In deze beschikking van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 25 augustus 2022, wordt de kinderalimentatie voor [minderjarige 1] gewijzigd. De man, die onderhoudsplichtig is voor zowel [minderjarige 1] als [minderjarige 2], verzoekt om de kinderalimentatie te verlagen naar nihil, onder verwijzing naar gewijzigde omstandigheden, waaronder een uitbreiding van de zorgregeling en de geboorte van [minderjarige 2]. De vrouw is het niet eens met de volledige verlaging, maar erkent dat er een wijziging van omstandigheden is die een verlaging rechtvaardigt. De rechtbank oordeelt dat de man vanaf 1 september 2022 een kinderalimentatie van € 410,- per maand moet betalen. De rechtbank legt uit dat de alimentatie opnieuw kan worden berekend bij wijziging van omstandigheden en dat de ingangsdatum van de wijziging zorgvuldig is gekozen, rekening houdend met de complexe samenloop van onderhoudsplichten. De rechtbank benadrukt dat de kosten van [minderjarige 1] redelijk verdeeld moeten worden over alle onderhoudsplichtigen, waarbij de draagkracht van de man, de vrouw en hun partners in overweging zijn genomen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de alimentatie moet worden betaald, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De rechtbank wijst de verzoeken voor het overige af en bepaalt dat beide partijen hun eigen proceskosten moeten dragen.