In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 25 oktober 2022, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel op 14 oktober 2021, maar de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had niet tijdig beslist. Eiseres heeft de Staatssecretaris op 12 juli 2022 in gebreke gesteld, maar heeft meer dan twee weken gewacht met het indienen van beroep. De rechtbank oordeelt dat de aanvraag niet tijdig is behandeld en legt de Staatssecretaris een beslistermijn van zestien weken op om alsnog een besluit te nemen. De rechtbank heeft ook bepaald dat de Staatssecretaris binnen acht weken na de uitspraak een eerste gehoor moet afnemen en binnen acht weken daarna een besluit moet bekendmaken. Eiseres krijgt een vergoeding voor de proceskosten van € 379,50, omdat zij een professionele juridische hulpverlener heeft ingeschakeld. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.