ECLI:NL:RBDHA:2022:2057

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 maart 2022
Publicatiedatum
11 maart 2022
Zaaknummer
NL21.19913
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hersteluitspraak inzake bestuursrechtelijke procedure van eiser tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Op 8 maart 2022 heeft de Rechtbank Den Haag een hersteluitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. A.J. de Boer, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Deze uitspraak betreft een herziening van een eerdere uitspraak van 4 maart 2022, waarin een kennelijk foutief nummer was vermeld in overweging 3.2. De rechtbank heeft vastgesteld dat de passage in kwestie moest worden aangepast om de juiste procedurele stappen te reflecteren. De rechtbank heeft de tekst van artikel 40, derde lid van de herschikte Procedurerichtlijn gecorrigeerd, waarbij de verwijzing naar 'stap 2, fase 2' is gewijzigd in 'stap 1, fase 2'.

De uitspraak is gedaan door rechter mr. J.F.M.J. Bouwman, met mr. M.H. van Ham - Kolk als griffier. De rechtbank heeft bepaald dat er geen rechtsmiddel openstaat tegen deze hersteluitspraak en dat deze uitspraak geen invloed heeft op de termijn voor hoger beroep tegen de oorspronkelijke uitspraak. De uitspraak is openbaar gemaakt op de eerstvolgende donderdag na de datum van bekendmaking, en de rechtbank heeft de betrokken partijen geïnformeerd over de wijziging in de uitspraak.

Deze hersteluitspraak is van belang voor de betrokken partijen, omdat het de juiste interpretatie van de procedurele richtlijnen verduidelijkt en ervoor zorgt dat de rechtsgang correct wordt gevolgd. De rechtbank benadrukt het belang van nauwkeurigheid in juridische documenten en de noodzaak om fouten tijdig te corrigeren om rechtszekerheid te waarborgen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.19913

hersteluitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser,

V-nummer: [nummer],
gemachtigde: mr. A.J. de Boer,
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Motivering

Het is de rechtbank gebleken dat in de uitspraak van 4 maart 2022, overweging 3.2, een verkeerd nummer staat vermeld. De rechtbank zal dit kennelijke gebrek herstellen op de hierna te melden wijze.

Beslissing

De rechtbank bepaalt dat in overweging 3.2 van de uitspraak van 4 maart 2022, de passage
‘Zij wijst daarbij op de tekst van artikel 40, derde lid van de herschikte Procedurerichtlijn, waarin is bepaald dat bij stap 2, fase 2 moet worden onderzocht of nieuwe elementen of bevindingen aan de orde zijn gekomen (…)’ wordt vervangen door het volgende:
‘Zij wijst daarbij op de tekst van artikel 40, derde lid van de herschikte Procedurerichtlijn, waarin is bepaald dat bij stap 1, fase 2 moet worden onderzocht of nieuwe elementen of bevindingen aan de orde zijn gekomen (…)’
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.M.J. Bouwman, rechter, in aanwezigheid van
mr.M.H. van Ham - Kolk, griffier.
Deze uitspraak is gedaan en bekend gemaakt op de hieronder vermelde datum. De uitspraak wordt openbaar gemaakt op de eerstvolgende donderdag na deze datum.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open. Voorts brengt deze uitspraak geen wijziging in de termijn voor hoger beroep tegen de oorspronkelijke uitspraak.