Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Staat der Nederlanden, meer in het bijzonder Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
1.De procedure
2.De feiten in het incident
‘Raamovereenkomst inzake de levering van een Software-as-a-Service dienst, de terbeschikkingstelling van apparatuur en de levering van verbruiksmaterialen’gesloten (hierna: de overeenkomst). In deze overeenkomst staat onder meer het volgende:
Nemen in overweging dat:
“Covid-19-virus”);
“Systeem”, bestaat aldus uit: (i) de SpiroNose inclusief alle benodigdheden (…) (het
“Apparaat”of de
“Apparaten”) en ii) toegang tot het online BreathBase platform met de diagnostische Covid-19 module voor de (signaal)analyse van de sensor data (het
“Platform”) en iii) de verbruiksartikelen voor het gebruik van het Apparaat, te weten bacterial/viral filters & mondstukken, schoonmaakmiddelen en verificatiegas (de
“Verbruiksartikelen”). Het Systeem kan onder meer worden toegepast voor het uitsluiten van Covid-19 infecties bij geteste personen. Opdrachtnemer werkt op continue basis door aan de verdere ontwikkeling n verbetering van het Systeem.
“GGD-en”) en/of instellingen en bedrijven in Nederland in een soortgelijke teststraat setting (de
“Organisaties”) (…)
“de Ontheffing”, heeft ontvangen. De Ontheffing vervalt op 1 januari 2022.
Voorwerp van de overeenkomst
3.Prijs en overige financiële bepalingen
7.Wijziging Overeenkomst
“Kennisgeving verzuim, verwijtbaar tekortschieten en reactie mailberichten’. Hierin staat onder meer:
[Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, toevoeging ktr]tijdelijke en voorwaardelijke ontheffing verleend voor het aanbrengen van de CE-markering, omdat niet alle data beschikbaar zijn en derhalve niet kan worden vastgesteld dat de Breathbase veilig en effectief is conform de Europese standaarden.
‘ademtest’, heeft de Staat de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd:
Raamovereenkomst kan niet (ongewijzigd) in stand blijven
3.De vordering in het incident, in de hoofdzaak en de grondslagen daarvan
4.Het verweer in het incident
5.Beoordeling in het incident
‘Staat
6.Beslissing
6 april 2022 te 11.00 uurvoor het nemen van de conclusie van antwoord in de hoofdzaak aan de zijde van de Staat;