Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[Naam], eiser V-nummer: [Nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 maart 2022 uitspraak gedaan in een vervolgberoep van eiser tegen de maatregel van bewaring die op 22 januari 2022 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. Eiser, die de Egyptische nationaliteit bezit en geboren is in 1995, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft het onderzoek op 2 maart 2022 gesloten zonder zitting.
Eiser voerde aan dat er onvoldoende voortvarendheid was van de zijde van verweerder, omdat een geplande overdracht op 16 februari 2022 was geannuleerd door de weigering van eiser om een PCR-test te ondergaan. De rechtbank overweegt dat verweerder recht heeft op actieve medewerking van eiser, waaronder de medewerking aan de PCR-test. De rechtbank concludeert dat de enkele weigering van eiser om mee te werken aan de test niet betekent dat de maatregel van bewaring niet langer rechtmatig is.
De rechtbank oordeelt dat verweerder voldoende voortvarend heeft gehandeld in de uitvoering van de uitzettingshandelingen en dat er een redelijk vooruitzicht op overdracht bestaat, mits eiser meewerkt. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. E.J. Govaers, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.