Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 december 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser van Marokkaanse nationaliteit. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 3 december 2022 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. De rechtbank heeft het beroep op 12 december 2022 behandeld en het onderzoek gesloten, maar heropend op 13 december 2022 om verweerder de gelegenheid te geven nadere stukken toe te voegen. Het onderzoek ter zitting is hervat op 19 december 2022, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was. De rechtbank overweegt dat eiser Nederland is ingereisd zonder een op zijn naam gesteld paspoort en dat hij geen inreisstempel van het Schengengebied heeft. Eiser heeft zijn stelling dat hij met een Schengen-visum Spanje is ingereisd niet onderbouwd. De rechtbank concludeert dat de gronden voor de maatregel van bewaring feitelijk juist zijn en dat het beroep ongegrond is. Het verzoek om schadevergoeding wordt eveneens afgewezen. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf in aanwezigheid van griffier P. Bruins en is openbaar gemaakt op 21 december 2022.