ECLI:NL:RBDHA:2022:15953
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening voor vergunning groutankers woningbouwproject
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 augustus 2022 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van [verzoekster] B.V. tegen de minister van Infrastructuur en Milieu en de directeur Projecten van Prorail B.V. Verzoekster had een vergunning aangevraagd voor het plaatsen en achterlaten van groutankers ten behoeve van het woningbouwproject Upp Living te Alphen aan den Rijn. De aanvraag werd afgewezen, wat leidde tot bezwaar en het verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster stelde dat zij vanaf 16 augustus 2022 de groutankers wilde aanbrengen en dat vertraging zou leiden tot aanzienlijke financiële schade. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat het spoedeisend belang onvoldoende was onderbouwd en dat de door verzoekster aangedragen belangen voornamelijk financieel van aard waren. Dit voldeed niet aan de vereisten voor het treffen van een voorlopige voorziening. Bovendien was er geen evident onrechtmatig besluit vastgesteld, aangezien de benodigde toestemmingen voor het bouwproject niet allemaal aanwezig waren. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, zonder proceskostenveroordeling.