Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
ProcesverloopBij besluit van 14 december 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard.
Overwegingen
1 september 2021. [11] Eiser heeft ter zitting bevestigd dat hij geen serieuze pogingen heeft ondernomen om Nederland te verlaten. Zo heeft hij tijdens zijn eerste gehoor verklaard dat hij voor een periode van 3 maanden in Turkije heeft verbleven, maar hij heeft in Nederland geen contact gezocht met de Turkse ambassade. Evenmin heeft hij contact opgenomen met de Internationale Organisatie voor Migratie of de Dienst Terugkeer en vertrek. De enkele stelling van eiser dat hij bang is in Turkije te worden opgepakt en zonder eerlijk proces te worden uitgezet naar Afghanistan is in het geheel niet onderbouwd en gelet op zijn eerdere ervaring in Turkije ook niet aannemelijk.
Beslissing
mr.M.H. van Ham - Kolk, griffier.