Overwegingen
1. Eisers hebben Georgische nationaliteit en zijn geboren op [1981] respectievelijk [1983] . Zij hebben samen drie kinderen, waarvan hun minderjarige zoon is meegekomen naar Nederland. Hij is geboren op [2014] en heeft ook de Georgische nationaliteit.
2. Eisers hebben aan hun asielaanvragen ten grondslag gelegd dat er een conflict is ontstaan tussen de familie van eiser en de familie van [A] omdat een waterkrachtcentrale in het dorp zou worden geplaatst. Eiser en zijn familie zijn tegen de komst van de waterkrachtcentrale. Tijdens het conflict is zijn neef gedood en eiser was hiervan getuige. De verantwoordelijke personen zijn veroordeeld. Volgens eiser moet hij nu
volgens de regels en tradities in zijn woonplaats eerwraak nemen en dat wil hij niet. Eiser wordt valselijk beschuldigd dat hij wel eerwraak wil nemen en daarom wordt hij door de politie in de gaten gehouden en geïntimideerd. Hij heeft geprobeerd om zijn beklag te doen, maar de politie werkt nauw samen met de familie [A] . Volgens eiser wil de familie van [A] dat hij in de gevangenis wordt gezet zodat hij geen eerwraak kan nemen. Als hij teruggaat naar Georgië wordt hij in de gevangenis gezet of vermoord, aldus eiser.
3. Het asielrelaas van eisers bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
- Identiteit, nationaliteit en herkomst;
- Vanwege het plaatsen van een waterkrachtcentrale is een conflict ontstaan tussen de familie [B] en de familie van [A] ;
- De neef van eiser is tijdens het conflict gedood.
Het asielrelaas van eiseres hangt samen met het asielrelaas van eiser. Verweerder acht de identiteit, nationaliteit en herkomst van eisers geloofwaardig. Verder acht verweerder geloofwaardig dat een conflict is ontstaan tussen de families en dat de neef van eiser tijdens dit conflict is gedood. Verweerder heeft de asielaanvragen van eisers afgewezen, omdat zij uit een veilig land van herkomst komen en eisers niet aannemelijk hebben gemaakt dat Georgië voor hen geen veilig land van herkomst is. Hij concludeert daarom dat de asielaanvragen worden afgewezen als kennelijk ongegrond. Verder heeft verweerder eisers een terugkeerbesluit en inreisverbod van twee jaren opgelegd.
Mocht verweerder bij het gehoor van eiser een tolk van B2-niveau inschakelen?
4. Eisers voeren ten eerste aan dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom tijdens het gehoor veilig land van herkomst van eiser een tolk op B2-niveau is ingeschakeld. Verweerder handelt volgens eisers in strijd met het doel en nuttig effect van richtlijn 2010/64 door gebruik te maken van een B2-tolk. De gemachtigde van eisers heeft meerdere C1-tolken gesproken, die allen aangeven niet te zijn benaderd op de dag van het gehoor. Verder was er geen sprake van spoed in de zin van artikel 28 van de Wet beëdigde tolken en vertalers (Wbtv). Er kan volgens eisers niet worden aangenomen dat de vertolking tijdens het gehoor correct is enkel omdat uit het rapport niet blijkt dat er sprake was van een gebrekkige vertaling. De juistheid van veel concrete punten is namelijk in de correcties en aanvullingen bestreden. Daar komt volgens eisers bij dat verweerder het asielrelaas van eiser niet goed heeft begrepen.
5. Naar het oordeel van de rechtbank slaagt deze beroepsgrond niet. Ten eerste ziet richtlijn 2010/64 op strafrechtelijke procedures en niet op een asielprocedure, zoals hier het geval is. Deze richtlijn kan niet zonder meer analoog worden toegepast op asielprocedures. Verder heeft eiser niet onderbouwd dat C1-tolken beschikbaar waren om te vertalen tijdens zijn gehoor. Daarnaast heeft verweerder in het bestreden besluit uiteengezet dat geen gebruik is gemaakt van een C1-tolk, omdat die niet tijdig beschikbaar was. Uit de aard en de strikte termijnen van de procedure waarbij een land als veilig land van herkomst is aangemerkt, volgt dat is voldaan aan de voorwaarde van vereiste spoed in de zin van artikel 28 van de Wbtv. De bewijslast gaat niet zo ver dat verweerder moet aantonen dat hij alle
C1-tolken heeft benaderd, zoals eiser ter zitting heeft gesteld. Los daarvan blijkt uit de verslaglegging van het gehoor ook niet dat de tolk eiser niet goed heeft begrepen of dat eiser iets naar voren had willen brengen waartoe hij door inzet van een registertolk op B2-niveau
niet in staat is geweest. Daar komt bij dat eiseres is gehoord met een tolk van C1-niveau en haar gehoor komt overeen met het gehoor van eiser. Eiser heeft om deze redenen niet aannemelijk gemaakt dat hij door de inzet van een registertolk van B2-niveau is geschaad in zijn belangen.
Is Georgië in zijn algemeenheid een veilig land van herkomst?
6. Eisers voeren aan dat Georgië niet langer een veilig land van herkomst is in zijn algemeenheid zoals bedoeld in artikel 36 van de Procedurerichtlijn. Zij wijzen op verschillende bronnen1 ter onderbouwing van dit standpunt. Verweerder heeft ten onrechte geen landeninformatie bij zijn beoordeling betrokken en heeft de verklaringen van eiser onvoldoende betrokken.
7. In de brief van verweerder aan de Tweede Kamer van 11 oktober 20162 is Georgië aangemerkt als veilig land van herkomst, zoals neergelegd in Bijlage 13 van het Voorschrift Vreemdelingen 2000. Uitgezonderd hierbij zijn de gebieden die niet onder de effectieve controle van de centrale autoriteiten staan (Abchazië en Zuid-Ossetië). Op 11 juni 2018, op 30 september 2020 en op 6 mei 2021 heeft een herbeoordeling plaatsgevonden.3 In deze herbeoordelingen is geconcludeerd dat de aanwijzing dat Georgië een veilig land van herkomst is, met uitzondering van voorgenoemde gebieden, kan worden voortgezet. Op 25 mei 2022 zijn LHBTI’s door verweerder uitgezonderd van de aanwijzing van Georgië als veilig land van herkomst.
8. Uit de bronnen waar eisers naar verwijzen blijkt vooral dat voormalig premier [C] banden zou hebben met de Russische Federatie en dat hij mogelijk invloed heeft op democratische organen in Georgië. Verder gaan de bronnen over de omstandigheden voor LHBTI’s, dat voormalig president [D] mogelijk onder slechte omstandigheden in de gevangenis zit en dat de ombudsman van Georgië spreekt over het ontbreken van effectief onderzoek naar vermeende mishandeling.
9. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat de aangehaalde bronnen niet tot de conclusie leiden dat er sinds de herbeoordeling van 6 mei 2021 sprake is van een dermate verslechtering dat Georgië niet langer als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt. Uit de bronnen blijkt immers niet dat er sprake is van een wezenlijk ander beeld dan reeds bekend was bij de herbeoordeling van Georgië als veilig land van herkomst. De informatie over de omstandigheden voor LHBTI’s en de beschrijving van de ombudsman komen bijvoorbeeld overeen met informatie die in de herbeoordeling is betrokken. Ook is in de herbeoordeling informatie van ‘Freedom House’ betrokken waarin expliciet de informele rol van [C] op de Georgische politiek is besproken.4 De rechtbank is het met verweerder eens dat eiser
1. Eisers verwijzen naar het World Report van Human Rights Watch 2022; een bericht van Amnesty International van 10 november 2021 “Amnesty International on Saakashvili’s transfer: not just
selective justice but apparent political revenge”; een bericht op eurasianet.org van 10 juni 2022 “EU parliament votes to consider sanctioning Georgia’s informal leader”; resolutie B9-0300/2022 van het Europees parlement van 8 juni 2022.
2 Kamerstukken II 2016-2017, 19637, nr. 2241 van 11 oktober 2016.
3 Kamerstukken II 2017-2018, 19637, nr. 2392 van 11 juni 2018, Kamerstukken II 2020-2021, 19637, nr. 2664 van 30 september 2020 en Kamerbrief van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 6 mei 2021, nr. 2726.
4 Zie de beoordeling van Freedom House van 2021.
met de aangehaalde bronnen niet aannemelijk heeft gemaakt dat Georgië in het algemeen niet langer kan worden aangemerkt als veilig land van herkomst.
Is Georgië voor eisers een veilig land van herkomst?
10. Eisers voeren verder aan dat het bestreden besluit onzorgvuldig, niet deugdelijk gemotiveerd, subjectief en vooringenomen is, omdat verweerder zich pas in het bestreden besluit op het standpunt stelt dat niet is gebleken dat de familie [A] nauwe banden heeft met de politie en de Droompartij. Openbare bronnen bevestigen volgens eisers hun verklaringen. Ook heeft verweerder ondeugdelijk gemotiveerd dat eiser bij de politie zijn beklag kan doen. Dat hij al eerder is blootgesteld aan vervolging, is volgens eiser een duidelijke aanwijzing dat zijn vrees voor vervolging reëel is.
11. Omdat Georgië is aangewezen als veilig land van herkomst, geldt er een algemeen rechtsvermoeden dat vreemdelingen uit dat land geen bescherming nodig hebben en dat de (nationale) autoriteiten effectieve bescherming bieden. Het is aan eisers om aannemelijk te maken dat de autoriteiten van Georgië hen geen bescherming kunnen bieden.5
12. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat Georgië voor eisers een veilig land van herkomst is. Verweerder heeft er niet ten onrechte op gewezen dat eisers niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij hebben geprobeerd om hun beklag te doen bij en bescherming in te roepen van hogere instanties. Verweerder heeft niet ten onrechte gesteld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat klagen in zijn geval geen zin heeft. De bronnen waar eisers op wijzen zijn niet vertaald in het Nederlands, waardoor de rechtbank hieruit niet kan opmaken dat klagen geen zin heeft omdat de familie [A] nauwe banden heeft met de politie en de Droompartij. De rechtbank volgt eisers niet dat verweerder pas in het bestreden besluit zich op het standpunt stelt dat niet is gebleken dat de familie [A] nauwe banden heeft met de politie. De rechtbank wijst op pagina 3 van het voornemen. Zonder nadere toelichting kan de rechtbank eisers ook niet volgen in hun standpunt dat de bestreden besluiten subjectief of vooringenomen zouden
zijn. Verder is er, anders dan eisers hebben aangevoerd, geen aanleiding voor omkering van de bewijslast als bedoeld in artikel 31, vijfde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) vanwege de mishandeling en beschieting op zichzelf. Van vervolging of ernstige schade als bedoeld in dat artikel is alleen sprake als de vervolging of ernstige schade een link heeft met het Vluchtelingenverdrag of artikel 3 van het EVRM. Hier is dat niet aannemelijk geworden. Verweerder heeft er verder niet ten onrechte op gewezen dat de personen die betrokken waren bij het conflict in 2019 zijn gearresteerd en veroordeeld.
13. Op de zitting hebben eisers hun beroepsgrond over de toepasselijkheid van het traumatabeleid op hun situatie ingetrokken. De rechtbank zal dit niet verder bespreken.
14. Eisers voeren aan dat verweerder ten onrechte hun aanvragen kennelijk ongegrond heeft verklaard.
15. Verweerder heeft de aanvragen van eisers afgewezen als kennelijk ongegrond
op grond van artikel 30b, eerste lid, onder b, van de Vw. Dat is terecht, nu is vastgesteld dat eisers afkomstig zijn uit een veilig land van herkomst.
16. Volgens eisers heeft verweerder bij het opleggen van een inreisverbod geen rekening gehouden met de belangen van hun minderjarige zoon en met het feit dat hun familieleden in Duitsland wonen.
17. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder voldoende rekening gehouden met de belangen van eisers minderjarige zoon en met de omstandigheid dat hun familieleden in Duitsland wonen.6 Deze beroepsgrond slaagt niet.
18. Eisers komen niet in aanmerking voor toelating op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Vw.
19. De aanvragen zijn terecht afgewezen als kennelijk ongegrond. De beroepen zijn ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
6 Zie pagina 9 van het bestreden besluit van 21 juni 2022 van eiser en pagina 3 van het bestreden besluit van 21 juni 2022 van eiseres.