ECLI:NL:RBDHA:2022:15252
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag op grond van Dublinverordening met aandacht voor medische omstandigheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 oktober 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij de asielaanvraag van eiser niet in behandeling is genomen. De reden hiervoor was dat Frankrijk volgens de Dublinverordening verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser, van Iraanse nationaliteit, heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft de zaak op verschillende momenten behandeld, waarbij ook medische omstandigheden van eiser aan de orde kwamen. Eiser heeft psychische problemen en de rechtbank heeft in overweging genomen dat de overdracht aan Frankrijk alleen kan plaatsvinden als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan die zijn gezondheid waarborgen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken en dat er geen procesbelang meer is bij de beoordeling van zijn beroep. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verweerder niet gehouden is om bij Frankrijk na te gaan of een eventuele overdracht mogelijk zou zijn, omdat eiser niet meer in Nederland verblijft. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard, met de overweging dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.