Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam] , eiser V-nummer: [nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Horen en beslissen in zaken waarin lhbti-gerichtheid als asielmotief is aangevoerd.
Inhoudelijke beoordeling (asiel).
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 februari 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, van Oegandese nationaliteit, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die de aanvraag als kennelijk ongegrond beschouwde. De rechtbank heeft de afwijzing beoordeeld en geconcludeerd dat de gestelde homoseksuele geaardheid van de eiser niet geloofwaardig was. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de eiser over zijn seksuele gerichtheid en de problemen die hij als gevolg daarvan had ondervonden, inconsequent en tegenstrijdig waren met openbare bronnen. De rechtbank heeft ook de zorgvuldigheid van het nader gehoor beoordeeld en vastgesteld dat er geen onzorgvuldigheden waren in de wijze waarop de eiser was gehoord. De rechtbank heeft de argumenten van de eiser dat de besluitvorming onzorgvuldig was voorbereid en dat er onvoldoende rekening was gehouden met culturele verschillen, verworpen. De rechtbank heeft uiteindelijk het beroep van de eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag door de staatssecretaris in stand blijft.