingediend. Ook staat gemeld dat registratie van het huwelijk is toegestaan.
  • In de verklaring van [va van mj] en [moe van mj] staat dat [minderjarige] geboren is op [geboortedatum 1] 2003 in de [geboorteplaats 3] .
  • In de verklaring van [voorn- en geslachtsnaam] ( kennelijk destijds de vroedvrouw) staat dat [minderjarige] geboren is op [geboortedatum 1] 2003 in [geboorteplaats 1] met behulp van [voorn- en geslachtsnaam] .

Beoordeling

Onderbouwing/achtergrond verzoeken en verweer
Verzoekers stellen dat zij in 2017 samen met [minderjarige] op zoek zijn gegaan naar de biologische ouders van [minderjarige] , hetgeen gelukt is. Haar ouders zijn [va van mj] en [moe van mj] . Het biologisch ouderschap is bevestigd via voornoemd DNA-onderzoek. [minderjarige] heeft te horen gekregen dat zij geboren is in [geboorteplaats 1] te China. Daartoe legt zij een verklaring over van haar ouders en van de voedvrouw. De thans vastgestelde gegevens betreffen de gegevens waar zij te vondeling is gelegd.
[minderjarige] wenst dat haar geboorteakte wordt aangepast in die zin dat daarop de juiste geboorteplaats en haar biologische ouders worden vermeld. Daarnaast zou zij als extra voornaam [geslachtsnaam va] willen toevoegen, zijnde de achternaam van haar biologische vader. Als grondslag voor de verzoeken wijzen verzoekers naar artikel 1:25d en artikel 1:4 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Voor wat betreft het belang van registratie van haar biologische ouders in haar geboorteakte hebben verzoekers en [minderjarige] nog aangegeven dat het voor [minderjarige] van groot belang is dat haar biologische ouders worden opgenomen, ook als het juridisch ouderschap van de vader niet vaststaat. In dat kader en gelet op het recht om te weten van wie men afstamt hebben verzoekers verwezen naar artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en naar artikelen 7 en 8 van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind. In dat verband is ook gewezen op het concept wetsvoorstel kind, draagmoederschap en afstamming. Verzoekers en [minderjarige] verwijzen hier naar een eerdere uitspraak van deze rechtbank van 14 juli 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:10549. Hierin is de aanvulling van de gegevens van de biologische ouders van het kind gelast. Omdat het volgens verzoekers om eenzelfde situatie/feitencomplex gaat, is verzocht om gelijkluidend te beslissen dat wil zeggen de vadergegevens vast te stellen ook al bestaat er onzekerheid over de vraag of hij ook juridisch ouder was ten tijde van geboorte
.
De ambtenaar heeft verweer gevoerd. Voor wat betreft de voornamen refereert de ambtenaar zich aan het oordeel van de rechter. Ook refereert de ambtenaar zich aan het oordeel van de rechter ten aanzien van de wijziging van de geboorteplaats en ten aanzien van de vraag of het Klinisch Chemisch Laboratorium in 2017 aan de criteria voldeed die de rechtbank stelt ten aanzien van de rechtsgeldigheid van DNA-rapporten. Indien de rechtbank voor wat betreft dit laatste bevestigend oordeelt, heeft de ambtenaar geen bezwaar tegen wijziging van de krachtens 1:25c BW gegeven beschikking ten aanzien van de moeder.
Voor wat betreft de vadergegevens stelt de ambtenaar daarnaast dat hij niet enkel op grond van het DNA-rapport kan concluderen dat de biologische vader ook ten tijde van de geboorte van [minderjarige] de juridische vader was. Naar Chinees recht heeft alleen een kind die staande het huwelijk van een man met de moeder is geboren van rechtswege een juridisch vader. Voor kinderen die buiten het huwelijk zijn geboren ontbraken tot in ieder geval 2012 regels van afstammingsrecht en was naar Chinees recht een vaderschapsprocedure vereist om familierechtelijke betrekkingen tussen een onwettig kind en vader te vestigen. Nu niet is gebleken dat het vaderschap is vastgesteld en er vraagtekens zijn bij de rechtsgeldigheid van het huwelijk tussen de biologisch ouders omdat verzoekers hebben aangegeven dat de biologische ouders verkeerde geboortedata hebben gebruikt om te mogen trouwen kan niet worden vastgesteld dat de biologische vader ten tijde van de geboorte de juridisch vader was van [minderjarige] . Anders dan verzoekers is de ambtenaar van mening dat niet in het midden kan blijven de vraag of de biologisch vader ten tijde van geboorte ook de juridisch vader was. Naar Nederlands recht hoeft een juridisch ouder ook niet de biologische ouder te zijn. Indien de ambtenaar een vader opneemt in de geboorteakte impliceert dit dat die persoon ten tijde van de geboorte ook daadwerkelijk de juridische vader was. De enkele opname van vader op het eerste akteblad zonder dat er een latere vermelding aan de akte wordt toegevoegd waaruit blijkt dat het anders is brengt met zich dat de akte bewijst dat het kind geboren is staande het huwelijk. Dit is in strijd met de openbare orde.
Vastgesteld moet daarom worden dat de biologische vader de juridische vader was ten tijde van geboorte en op welke wijze hij dat geworden is.
Rechtsmacht en toepasselijk recht
Omdat verzoekers en [minderjarige] in Nederland wonen, heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht op grond van artikel 3 aanhef en onder a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Omdat het verzoek strekt tot wijziging van een in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand opgenomen akte, zal Nederlands recht worden toegepast. Voor wat betreft het verzoek ten aanzien van de voornamen is ingevolge artikel 10:20 van het BW Nederlands recht op het verzoek van toepassing.
Verzoeken ex artikel 1:25d
Op grond van artikel 1:25d van het BW kan de rechtbank Den Haag op verzoek van het openbaar ministerie, van een belanghebbende of van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ‘s-Gravenhage een krachtens artikel 1:25c BW gegeven beschikking wijzigen op grond dat de vastgestelde gegevens onjuist of onvolledig zijn.
De rechtbank zal in het navolgende beoordelen of er grond is voor wijziging van de beschikking van 19 januari 2005.
De rechtbank stelt voorop dat in het kader van artikel 1:25c BW, waarvan wijziging wordt gevraagd, de oorspronkelijke geboortegegevens dienen te worden vastgesteld zodat in de burgerlijke stand de volledige historie van een persoon in chronologische volgorde is weergegeven. Daarom dienen in een geboorteakte de geboortegegevens te worden opgenomen zoals deze luidden op het moment van geboorte en dienen latere wijzigingen afzonderlijk te worden toegevoegd. De rechtbank houdt daarbij rekening met alle bewijzen en aanwijzingen omtrent de omstandigheden waaronder, en het tijdstip waarop de geboorte moet hebben plaatsgehad. Indien zodanig bewijs niet wordt geleverd wordt men gehouden aan de persoonsgegevens die men zonder voorbehoud bij de eerste registratie in de BRP heeft opgegeven. Vanuit het oogpunt van de Nederlandse openbare orde is vereist dat wijziging daarvan slechts na overtuigend geleverd bewijs kan plaatsvinden.
Wijziging onjuiste geboorteplaats
Verzoekers hebben aangegeven dat bij de uitspraak van 19 januari 2005 een incorrecte geboorteplaats is vastgesteld. De opgenomen gegevens betreffen de gegevens waar [minderjarige] door haar biologische ouders te vondeling is gelegd. Bij het verzoek zijn verklaringen van de biologische ouders en de voedvrouw overgelegd waar [minderjarige] is geboren.
De rechtbank is van oordeel dat aan de hand van thans beschikbare gegevens de geboorteplaats van [minderjarige] onjuist is vastgesteld. De vastgelegde gegevens over de woonplaats betreffen immers de gegevens waar [minderjarige] te vondeling is gelegd en niet waar zij geboren is. Het onder I verzochte is daarom op navolgende wijze voor toewijzing vatbaar. Daarbij overweegt de rechtbank volledigheidshalve dat, gelet op artikel 1:25f, derde lid, BW, van voornoemde wijziging een latere vermelding wordt toegevoegd aan de ‘akte van inschrijving van rechterlijke uitspraak’.
Wijziging onjuiste moedergegevens
De rechtbank overweegt allereerst dat een DNA-rapport aan diverse criteria moet voldoen. Er moet ieder geval blijken dat de identiteit van degenen van wie voor onderzoek een monster is afgenomen zorgvuldig is vastgesteld. Het rapport dient voorts te zijn gedagtekend en ondertekend door een met name genoemd persoon met een daartoe relevante studie die de conclusie van het DNA-onderzoek voor zijn rekening neemt.
In navolging op het Besluit DNA-onderzoek vaderschap van 20 oktober 2008 houdende de vereisten die zijn gesteld aan het vaderschapsonderzoek in verband met erkenning bedoeld in artikel 4, vierde lid Rijkswet op het Nederlanderschap, welk besluit op 1 maart 2009 in werking is getreden, stelt de rechtbank verder als eisen dat uit het rapport dient te blijken dat het onderzoek is verricht in een Nederlands laboratorium dat door de Raad voor Accreditatie is geaccrediteerd aan de hand van de criteria genoemd in de NEN-EN ISO/IEC 17025 of de NEN-EN ISO/IEC 15189 en de aanbevelingen van de Paternity Testing Commission van de International Society of Forensic Genetics (FSI 2007).
Ter zitting had de rechtbank nog vraagtekens had of het ingediende DNA-rapport voldeed aan voornoemde eisen en met name aan de FSI normen en de wijze van afname en identificatie van degenen van wie het monster is afgenomen. Verzoekers en [minderjarige] zijn daarom ter zitting in de gelegenheid gesteld nadere informatie te verstrekken.
Mede gelet op deze na de mondelinge behandeling binnengekomen stukken (uitleg klinisch chemicus, het bewijs van accreditatie van het [naam ziekenhuis] Ziekenhuis, de gegeven instructies aan en verklaring van degene die de monsters heeft afgenomen) is de rechtbank van oordeel dat het overgelegde DNA-rapport voldoet aan de daartoe gesteld eisen. Dit geldt temeer gelet op de uitkomst van het onderzoek.
Gelet hierop komt de rechtbank tot het oordeel dat bij beschikking van 19 januari 2005 vastgestelde geboortegegevens van [minderjarige] onvolledig zijn vastgesteld nu de moeder daarin ontbreekt. Immers, uit de ambtshalve ingewonnen informatie uit Vind Burgerzaken volgt dat naar Chinees recht door geboorte van rechtswege een familierechtelijke betrekking tussen de moeder en het kind tot stand komt.
De rechtbank is van oordeel dat er voldoende aanwijzingen zijn om het onder II ten aanzien van de moeder verzochte toe te wijzen. Ook hier overweegt de rechtbank volledigheidshalve dat, gelet op artikel 1:25f, derde lid, BW, van voornoemde wijziging een latere vermelding wordt toegevoegd aan de ‘akte van inschrijving van rechterlijke uitspraak’.
Wijziging onjuiste vadergegevens
Gelet op het hiervoor overwogene omtrent de vereisten aan een DNA-onderzoek staat vast dat de heer [geslachtsnaam va] de biologische vader is van [minderjarige] .
In geschil is echter de vraag of alleen het biologisch vaderschap voldoende is om diens gegevens vast te stellen dan wel dat er sprake dient te zijn dat hij (ook) de juridisch vader was ten tijde van geboorte. Daarbij is van belang de vraag of er sprake is van een (rechtsgeldig) huwelijk tussen de biologische ouders.
De ambtenaar heeft ter zitting en in zijn brief van 2 december 2021 niet langer betwist dat er sprake was van een huwelijk tussen de biologische ouders van [minderjarige] . Wel heeft hij de vraag opgeworpen of dit huwelijk nietig dan wel vernietigbaar is en wat hiervan de rechtsgevolgen zijn voor tijdens dit huwelijk geboren kinderen. Immers, nu verzoekers zelf hebben gesteld dat de biologische ouders onjuiste leeftijdgegevens hebben vermeld om zodoende te mogen trouwen, staat daarmee vast dat de biologische ouders op dat moment niet voldeden aan de huwelijksvereisten. Naar Chinese wetgeving van dat moment waren zij op dat moment nog te jong om te mogen trouwen. Naar het standpunt van de ambtenaar dient eerst duidelijkheid te komen wat de rechtsgevolgen zijn van dit nietige/vernietigbare huwelijk en de daaruit geboren kinderen alvorens te concluderen of de gegevens van deze vader ex artikel 1:25d BW kunnen worden vastgesteld. De ambtenaar heeft geopperd dat het Internationaal Juridisch Instituut uitkomst kan bieden om deze rechtsvragen te beantwoorden. Verzoekers hebben op deze suggestie echter aangegeven dat zij wensen dat de procedure wordt afgerond en hebben verzocht om een eindbeschikking te geven.
De rechtbank overweegt dat uit via Vind Burgerzaken ingewonnen informatie volgt dat naar Chinees recht een kind dat binnen het huwelijk geboren wordt van rechtswege in familierechtelijke betrekking staat tot de met de moeder gehuwde man. Dit betreft een wettig kind. Een kind dat niet tijdens het huwelijk van de ouders is geboren is een onwettig kind, dat voor de wet gelijk wordt behandeld als wettige kinderen. Blijkens artikel 1051 van de Civil Code of the People’s republic of China is een huwelijk onder meer nietig (void) indien niet wordt voldaan aan de leeftijdsvereisten die worden gesteld om een huwelijk te mogen aangaan. Blijkens artikel 1047 van voornoemde Code moet een man 22 jaar en een vrouw 20 jaar zijn om een huwelijk te mogen aangaan.
Ter zitting is gebleken dat de biologische ouders van [minderjarige] gelogen hebben over hun leeftijd omdat zij naar stelling van verzoekers ten tijde van het sluiten van het huwelijk niet voldeden aan de daarvoor nodige leeftijdsvereisten. Weliswaar volgt uit artikel 1054 van voornoemde Code dat op een nietig huwelijk de bepalingen over ouders en kinderen op kinderen geboren uit een nietig/vernietigbaar huwelijk van toepassing zijn. De rechtbank heeft echter niet kunnen achterhalen wat dan precies de rechtsgevolgen zijn en of dit betekent dat de biologisch vader ondanks dat er sprake is van een nietig/vernietigbaar huwelijk alsnog de juridisch ouder is. Omdat verzoekers expliciet hebben aangegeven geen aanvullend onderzoek te wensen door het Internationaal Juridisch Instituut en een eindbeschikking te willen, zal de rechtbank de zaak niet aanhouden voor een onderzoek door het Internationaal Juridisch Instituut op dit punt.
Omdat de rechtbank niet heeft kunnen achterhalen wat de rechtsgevolgen zijn van een nietig/vernietigbaar huwelijk op het juridisch ouderschap van de man over [minderjarige] en evenmin is gesteld of gebleken dat op grond van het (destijds) Chinese recht het juridisch vaderschap van de biologische vader op een andere wijze is vastgesteld, kan de rechtbank niet vaststellen dat de biologisch vader de juridische vader was van [minderjarige] ten tijde van haar geboorte. Het verzochte dient daarom te worden afgewezen omdat er onvoldoende aanwijzingen voor zijn gekregen.
Daarbij overweegt de rechtbank dat, wat er ook zij van de juridische juistheid van de door verzoekers en [minderjarige] aangehaalde uitspraak van deze rechtbank uit 2016, zij van oordeel is dat deze niet van toepassing is, zodat zij daaraan voorbij gaat. Evenmin ziet de rechtbank in de aangehaalde artikel uit het EVRM en IVRK aanleiding om anders te beslissen. Deze artikelen brengen niet met zich mee dat de biologische vader als juridisch vader opgenomen moet worden op de geboorteakte. De registers van de burgerlijke stand zijn immers van openbare orde, die in het belang van de rechtszekerheid de juiste gegevens dienen te bevatten. Opname van de biologisch vader zou impliceren dat hij de juridisch vader is, hetgeen niet vast is komen te staan.
In het door verzoekers aangehaalde conceptwetsvoorstel Kind, draagmoederschap en afstamming ziet de rechtbank evenmin aanleiding anders te beslissen. Immers, dit betreft nog geen formele wet zodat verzoekers daar geen rechten aan kunnen ontlenen. De voorschriften betreffende de burgerlijke stand zijn van dwingend recht en gelden totdat zij formeel zijn gewijzigd.
De rechtbank zal daarom het onder II ten aanzien van de biologische vader verzochte, afwijzen.
Voornaamswijziging
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende gebleken van een zwaarwichtig belang bij toewijzing van het verzoek tot voornaamswijziging. De gevraagde voornamen zijn geoorloofd naar de maatstaven van artikel 1:4, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank zal het verzoek derhalve toewijzen.

Beslissing

De rechtbank – met wijziging in zoverre van voormelde beschikking van deze rechtbank van 19 januari 2005 -:
stelt de volgende geboortegegevens van [minderjarige] vast:
plaats van geboorte: [geboorteplaats 1] , China
Geslachtsnaam moeder: [geslachtsnaam moe mj]
Voornamen moeder: [voornaam 1]
*
gelast de wijziging van de voornamen van [minderjarige] in die zin dat de voornamen zullen luiden: “ [minderjarige] [tweede voornaam] [derde voornaam] [geslachtsnaam va] ”;
*
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M. Vink, rechter, bijgestaan door mr. J.H. van Berkel als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 14 maart 2022.