Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 21 september 2022 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, die stelt de Pakistaanse nationaliteit te hebben, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van de maatregel van bewaring, die op 22 juli 2022 was opgelegd op grond van artikel 59b van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser verzocht tevens om schadevergoeding. De rechtbank heeft het beroep op zitting behandeld, waarbij zowel eiser als verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en dat de eerdere uitspraak van 10 augustus 2022 relevant is voor de beoordeling van het huidige beroep. Eiser heeft aangevoerd dat verweerder onvoldoende voortvarend handelt in de uitzetting en dat er geen zicht is op uitzetting naar Pakistan, vooral gezien de huidige overstromingen in dat land. De rechtbank stelt vast dat voor een bewaring op grond van artikel 59b van de Vw geen zicht op uitzetting vereist is, en dat verweerder enkel gehouden is om aanvragen binnen de gestelde termijnen te behandelen.
Daarnaast heeft eiser betoogd dat er geen lichter middel is toegepast en dat zijn persoonlijke en medische omstandigheden onvoldoende zijn meegewogen. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken en concludeert dat het Detentiecentrum Rotterdam kan worden gekwalificeerd als een speciale inrichting voor bewaring. De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.