Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 december 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van eiser, die stelt de Marokkaanse nationaliteit te hebben en geboren te zijn op [geboortedatum] 2000. De maatregel van bewaring was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 25 oktober 2022, en eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, met een verzoek om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en heeft de processtukken beoordeeld.
De rechtbank heeft overwogen dat, indien de maatregel van bewaring in strijd zou zijn met de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) of niet gerechtvaardigd zou zijn, zij het beroep gegrond zou verklaren en de maatregel zou opheffen of wijzigen. Eiser betwistte het zicht op uitzetting naar Marokko, maar de rechtbank verwijst naar een eerdere uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin werd geoordeeld dat er wel degelijk zicht op uitzetting was. De Staatssecretaris had een aanvraag voor een laissez passer ingediend bij de Marokkaanse autoriteiten, en de rechtbank concludeert dat de enkele omstandigheid dat er nog geen reactie was ontvangen van deze autoriteiten, niet voldoende is om te concluderen dat de uitzetting niet mogelijk zou zijn.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot het moment van het sluiten van het onderzoek en dat er geen aanleiding was om het beroep gegrond te verklaren. Het verzoek om schadevergoeding werd eveneens afgewezen, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 23 december 2022.