Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 februari 2022 in de zaak tussen
[eiser] , te Marokko, eiser
Centraal Orgaan opvang asielzoekers, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
;
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 25 februari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, woonachtig in Marokko, en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). De eiser had op 11 juli 2019 verzocht om inzage in zijn persoonsgegevens die door het COA waren verwerkt, op basis van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Het COA heeft op 29 oktober 2019 een gedeeltelijke openbaarmaking van deze gegevens gedaan, maar eiser ging in bezwaar omdat er geen notities van gesprekken met COA-medewerkers waren verstrekt. Op 8 maart 2021 verklaarde het COA het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk, waarop eiser beroep instelde bij de rechtbank.
De rechtbank overwoog dat, omdat het COA na het beroep alsnog een beslissing op bezwaar had genomen, eiser geen belang meer had bij een beoordeling van het beroep tegen het niet tijdig beslissen. De rechtbank verklaarde dit beroep niet-ontvankelijk. Vervolgens behandelde de rechtbank de aanvullende gronden van beroep van eiser tegen het bestreden besluit. Eiser stelde dat hij, ondanks zijn vertrek uit Nederland op 16 december 2019, nog steeds recht had op inzage in zijn persoonsgegevens onder de AVG. De rechtbank oordeelde dat de AVG ook van toepassing is op personen die niet meer in de EU verblijven, en dat eiser het recht heeft om te controleren of zijn gegevens rechtmatig zijn verwerkt.
Uiteindelijk concludeerde de rechtbank dat uit de stukken niet bleek dat eiser nog inzage wenste in zijn persoonsgegevens, aangezien er onvoldoende contact was geweest tussen eiser en zijn advocaat na zijn vertrek. De rechtbank oordeelde dat eiser zijn belang had prijsgegeven en verklaarde het beroep ongegrond. Tevens werd verweerder veroordeeld tot betaling van proceskosten aan eiser tot een bedrag van € 379,50. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 25 februari 2022.