ECLI:NL:RBDHA:2022:15248
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet in behandeling nemen aanvraag verblijfsvergunning asiel op grond van Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 oktober 2022 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling te nemen. Dit besluit was gebaseerd op de stelling dat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag, conform de Dublinverordening. Eiseres heeft aangevoerd dat Italië niet langer kan worden vertrouwd vanwege gestructureerde tekortkomingen in de asielprocedure en opvangvoorzieningen, zoals beschreven in het AIDA-rapport van 22 mei 2022. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat verweerder in zijn algemeenheid mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Italië, zoals bevestigd door eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Eiseres is er niet in geslaagd om aan te tonen dat in haar specifieke geval niet meer van dit beginsel kan worden uitgegaan. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de situatie in Italië niet wezenlijk is verslechterd en dat er geen noodzaak is voor aanvullende garanties bij de overdracht van eiseres aan Italië. Het beroep is ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.