ECLI:NL:RBDHA:2022:1661
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag wegens gebrek aan procesbelang
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 februari 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, had beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat zijn asielaanvraag als kennelijk ongegrond was afgewezen. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de gemachtigde van eiser geen contact meer had met hem en niet wist waar hij zich bevond. Verweerder verklaarde dat eiser op 27 januari 2022 in Zwitserland was aangetroffen. De rechtbank concludeerde hieruit dat eiser kennelijk geen prijs meer stelde op asielrechtelijke bescherming in Nederland, waardoor hij geen procesbelang meer had bij de beoordeling van zijn beroep. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van mr. N.M.L. van der Kammen, griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.